35 745 EU-voorstellen voor een verordening tot wijziging mandaat Europol1

A BRIEF VAN DE VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL/JBZ-RAAD EN VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan EU-commissaris, mevrouw Y Johansson

Den Haag, 1 maart 2021

De leden van de vaste commissies voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad en voor Justitie en Veiligheid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal hebben kennisgenomen van de op 9 december 2020 door de Europese Commissie gepubliceerde voorstellen COM(2020)796 en COM(2020)791. De leden van de GroenLinks-fractie en van de ChristenUnie-fractie leggen naar aanleiding van deze voorstellen graag de volgende vragen en opmerkingen aan u voor.

De leden van de GroenLinks-fractie onderschrijven het belang van het aanpakken van ernstige misdrijven met grensoverschrijdende effecten, zoals bijvoorbeeld het bestrijden van online kinderporno of van terroristische misdrijven. Deze leden achten het daarbij wel noodzakelijk dat binnen de grenzen van de wet gehandeld wordt. Deze leden beoordelen de voorstellen met name in het kader van de EU-strategie voor de veiligheidsunie2, waarvan ook de terrorismebestrijdingsagenda voor de EU3 deel uitmaakt. Dit laatste voorstel kreeg van Amnesty International de kritiek dat het vergrote toezicht en de decoderingsmethoden die daarin voorgesteld worden een «wrecking ball to our rights» zijn.4 In het licht daarvan achten de leden van de GroenLinks-fractie het van belang dat zeer streng wordt gekeken naar de waarborgen voor de rechten van burgers in de voorliggende voorstellen tot wijziging van de Europolverordening5 en de SIS-verordening6.

Ten aanzien van voorstel COM(2020)796 hebben de leden van de GroenLinks-fractie de volgende vragen:

  • 1. In het wijzigingsvoorstel wordt gesteld dat de EDPS en de functionaris gegevensbescherming toezicht zullen houden op het waarborgen van fundamentele rechten van burgers bij alle verwerking van persoonsgegevens. De leden vragen zich af hoe stringent de supervisie van deze twee organen is. Voor welke handelingen moet Europol expliciete toestemming van de EDPS krijgen? Heeft de EDPS de bevoegdheid om het uitwisselen van persoonsgegevens door Europol in bepaalde gevallen te blokkeren indien een schending van de fundamentele rechten van burgers geconstateerd of voorzien wordt? Wat is hierin de rol van de functionaris gegevensbescherming?

  • 2. Het is de leden van de GroenLinks-fractie nog enigszins onduidelijk hoe de fundamentele rechten van burgers worden gewaarborgd in de veranderingen die de Europese Commissie voorstelt. Deze leden vragen om een overzicht te geven van de waarborgen voor fundamentele rechten van kracht bij:

    • a. Het ontvangen van en overdragen van persoonsgegevens aan private actoren;

    • b. Het analyseren van grote datasets afkomstig uit lidstaten; en,

    • c. Het overdragen van persoonsgegevens aan derde landen en internationale organisaties.

  • 3. Het voorgestelde artikel 18bis geeft Europol de mogelijkheid om persoonsgegevens te verwerken die niet voldoen aan de vereisten van artikel 18, lid 5. In het voorgestelde artikel 18bis, lid 2, wordt gesteld dat een dergelijke verwerking gedaan mag worden in het geval het ondersteuning biedt aan het lopende specifieke strafrechtelijk onderzoek waarvoor het onderzoeksdossier is verstrekt. Kan de Europese Commissie verder toelichten waarom voor specifiek deze inperking gekozen is? En hoe wordt het begrip «ondersteuning» in deze context toegepast? Gaat het om informatie die noodzakelijk is, of is het een minder strakke aanduiding? Wie bepaalt of de verwerking noodzakelijk en evenredig is?

