De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het parlement in 2020 heeft ingestemd met de Wet toetreding zorgaanbieders
(Wtza) en de bijbehorende aanpassingswet (AWtza), met daarin de openbare jaarverantwoordingsplicht
voor kleine zorgaanbieders;
overwegende dat in het amendement in de toelichting is opgenomen dat het vrijwel geen
invloed op de regeldruk voor zorgaanbieders heeft en de regeldruk beperkt zal zijn;
constaterende dat de Minister voor Medische Zorg en Sport zich heeft ingezet om de
uitvoering van het amendement met zo weinig mogelijk regeldruk vorm te geven;
overwegende dat de eerstelijnscoalitie van mening is dat ze vanaf volgend jaar te
maken krijgen met disproportionele lasten en kosten in hun dagelijkse werkzaamheden,
onder meer door uitgebreide vragenlijsten van het CBS;
constaterende dat er met het programma Ontregel de zorg juist ingezet wordt op minder
regeldruk;
spreekt uit nog steeds te staan achter het doel van het amendement om fraude te kunnen
bestrijden, maar dat dit met zo weinig mogelijk regeldruk moet gebeuren, want die
tijd kan niet besteed worden aan patiëntenzorg;
verzoekt de Minister, om opnieuw in gesprek te gaan met de eerstelijnscoalitie over
de uitvoeringsregeling jaarverantwoordingsplicht, om te kijken of er eventueel alternatieve
oplossingen zijn om hetzelfde doel te bereiken, te weten fraudebestrijding, en bijvoorbeeld
het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) nogmaals te laten kijken naar de regeldruk
en de proportionaliteit daarvan, en de Tweede Kamer daarover direct na het zomerreces
te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Aukje de Vries
Van den Berg