Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 27 januari 2021 en het nader rapport d.d. 30 april 2021, aangeboden aan de Koning
door de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister en de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van
State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 11 december 2020, no. 2020002538,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 27 januari 2021, nr. W16.20.0467/II, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft u hieronder aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 11 december 2020, no. 2020002538, heeft Uwe Majesteit, op
voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Justitie
en Veiligheid en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, bij de Afdeling advisering
van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende
goedkeuring en uitvoering van de op 7 juli 2020 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst
tussen de regering van de Franse Republiek, de regering van het Koninkrijk België,
de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van het Verenigd Koninkrijk
van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot wijziging en aanvulling van de Overeenkomst
tussen de regering van het Koninkrijk België, de regering van de Franse Republiek
en de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland met
betrekking tot het treinverkeer tussen België en het Verenigd Koninkrijk via de vaste
kanaalverbinding met protocol, gedaan te Brussel op 15 december 1993 (Trb. 2020, 67,
Trb. 2020, 107 en Trb. 2020, 128); Goedkeuring en uitvoering van de op 10 juli 2020 te 's-Gravenhage tot stand gekomen
Overeenkomst tussen de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en
Noord-Ierland en de regering van het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot
grenscontroles op het treinverkeer tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk via
de vaste kanaalverbinding (Trb. 2020, 69), met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen over het voorstel
van wet en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th. C. de Graaf
Het voorstel van wet geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding
tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om aan artikel 1, tweede lid, van het voorstel
van wet toe te voegen dat de vertaling in het Nederlands van het in dat lid bedoelde
verdrag is geplaatst in Tractatenblad 2021, 62.
Ik verzoek U, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid, het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de
memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok