Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 35865 nr. F |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 35865 nr. F |
Ontvangen 3 februari 2022
Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de opmerkingen en vragen van de leden van de fracties van het CDA en GroenLinks.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie zijn de regering erkentelijk voor de uitgebreide reactie. De beantwoording van de vragen roept echter ook nog enkele vervolgvragen op. De voor eind vorig jaar aangekondigde nadere marktanalyse door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) is nog niet verschenen. De ACM streeft ernaar om zo snel mogelijk een ontwerpbesluit te publiceren. Wanneer kan dit tegemoet worden gezien?
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft op 23 december jl. bekendgemaakt1 dat het ontwerpbesluit meer tijd vergt. De ACM verwacht voor het eind van dit kwartaal een ontwerpbesluit te publiceren.
De telecomsector heeft een gezamenlijk voorstel gedaan om de circa 20.000 moeilijk te ontsluiten adressen van snel internet te voorzien en hiervoor middelen uit de Europese Recovery and Resilience Facility in te zetten. Voor de daadwerkelijke afweging wordt in de memorie van antwoord verwezen naar het nieuwe kabinet. Inmiddels is sprake van een nieuwe regering en zijn deze leden benieuwd naar het standpunt van de regering.
In het coalitieakkoord «Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst» van 15 december jl. is de ambitie opgenomen dat Nederland het digitale knooppunt van Europa wordt en robuust, supersnel en veilig internet in alle delen van het land krijgt. De concrete uitwerking daarvan wat betreft de beschikbaarheid van snel internet in de buitengebieden vindt momenteel plaats. Hierbij zal het nog af te ronden externe onderzoek naar de technische opties en kosten voor snel internet voor de moeilijk gelegen adressen in de buitengebieden worden betrokken. Ik verwacht dat het parlement nog in dit kwartaal kan worden geïnformeerd over de uitkomsten van het lopende onderzoek en de vervolgstappen.
De aangekondigde leidraad publieke infrastructuur is er nog niet, maar verkeert in een vergevorderd stadium. Met het oog op het delen van kosten voor gedeeld gebruik (paragraaf 5C van het voorstel van wet1) voelt het ministerie niets voor een duidelijke positiebepaling. Deze leden houden de zorg over de eerdergenoemde willekeur. De voorwaarden moeten redelijk, billijk en niet discriminerend zijn, zo wordt terecht nog eens benadrukt. Deze leden vragen in hoeverre een leidraad voldoende zekerheid biedt aan marktpartijen om willekeur te voorkomen. Ook de zorgen of er binnen de gemeentelijke organisaties voldoende expertise aanwezig is op dit specifieke terrein, is niet weggenomen. Dat vanuit gemeenten wordt aangedrongen op voorbeeldbeleid lijkt op dit punt veelzeggend. Het lijkt deze leden dan ook zeer wenselijk dat alle betrokkenen eerst duidelijkheid wordt geboden alvorens tot implementatie van de Telecomcode wordt besloten.
De door de leden van de CDA-fractie aangedragen zorgen ten aanzien van willekeur en gebrek aan expertise deel ik niet. Het wetsvoorstel bevat voldoende waarborgen tegen willekeur en sluit aan bij de – ook voor gemeenten – bestaande praktijk ten aanzien van medegebruik op grond van hoofdstuk 5a van de Telecommunicatiewet. Het is dan ook niet nodig te wachten met de implementatie van de Telecomcode. Bovendien is dit niet wenselijk gelet op de inbreukprocedure die de Europese Commissie tegen Nederland heeft aangespannen wegens niet-tijdige implementatie.
In het voorgestelde hoofdstuk 5c van de Telecommunicatiewet zijn eisen gesteld met betrekking tot de voorwaarden voor het medegebruik. Deze eisen bewerkstelligen dat op basis van de voorwaarden die gemeenten stellen gelijke verzoeken tot medegebruik op een gelijke manier worden behandeld. Daarmee wordt willekeur jegens marktpartijen voorkomen.
