35 795 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Evaluatie van het handelsbeleid – Een open, duurzaam en assertief handelsbeleid.

C BRIEF VAN LID VAN DE EUROPESE COMMISSIE, JOHANNES HAHN

Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking van de Eerste Kamer

Brussel, 5 augustus 2021

De Europese Commissie dankt de Eerste Kamer voor de opmerkingen en vragen van de leden van de fracties van GroenLinks, Partij voor de Dieren en SP over de Mededeling «Evaluatie van het handelsbeleid – Een open, duurzaam en assertief handelsbeleid» (COM(2021) 66 final). De Commissie waardeert de belangstelling en de steun voor de onderwerpen die in deze, op een brede en inclusieve openbare raadpleging gebaseerde mededeling aan bod komen.

Wat de doelstellingen van het handelsbeleid betreft, wordt er terecht geoordeeld dat vrijhandel niet als een op zichzelf staand doel mag worden beschouwd. Dat is juist de reden waarom in de mededeling over de evaluatie van het handelsbeleid de volgende kerndoelstellingen voor het handels- en investeringsbeleid van de EU worden geformuleerd: bijdragen aan het herstel en de fundamentele transformatie van de economie van de EU in overeenstemming met haar groene en digitale doelstellingen, creëren van mondiale regels voor een duurzamere en eerlijkere globalisering alsmede vergroten van de capaciteit van de EU om haar belangen na te streven en haar rechten af te dwingen, zo nodig ook op autonome wijze. De hervorming van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) is onze voornaamste prioriteit, en wij stellen uw steun in dit verband zeer op prijs. We moeten de multilaterale handelsregels namelijk actualiseren om ze in overeenstemming te brengen met de moderne economie en de sterk veranderde mondiale context. Een hervormd multilateraal handelsstelsel is verreweg de beste optie om de stabiliteit en de voorspelbaarheid tot stand te brengen die nodig zijn om spanningen op handelsgebied te voorkomen en de economische groei te stimuleren, en er zo voor te zorgen dat het handelsbeleid bijdraagt aan het aanpakken van de belangrijkste uitdagingen van onze tijd. De initiatieven die de EU onlangs in het kader van de WTO heeft ontplooid op het gebied van handel en klimaat of van handel en gezondheid zijn hier goede voorbeelden van.

E.B. van Apeldoorn Voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking van de Eerste Kamer

J.A. Bruijn Voorzitter van de Eerste Kamer

BRIEF VAN LID VAN DE EUROPESE COMMISSIE, JOHANNES HAHN

Een aantal van de vragen die zijn gerezen, betreft de kwestie van de sociale gevolgen van de globalisering en de liberalisering van de handel. Hoewel deze kwestie buiten het bestek van handel alleen valt, lijdt het geen twijfel dat de liberalisering van de handel over het algemeen tot een hogere levensstandaard in de EU heeft bijgedragen. Uit een recente studie van de Wereldbank1 blijkt dat voor de EU een toename van de handel met niet-EU-landen met één procentpunt gepaard gaat met een terugdringing van de armoede in alle EU-regio’s met ongeveer 0,4 procentpunt. Tevens hangen van de EU- uitvoer naar derde landen 35 miljoen banen in de EU en miljoenen banen bij haar handelspartners af. Wat de sociale gevolgen betreft, worden met de uitvoer verband houdende banen gemiddeld 12% beter betaald dan andere banen in de rest van de economie. In geval van aanpassingskosten als gevolg van de transitie in verband met de globalisering en technologische veranderingen kan de EU bovendien de getroffen werknemers steun verlenen via het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering2.

Wat de specifieke kwestie van de uitwerking van handel op de betalingsbalans betreft, kan worden opgemerkt dat macro-economische onevenwichtigheden niet worden gevoed door het handelsbeleid. Hoewel handelstekorten (en omgekeerd handelsoverschotten) als voorwendsel zijn gebruikt voor het opleggen van protectionistische beleidsmaatregelen, heeft het handelsbeleid vrijwel geen impact op dergelijke onevenwichtigheden3. Het Nederlandse goederen- en dienstenoverschot verschilt in dit opzicht niet van het Duitse. Een expansief begrotingsbeleid zoals financiering uit de faciliteit voor herstel en veerkracht kan dergelijke overschotten helpen afbouwen.

Bij het leggen van verbanden tussen handel en de strijd tegen de klimaatverandering komt veel meer kijken dan groei en handel op één lijn stellen met toename van emissies. Het handelsbeleid kan een positief effect op het milieu hebben, met name door ervoor te zorgen dat de hulpbronnen zo efficiënt mogelijk worden gebruikt, vooropgesteld dat de milieukosten worden doorberekend – daarom is koolstofbeprijzing van groot belang –, of door groene technologieën ingang te doen vinden, de handel in de componenten ervan te vergemakkelijken en onze onderhandelingsmacht (en marktmacht) in te zetten om het ambitieniveau van onze partners op het gebied van milieubeleid op te voeren.

