35 772 Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met de invoering van een centrale voorziening ter ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen

Nr. 12 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN LEIJTEN EN CEDER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 9

Ontvangen 3 februari 2022

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Aan artikel I, onderdeel A, wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 2.37g

Het college van burgemeester en wethouders treft bij het verrichten van onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven naar aanleiding van een mededeling als bedoeld in artikel 2.37d, passende maatregelen die strekken tot bescherming van de rechten en vrijheden en gerechtvaardigde belangen van de persoon van wie de gegevens betreffende het adres worden onderzocht, waarbij deze persoon ten minste het recht heeft op voorafgaande controle door menselijke tussenkomst.

Toelichting

Dit amendement regelt expliciet dat er een menselijke tussenkomst is bij de keuze van het college van burgemeester en wethouders om met een signaal van de Minister aan de slag te gaan, zoals ook de afdeling advisering van de Raad van State adviseerde te doen. De indieners zijn van mening dat de aanpassing van de memorie van toelichting van het wetsvoorstel er onvoldoende helderheid over schept dat een menselijke tussenkomst van toepassing is. Daarom is in dit amendement een vergelijkbare regeling getroffen als in artikel 40, tweede lid, van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming

De indieners hechten eraan te benadrukken dat de Algemene verordening gegevensbescherming vele vormen van gegevensbescherming en rechten van individuen regelt, maar dat dit in de praktijk vaak tot discussies leidt. Wanneer in de wet expliciet is opgenomen dat menselijke tussenkomst plaatsvindt wanneer een signaal wordt opgevolgd, is er sprake van meer toezicht op het signaal. De indieners achten dit wenselijk vanuit de ervaring dat via profilering adressen naar boven kunnen komen die in de werkelijkheid niet verdacht zijn of aan onderzoek onderhevig hoeven te zijn. Met standaard een menselijke tussenkomst is de kans groter dat signalen op basis van vooringenomen profilering er op voorhand uitgehaald worden.

Leijten Ceder

Naar boven