35 854 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021 (Achtste incidentele suppletoire begroting inzake Coronamaatregelen)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 23 augustus 2021

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden

De vragen zijn op 24 juni 2021 voorgelegd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Bij brief van 20 augustus 2021 zijn ze door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De fungerend voorzitter van de commissie, Agema

De adjunct-griffier van de commissie, Heller

Vraag 1:

Kunt u specifiek aangeven op welke pagina in de stand van zaken brief COVID-19 van 11 mei 2021 (Kamerstuk 25 295, nr. 1179) en de stand van zaken brief COVID-19 van 28 mei (Kamerstuk 25 295, nr. 1241) wordt verwezen naar de maatregelen die in de achtste incidentele suppletoire begroting (ISB) worden aangekondigd ten aanzien van het vergroten van de capaciteit voor toegangstesten, het beschikbaar stellen van hulp aan Suriname en de meerkosten GGD voor het opzetten en bemensen van teststraten, bron- en contactonderzoek en vaccinatie?

Antwoord:

In onderstaand overzicht zijn de vindplaatsen in beide brieven opgenomen.

Maatregel

Brief van 11 mei, 25 295, nr. 1179

Brief van 28 mei, 25 295, nr. 1241

Capaciteit toegangstesten (spoor 2a)

H6 (Testen), p. 22 e.v.

H8 (Testen en traceren), p. 22 e.v.

Suriname

H10 (Vaccins), p. 37 e.v.

GGD meerkosten

H5 (Quarantaine), p. 20 e.v., H6 (Testen), p. 22 e.v., H8 (Vaccins), p. 42 e.v.

H.8 (Testen en traceren), p. 22 e.v., H10 (Vaccins), p. 37 e.v.

Vraag 2:

Betrof het alleen de aankondiging van de maatregelen of waren ook de budgettaire gevolgen reeds bekend?

Antwoord:

Het betrof alleen de beleidsmatige aankondiging van de maatregelen. De budgettaire gevolgen waren nog onvoldoende bekend en daarom niet vermeld in de brieven van 11 en 28 mei.

Vraag 3:

Kunt u in vervolg in de incidentele suppletoire begrotingen duidelijker verwijzen naar de passages van de aangekondigde maatregelen in voorgaande brieven en/of bijlagen, via het benoemen van het betreffende stuk en de paginanummers?

Antwoord:

Ja, in het vervolg zullen we verwijzen naar de aangekondigde maatregelen door het noemen van hoofdstukken en paragraaf uit het betreffende Kamerstuk en waar mogelijk ook het paginanummer.

Vraag 4:

Waarom zijn er twee suppletoire begrotingen zo kort na elkaar gedeeld (op 25 mei jl. en op 4 juni jl.)? Waarom konden deze niet in één keer voorgelegd worden?

Antwoord:

De zevende incidentele suppletoire begroting, aangeboden op 25 mei, betrof een belangrijke vaccinovereenkomst, die vanwege het voorkomen van een begrotingsrechtmatigheid tijdig aan uw Kamer verzonden moest worden vanwege de korte termijn waarop de verplichting hiervoor werd aangegaan en de overeenkomst werd gesloten. Op dat moment was nog niet exact bekend wat de budgettaire gevolgen waren zoals opgenomen in de achtste incidentele suppletoire begroting en moest besluitvorming hieromtrent nog worden afgerond. Dit maakte dat er in korte tijd twee suppletoire begrotingen zijn verzonden. Uiteraard heeft het onze voorkeur om zoveel mogelijk te bundelen.

Vraag 5:

Welk deel van de € 107,8 miljoen die beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van fase 3a van het toegangstesten zal naar verwachting naar winsten van commerciële testaanbieders gaan?

Antwoord:

Dit betreft middelen ten behoeve van toegangstesten fase 3a. Voorafgaand aan een nieuwe fase wordt er door het kabinet besloten over het al dan niet continueren van het toegangstesten. Stichting Open Nederland is de partij die de uitvoering van de toegangstesten coördineert en organiseert. De uitvoering van het toegangstesten is belegd bij commerciële testaanbieders die, door SON zijn gecontracteerd en op basis van de gestelde testvraag vanuit het ministerie hun testaanbod realiseren. De partijen krijgen betaald middels een tarief dat tot stand is gekomen na een marktverkenning. Dit tarief bestaat uit een vaste component voor de kosten die gemaakt worden om de testcapaciteit te realiseren en in stand te houden en een variabele component die compenseert voor de feitelijke uitvoering van de testen en met name personeelskosten betreft. De inzet van de testcapaciteit (de variabele kosten) probeert SON zo strak mogelijk op de daadwerkelijke testbehoefte te plannen. De winstmarge zal per testaanbieder verschillen en het is onbekend hoeveel die is.

Vraag 6:

Hoeveel zou het kosten om dezelfde hoeveelheid testen, die met de € 107,8 miljoen voor het toegangstesten via commerciële testaanbieders gerealiseerd worden, door de GGD uit te laten voeren?

Antwoord:

De GGD-en testen in het kader van publieke gezondheidszorg. Dat betreft het opsporen en bestrijden van Covid-19. Testen voor toegang loopt via de Stichting Open Nederland. De kosten die de GGD-en zouden maken om uitvoering te geven aan toegangstesten zijn niet door mijn ministerie berekend, noch is het makkelijk dit te doen. Dit hangt samen met de werkzaamheden en betrokken partijen/leveranciers die nodig zijn om teststraten voor testen voor toegang op te richten.

Vraag 7:

Waarom wordt de bijdrage voor Suriname ten laste gebracht van de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en niet bijvoorbeeld van het Ministerie van Buitenlandse Zaken? Waarom zijn er extra middelen opgenomen en is het bedrag niet gedekt ten laste van bestaande budgetten bij bijvoorbeeld het Ministerie van Buitenlandse Zaken?

Antwoord:

De aanvullende middelen die zijn opgenomen op de begroting van VWS betreffen onder meer kosten voor medische hulpmiddelen en daarmee relevant voor de VWS-begroting. Naast deze kosten heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken de transportkosten van de twee zuurstofcontainers en de vliegticketkosten van de Nederlandse medische professionals die ter plekke ondersteuning leveren gedekt vanuit haar begroting.

Vraag 8:

Er wordt extra geld beschikbaar gesteld voor de GGD voor het opzetten en bemensen van teststraten, bron- en contactonderzoek en vaccinatie, waarom is er nog extra geld nodig voor de eerste twee onderdelen (teststraten en bron- en contactonderzoek) aangezien het aantal besmettingen fors terugloopt?

Antwoord:

Gezien de onvoorspelbaarheid van het virus is besloten om de capaciteit, ook voor de teststraten en bron- en contactonderzoek overeind te houden, ook om mogelijke virushaarden in beeld te kunnen houden. Het is niet volledig mogelijk om de bemensing van de GGD volledig mee te laten bewegen met de epidemiologische situatie. Het risico hiervan is namelijk dat er tekorten kunnen ontstaan als het virus (gedeeltelijk) weer de kop opsteekt omdat opschaling bijvoorbeeld doordat het sluiten van contracten tijd kost. Er is derhalve gekozen om de bemensing te behouden om het virus te kunnen blijven opsporen en monitoren.

Naar boven