Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 mei 2022
Hierbij bied ik u antwoorden aan op vragen in uw aanvullend verzoek d.d. 15 april
jl.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte
Vragen
Is de Minister-President door de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) benaderd
over eventuele interesse in een positie als secretaris-generaal (SG)?
Voerde de Minister-President gesprekken in NAVO-verband bij zijn bezoeken aan Griekenland,
Albanië en Noord-Macedonië eind 2021?
Heeft de Minister-President over de opvolging van de SG NAVO gesproken in Griekenland,
Albanië en Noord-Macedonië en zo ja, kan de Minister-President dan aangeven met wie
en waarom?
Zal de Minister-President, als hij gevraagd wordt SG van de NAVO te worden, deze functie
weigeren?
Zijn er afspraken gemaakt over de opvolging van de Minister-President als hij voortijdig
vertrekt? Zo ja, welke?
Heeft de Minister-President zelf de brief ondertekend die de Ministers ondertekend
hebben? Zo ja, aan wie heeft jij die dan gericht? De leden van Volt en het lid Omtzigt
vragen om de brief te mogen ontvangen. En zo nee, wil hij dat dan alsnog doen?
Antwoorden
De vragen zijn gelijk aan de vragen die schriftelijk door mij, mede namens de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, zijn beantwoord op 6 april jl., Kamerstuk
35 788, nr. 174
Voor de beantwoording van de vragen in uw aanvullend verzoek verwijs ik naar deze
antwoorden, met inbegrip van het antwoord dat ik niet beschikbaar ben voor de functie
van SG van de NAVO en van het antwoord op de algemene vraag over de brieven van kandidaat-bewindspersonen.