Wat het toekomstige mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM) betreft, heeft de Commissie onlangs een voorstel ingediend, samen met een zeer ambitieuze reeks maatregelen (het «Fit for 55»-pakket), zoals een herziening van het emissiehandelssysteem, waardoor de EU-economie op koers komt te liggen om haar ambitieuze emissiereductiedoelstellingen te realiseren. Met het CBAM wordt beoogd het risico van koolstoflekkage aan te pakken, die optreedt wanneer de EU vanwege haar strenge klimaatdoelstellingen haar productie verplaatst naar derde landen waar de emissiegrenswaarden minder streng zijn. Dit leidt tot een wereldwijde toename van de emissies, waardoor de reductie-inspanningen van de EU en de wereldwijde inspanningen om de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs te verwezenlijken worden gedwarsboomd. De Commissie heeft in dit verband in het bijzonder oog voor de behoeften van ontwikkelingslanden. Zij is zich ervan bewust dat er een reeks initiatieven nodig is om hun groene transitie te ondersteunen. Hierbij valt onder meer te denken aan financiële steun, bevordering van klimaatprojecten en capaciteitsopbouw. Het CBAM- voorstel is in overeenstemming met de WTO-regels en voorziet in de nodige vormen van flexibiliteit om de oprechte inspanningen van landen en afzonderlijke importeurs te erkennen.

Veel vragen hebben betrekking op de veerkracht van de toeleveringsketens, die tijdens de COVID-19-crisis voor sommige producten inderdaad kwetsbaar zijn gebleken. Daarom werkt de Commissie aan een aantal initiatieven om beter voorbereid te zijn op de volgende pandemie, onder meer in het kader van de actualisering van de industriële strategie die op 5 mei 2021 is gepresenteerd met het doel om de veerkracht van de eengemaakte markt te verbeteren, ondersteund door een robuust mededingings- en handelsbeleid. Het handelsbeleid speelt een belangrijke rol bij het ondersteunen van de veerkracht van de toeleveringsketens door te voorzien in een stabiel, op regels gebaseerd handelskader en door gediversifieerde voorzieningsbronnen open te stellen.

Wat de specifieke kwestie van de toegang tot vaccins betreft, heeft universele en billijke toegang tot vaccins en behandelingen tegen COVID-19 voor de Europese Commissie prioriteit. Dit geldt met name als het gaat om ontwikkelingslanden die geen productiecapaciteit hebben of die over minder financiële middelen beschikken. De EU produceert grote hoeveelheden vaccins en voert gemiddeld 50% van de geproduceerde hoeveelheden uit, verstrekt op grote schaal financiële steun aan Covax – het initiatief voor wereldwijde toegang tot COVID-19-vaccins – en deelt haar vaccins zowel via Covax als bilateraal. Daarnaast zijn kwetsbare lage- en middeninkomenslanden vrijgesteld van het transparantie- en vergunningsmechanisme van de EU voor de uitvoer van vaccins. Het op regels gebaseerde mondiale handelsstelsel kan bijdragen tot snelle uitbreiding van de productie en verruiming van de billijke toegang tot COVID-19- vaccins en -geneesmiddelen. De problemen bij de toegang tot vaccins zullen niet worden opgelost door afstand te doen van intellectuele-eigendomsrechten; zij houden veeleer verband met het gebrek aan voldoende productiecapaciteit en productie-expertise om zo snel mogelijk de vereiste hoeveelheden te produceren. We moeten alles in het werk stellen om fabrikanten wereldwijd te helpen betrouwbare partners te vinden met wie zij hun expertise en technologie zouden kunnen delen. De Commissie neemt actief deel aan het debat in de WTO over gezondheidskwesties en heeft onlangs een voorstel ingediend waarin de belangrijkste elementen op het gebied van handel en gezondheid worden bijeengebracht: uitvoerbeperkingen en handelsfacilitatie, steun voor productievergroting alsmede een component die betrekking heeft op intellectuele eigendom, met name op dwanglicenties in het kader van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (Trips-Overeenkomst).

Tot slot wijst u er terecht op dat de COVID-19-pandemie duidelijk maakt hoe belangrijk een robuust en veerkrachtig voedselsysteem is dat burgers onder alle omstandigheden toegang tot een voldoende aanbod van betaalbaar voedsel kan garanderen. Een van de doelstellingen van de «van boer tot bord»-strategie is juist om een wereldwijde verschuiving naar duurzame voedselsystemen te promoten en het voortouw te nemen bij het vaststellen van mondiale milieunormen voor de voedselproductie. De bilaterale handelsovereenkomsten van de EU bieden mogelijkheden om behalve op voedselveiligheidsnormen ook op milieunormen aan te sturen. Onze overeenkomsten zijn platforms om bij deze kwesties met onze handelspartners samen te werken en samen met hen duurzamere productie en consumptie te bevorderen. Veel bilaterale overeenkomsten bevatten al hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling en over handel en milieu. In sommige overeenkomsten zijn bepalingen op gebieden als dierenwelzijn of het gebruik van antimicrobiële stoffen opgenomen. In de mededeling over de evaluatie van het handelsbeleid wordt ook aangekondigd dat de Commissie in de lopende en toekomstige onderhandelingen een nieuw hoofdstuk over duurzame voedselsystemen zal voorstellen. Dit hoofdstuk is al onderwerp van besprekingen met Chili, Australië, Nieuw- Zeeland en Indonesië.

De Commissie hoopt dat zij met deze toelichting voldoende is ingegaan op de kwesties die de Eerste Kamer onder haar aandacht heeft gebracht en kijkt ernaar uit de politieke dialoog voort te zetten.

Johannes Hahn Lid van de Commissie


X Noot
3

G. Felbermayr en Y. Yotov, «From Theory to Policy with Gravitas: A Solution to the Mystery of the Excess Trade Balances», Kiel Working Paper nr. 2138, 2019.

Naar boven