Anders dan de leden van de CDA-fractie lijken te veronderstellen is de leidraad publieke infrastructuur geen noodzakelijk onderdeel van de implementatie van de Telecomcode. Deze leidraad is vooral bedoeld om de praktijk rondom medegebruik te vergemakkelijken en de lasten voor de betrokken partijen zo te beperken. De criteria voor medegebruik zijn immers in de wet zelf opgenomen. De leidraad zal een voorbeeldwijze verschaffen waarop deze voorwaarden op een redelijke, billijke en niet-discriminerende manier kunnen worden ingevuld. De leidraad is geen vervanging van de in het wetsvoorstel opgenomen waarborgen.
Het voorliggende wetsvoorstel verzekert gemeenten en marktpartijen van de juiste waarborgen en schept duidelijkheid in de kaders voor de uitrol van de zogeheten small cells. Overigens wijst onderzoek van Dialogic, gedaan in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, uit dat het gebruik van small cells tot 2027 nog beperkt zal zijn in Nederland en daarmee ook het aantal verzoeken tot medegebruik van publieke infrastructuur.2
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de fractie van GroenLinks danken de regering voor de beantwoording van de vragen. Deze leden hebben een aantal vervolgvragen gezien het belang van circulair grondstoffen- en energiegebruik. Is de regering bekend met het rapport «Metalen voor een groen en digitaal Europa»3 en het rapport «Towards a circular energy transition»4? In beide rapporten wordt duidelijk geschetst dat Nederland, en Europa in het bijzonder, ernstige tekorten tegemoet gaat betreffende zeldzame aardmetalen. Daar deze tekorten meteen grote beperkingen veroorzaken voor zowel de energietransitie als de digitale transitie, geldt grondstoffengebruik voor de EU als belangrijk speerpunt. Tevens wordt in deze rapporten duidelijk gemaakt dat een actieve overheid een enorm verschil kan maken in het inzetten van grondstoffen en het opbouwen van een circulaire markt omdat er aanzienlijk markt falen speelt bij het realiseren van circulair en zorgvuldig grondstof gebruik in de digitale sector. Overheidsingrijpen is noodzakelijk om een level playing field te creëren voor circulaire inzet van deze zeldzame metalen. Is de regering daarom alsnog bereid om nadere eisen op te stellen aan de wijze waarop grondstoffen worden ingezet en hergebruikt in de telecomsector, en in het bijzonder bij de uitrol van de telecom-code? Zo niet, kan de regering dan een analyse maken van de huidige uitrolstrategie voor de telecomcode en de effecten die dat op brede welvaart, nu, elders en in de toekomst, heeft? En kan de regering daarbij in beeld brengen welke optimalisatiemogelijkheden er zijn.
Het voorliggende wetsvoorstel is een implementatiewetsvoorstel dat -zoals dat bij implementatie de regel is- alleen strekt tot omzetting in het Nederlands recht van de Europese Telecomcode. In de Telecomcode is limitatief bepaald welke eisen aan een machtiging voor het aanbieden van elektronische communicatienetwerken en diensten kunnen worden verbonden. Daarbij is geen ruimte voor eisen ten aanzien van het gebruik van (schaarse) grondstoffen. Het gebruik van schaarse grondstoffen valt dan ook buiten het kader van het voorliggende wetsvoorstel.
Dit doet niets af aan het feit dat de door de leden van de fractie van GroenLinks genoemde schaarste aan grondstoffen, in het bijzonder de bedoelde aardmetalen, een bijzonder relevant vraagstuk is dat de aandacht heeft van de regering. In de bij de regering bekende rapporten «Metalen voor een groen en digitaal Europa» en het rapport «Towards a circular energy transition» worden belangrijke ontwikkelingen geschetst rond kritieke grondstoffen. In het laatste genoemde rapport wordt voor zon en wind uitgerekend dat voor vijf specifieke metalen (neodymium, terbium, indium, dysprosium en praseodymium), 12 keer zoveel materiaal nodig is om de door de regering gezette doelen voor 2030 te halen. Deze boodschap werd eerder al bevestigd in de Integrale Circulaire Economie Rapportage 3 van het Planbureau voor de Leefomgeving uit 2021. Hierin worden de leveringszekerheidsrisico’s voor de Nederlandse economie nader in beeld gebracht. Bedrijven die gebruik maken van germanium, de platinagroep-metalen, zeldzame aardmetalen, gallium, kobalt en wolfraam hebben het meest te maken met de leveringsrisico’s van kritieke grondstoffen. Bedrijven in de maakindustrie lopen de grootste risico’s door de afhankelijkheid van zeldzame aardmetalen, kobalt, wolfraam, tantaal, tin en indium. Via het uitvoeringsprogramma circulaire maakindustrie werkt het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat samen met het bedrijfsleven, kennisinstellingen en medeoverheden aan het verminderen van leveringszekerheidsrisico’s in de maakindustrie. Circulariteit biedt belangrijke handelingsperspectieven zoals levensduurverlening, recycling en substitutie om leveringszekerheidsrisico’s te verminderen. In het programma worden de onderwerpen circulaire windparken, circulaire zonneparken, klimaatinstallaties, circulaire batterijen en circulaire high tech equipment opgepakt. Deze projecten tonen opschalingskansen om nieuwe bedrijvigheid samen te laten gaan met verlaging van leveringszekerheid risico’s en verlaging van milieudruk waaronder CO2-reductie. Hierbij wordt samengewerkt met de brancheorganisaties FME en Metaalunie om grote bedrijven maar ook het midden- en kleinbedrijf te bedienen. Het programma is goed aangesloten bij de acties uit het Europese actieplan kritieke grondstoffen van de Europese Commissie om het Europese speelveld en schaal optimaal te benutten.
Specifiek binnen de telecomsector is er ook aandacht voor de verduurzaming van de industrie en circulariteit. Vanuit de sector is er sowieso een natuurlijke prikkel aanwezig om gebruik te maken van apparatuur met een zo laag mogelijk energieverbruik om de operationele kosten van een telecomnetwerk zo laag mogelijk te houden. Ik ben voornemens om in gesprek te treden met de Nederlandse telecomsector om te inventariseren welke maatregelen thans worden genomen om de uitrol van telecomnetwerken te verduurzamen, waaronder de inzet en het hergebruik van (schaarse) grondstoffen. Zo weet ik dat er binnen de telecomsector in Nederland verschillende initiatieven zijn op het gebied van recycling, circulariteit en verduurzaming van gebruikte producten en materialen.6 Grote partijen in de sector zoals telecombedrijf KPN en netwerkbouwer VolkerWessels Telecom hebben meerjarige ambities geformuleerd die zien op zaken als meer circulair werken, duurzamer materiaalgebruik, recycling en afvalscheiding, waarbij al diverse concrete initiatieven tot wasdom zijn gekomen. Ook draait telecombedrijf Eurofiber momenteel een pilot om tot een zogenaamde Environmental Product Declaration (EPD) te komen, waarmee het bedrijf de standaardisatie van duurzaamheidsetikettering in de breedbandsector wil stimuleren. Verder heeft het verminderen van grondstoffenverbruik, en het recyclen van grondstoffen ook de aandacht van fabrikanten van telecomapparatuur, zoals in de beantwoording van de recente vragen van de Tweede Kamer van de leden Kathmann en Thijssen is beschreven.7 Op basis van mijn gesprekken met de telecomsector, zal ik nagaan of een nadere analyse naar de mate waarin telecomnetwerken duurzaam worden uitgerold, zinvol is. Ten slotte onderzoekt Nederland in het kader van zijn implementatieroadmap voor de EU connectivity toolbox8 welke maatregelen andere lidstaten nemen om de uitrol van telecomnetwerken te verduurzamen.
Uit het voorgaande moge blijken dat de regering werkt aan oplossingen voor de problemen ten gevolge van de schaarste aan grondstoffen. De regering is ook zeker bereid hierover verder met uw Kamer van gedachten te wisselen en te bezien of extra stappen nodig zijn. Daarbij is wel het voorstel om dit buiten het bestek van het voorliggende wetsvoorstel te doen. Dat strekt immers, zoals al gezegd, uitsluitend tot implementatie van de Telecomcode.
Bovendien, en ook dat is van belang, gaat het om een te late implementatie waartegen een infractieprocedure loopt.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
Kamerstuk 35 865, hoofdstuk 5C: medegebruik van voorzieningen ten behoeve van draadloze toegangspunten met klein bereik
Metalen voor een groen en digitaal Europa: https://www.wetenschappelijkbureaugroenlinks.nl/publicaties/metalen-voor-een-groen-en-digitaal-europa
Towards a circular energy transition:https://www.metabolic.nl/publications/towards-a-circular-energy-transition/
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35865-F.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.