35 817 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met een sluitingsbevoegdheid ten aanzien van publieke en besloten plaatsen wegens een uitbraak

Nr. 6 BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET WETSVOORSTEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juni 2022

Bij koninklijke boodschap van 22 april 2021 is het voorstel van wet tot wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met een sluitingsbevoegdheid ten aanzien van publieke en besloten plaatsen wegens een uitbraak, aangeboden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstuk 35 817, nrs. 1–2).

Bij brieven van 31 maart 2022 en 1 april 2022 heb ik de Tweede Kamer op de hoogte gesteld van mijn voornemen de reguliere procedure in gang te zetten voor het intrekken van bovengenoemd wetsvoorstel (Kamerstukken 35 526 en 25 295, DZ, p. 6 en Kamerstuk 35 526 en 25 295, EA, p. 34). Aanleiding voor dit voornemen was het streven van het kabinet het wettelijk instrumentarium ter bestrijding van de epidemie van covid-19 af te slanken. Daarna heeft, zoals bij u bekend, de Eerste Kamer op 17 mei 2022 het wetsvoorstel ter goedkeuring van de vijfde verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Kamerstuk 36 042) verworpen (Handelingen II 2021/22, nr. 28, item 7), waardoor hoofdstuk Va, met daarin tijdelijke bepalingen ter bestrijding van de epidemie covid-19, van de Wet publieke gezondheid met ingang van 20 mei 2022 is vervallen. Voortzetting van bovengenoemd wetsvoorstel sorteert daarom niet langer effect. Naar het oordeel van het kabinet is dit wetsvoorstel niet meer nodig. Daartoe gemachtigd door de Koning trek ik het voorstel van wet hierbij in.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven