35 777 Benoeming van een Voorzitter

Nr. 6 BRIEF VAN HET LID MARTIN BOSMA

Aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Amsterdam, 6 april 2021

Geachte mevrouw de griffier, waarde collega’s,

Zo kan het niet langer. De Kamer heeft de afgelopen decennia, maar in het bijzonder de afgelopen jaren, dramatisch aan invloed en relevantie ingeboet. Het toeslagenschandaal en het daaropvolgende verkennersdrama vormen daarvan de grote slotapotheose.

De Kamer is in haar fundamenten aangetast. Het informatierecht (artikel 68 Grondwet) is uitgehold. Onze invloed op de formatie is nihil. Het kabinet lijkt ons als een onderafdeling te beschouwen.

Ik kandideer mij voor het voorzitterschap van de Tweede Kamer. De belangrijkste inzet daarbij is het herstel van de Kamer als tegenmacht. Het kabinet is niet onze vijand, maar het vervult volgens het staatsrecht wel een volledig andere rol. Die rolverdeling is zoekgeraakt. Het dualisme moet hersteld worden. Dat zal topprioriteit hebben.

Met plezier zal ik leiding geven aan het dagelijkse werk van ons parlement. Ik zal de Kamerdebatten leiden zoals ik dat de afgelopen tien jaar gedaan heb: volstrekt neutraal. Strak waar het moet, los waar het kan. Het Algemeen Dagblad vatte dat samen als:

Bosma's stijl staat niet ter discussie. Gevat. Met humor en vooral: lekker snel. Zo gooit hij de turbo op de vaste uitdrukking «indien de motie in voldoende mate wordt ondersteund, maakt zij deel uit van de beraadslagingen». In het Bosmasiaans klinkt het zo: «Indie-motie-voldoe-maa-zij-deeluit-van-debera.» En hup, weer door.

Zo houdt hij de debatten kort, maar ook zijn collega's. Tegen een talmende Minister: «We willen graag voor half drie klaar zijn.» Of als een collega-PVV'er iets baldadig roept: «De bijdrage van de heer Van Dijck hebben we zojuist gehoord.» «Hij krijgt er de lachers mee op de hand. Voelt aan waar hij de losse hand kan hanteren, of juist formeel moet zijn.»

De kop van dat artikel luidde overigens: «Bosma beste voorzitter die de Kamer nooit zal hebben».

Ik werd lid van de Kamer in 2006. Sinds 2010 zit ik in het presidium. Als ondervoorzitter heb ik drie voorzitters mogen dienen. Door mijn lange staat van dienst ben ik goed bekend met een andere belangrijke taak: het leiding geven aan de Kamerorganisatie met zijn 800 werknemers. Ik ben intensief betrokken bij alle ontwikkelingen die de afgelopen tien jaar speelden, niet in de laatste plaats het gecompliceerde dossier inzake de verhuizing. In vele sollicitatieprocedures en interne reorganisaties heb ik een rol gespeeld.

Ik meen aan alle voorwaarden uit de profielschets te voldoen. Ik studeerde politieke wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam en sociologie aan de New School for Social Research te New York. Na een carrière in de journalistiek ging ik in 2004 aan het werk bij de Groep Wilders. Ik ben promovendus aan de Universiteit van Amsterdam.

Ik licht mijn ideeën graag toe in het debat van woensdag.

Vriendelijke groet,

Bosma

Naar boven