35 751 EU-voorstel: Gezamenlijke Mededeling: Naar een brede strategie met Afrika1

B BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR EUROPESE ZAKEN

Aan de Hoge Vertegenwoordiger en vicevoorzitter van de Europese Commissie, de heer J. Borrell

Den Haag, 29 maart 2021

De leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) van de Eerste Kamer der Staten-Generaal hebben met belangstelling kennisgenomen van de Gezamenlijke Mededeling van 9 maart 2020 van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger aan het Europees Parlement en de Raad met de titel «Naar een Brede Strategie met Afrika».2 De leden van de GroenLinks-fractie onderschrijven de keuze van investeringen en uitgangspunten van de strategie. Zij hebben in het kader van de politieke dialoog nog enkele vragen.

Met een totaalbedrag aan buitenlandse directe investeringen van 222 miljard euro is de Europese Unie verreweg de grootste investeerder in Afrika, ruim vóór de VS (42 miljard euro) en China (38 miljard euro). Hoe verhouden de investeringen van China zich ten opzichte van activiteiten buiten de besteding van de 38 miljard euro? Wat valt er allemaal onder deze bedragen en met nadruk ook wat niet? Zijn het slechts de import en export van producten? Zijn alle infrastructurele investeringen van China in deze meegenomen? Welke investeringen in de breedste zin van het woord doet China nog?

Hoe verhouden de investeringen van de EU zich tot die van China? In de strategie wordt gesproken over doelstellingen als vrede, stabiliteit, klimaatverandering en inclusieve groei. Komen deze doelen overeen met andere actoren die in Afrika investeren? Op welke manieren vindt er samenwerking en afstemming plaats met China om gezamenlijk doelstellingen te bereiken? Of is er eerder sprake van concurrentie tussen de EU en China in Afrikaanse landen of delen van Afrika? Hoe duidt de Europese Commissie de geopolitieke strategie ten opzichte van China met betrekking tot investeringen in Afrika?

In de strategie wordt nadruk gelegd op partnerschap en wederzijdse belangen en verantwoordelijkheden van Afrika en de EU in de toekomst. Kan de Europese Commissie een reflectie geven van het beleid van de EU tegenover Afrika van dit millennium, en hoe de belangen van Afrika en de EU daarin tegen elkaar afgewogen zijn? Wat zijn de lessen die de Commissie hieruit getrokken heeft, en hoe komen die terug in de strategie?

De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat EU-beleid ten opzichte van Afrika vaak juist eenzijdige belangen lijkt te dienen: de EU sluit een deal met Libië om irreguliere migratie naar Europa tegen te gaan, maar in de globale race voor coronavaccins geldt het recht van de sterkste, en wordt het verzoek van zo’n honderd minder welvarende landen om patenten op COVID-19-vaccines tijdelijk op te heffen in de WTO door de EU tegengehouden. Hoe onderbouwt de Commissie in dat licht de geloofwaardigheid van de intentie om in de nieuwe strategie op gelijke voet met Afrika samen te werken? Hoe kunnen de in de strategie gestelde prioriteiten in de samenwerking gerijmd worden met het tot nu toe gevoerde beleid?

Volledige eerbiediging van mensenrechten wordt in de strategie genoemd als een van de pilaren van de voorziene samenwerking. Hoe ziet de Europese Commissie deze doelstelling in het licht van de mensenrechtenschendingen die plaatsvinden op basis van huidig beleid, zoals migranten die in de context van de migratiedeal met Libië terechtkomen in detentiecentra met verschrikkelijke omstandigheden? Hoe zal de Commissie in de toekomst voorkomen dat EU-beleid bijdraagt aan, of gerelateerd kan worden aan mensenrechtenschendingen?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen graag aandacht van de Europese Commissie voor de schuldenproblematiek van Afrikaanse landen, in coördinatie met ook het IMF en de Wereldbank. Hoe kijkt de Commissie aan tegen schuldenkwijtschelding? En kan de Europese Commissie een appreciatie geven van de Nederlandse belastingconstructies van multinationals over hun activiteiten in Afrika?

De Nederlandse regering schrijft dat de EU «in de positie» is om op een geïntegreerde manier beleid te ontwikkelen en uit te voeren door het brede Europese instrumentarium. Welke onderdelen van het Nederlandse beleid dragen momenteel niet bij aan de geïntegreerde manier van beleid ontwikkelen door de Europese Commissie, zo vragen de leden van de GroenLinks-fractie.

De leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) kijken met belangstelling uit naar de antwoorden van de Europese Commissie en ontvangen deze graag zo snel mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden na dagtekening van deze brief.

Voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking E.B. van Apeldoorn


X Noot
1

Zie dossier E210004 opo www.europapoort.nl

X Noot
2

JOIN(2020)4, zie ook dossier E210004 op www.europapoort.nl.; ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

Naar boven