  • 4. In het voorgestelde artikel 39bis, lid 1, onderdeel f wordt aangegeven dat Europol in een register van alle categorieën verwerkingsactiviteiten onder meer bijhoudt, indien mogelijk, de beoogde termijnen waarbinnen de verschillende categorieën gegevens moeten worden gewist. Kan de Europese Commissie voorbeelden geven van momenten waarop het niet mogelijk is om de beoogde termijnen in te schatten of vast te stellen?

  • 5. Artikel 47 geeft betrokkenen de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de EDPS, indien zij van oordeel zijn dat de verwerking van hun persoonsgegevens door Europol niet aan de in dat artikellid genoemde EU-verordeningen voldoet. Heeft er een evaluatie plaatsgevonden van hoe dit soort klachten tot nu toe behandeld zijn? Is er een tijdslimiet waarbinnen de EDPS een klacht moet behandelen? Dezelfde vragen wensen de leden te stellen ten aanzien van de klachtprocedure, voorgesteld in artikel 68, lid 2, van COM(2020)791?

  • 6. Met artikel 57, vierde lid, wordt voorgesteld om lidstaten en derde landen ook de mogelijkheid te geven om bij overeenkomst financieel bij te dragen aan de financiële middelen van Europol. Hoe kijkt de Europese Commissie naar de relatie die hierdoor ontstaat? Ziet zij hier risico’s? Hoe wil zij voorkomen dat bepaalde lidstaten of derde landen een grote invloed krijgen op het werk van Europol?

  • 7. De bevoegdheid van de uitvoerend directeur van Europol om in bepaalde gevallen persoonsgegevens door te geven aan derde landen of internationale organisaties wordt uitgebreid met «categorieën van doorgiften van persoonsgegevens». Kan de Europese Commissie verder toelichten wat met deze uitbreiding wordt bedoeld?

    Gaat deze beslissing om buiten het «adequaatheidsbesluit», genoemd in artikel 25, lid 1, onder a? Zo ja, welke waarborgen gelden er in dat geval bij het overdragen van persoonsgegevens per beslissing van de uitvoerend directeur van Europol? Worden gegevens enkel overgedragen indien een land voldoende bescherming biedt? Wie maakt die beslissing, en hoe wordt daar toezicht op gehouden? Is de Europese Commissie voornemens een lijst van landen op te nemen die daaraan voldoen en wat wordt daarbij verstaan onder een «passend niveau van bescherming»?

  • 8. Voorgesteld wordt om artikel 30, lid 4, te schrappen, dat luidt:

    «4. Beslissingen van een bevoegde autoriteit met negatieve rechtsgevolgen voor een betrokkene mogen niet uitsluitend worden gebaseerd op geautomatiseerde verwerking van gegevens van het in lid 2 bedoelde type, tenzij de beslissing uitdrukkelijk is toegestaan door de nationale wetgeving of de wetgeving van de Unie.»

    Kan de Europese Commissie uitleggen waarom besloten is om dit artikellid te verwijderen? Betekent dit dat beslissingen met negatieve rechtsgevolgen nu wel uitsluitend mogen worden gebaseerd op geautomatiseerde gegevensverwerking van het in lid 2 bedoelde type gegevens?

Ten aanzien van voorstel COM(2020)791 hebben de leden van de GroenLinks-fractie nog de volgende vraag:

  • 9. In het nieuw voorgestelde artikel 37bis, lid 2, onder b, staat dat Europol uitsluitend een signalering in SIS mag invoeren van personen ten aanzien van wie er feitelijke aanwijzingen zijn of een redelijk vermoeden bestaat dat zij strafbare feiten zullen plegen die overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) 2016/794 onder de bevoegdheid van Europol vallen. Kan de Europese Commissie verder uitleggen wat «feitelijke aanwijzingen» en «redelijk vermoeden» in dit geval precies inhoudt? Zou dit niet verder ingeperkt moeten worden om een te ruime bevoegdheid te vermijden?

De leden van de ChristenUnie-fractie stellen vast dat sprake is van omvangrijke en ingrijpende wijzigingen van de Europolverordening en de SIS-verordening. Deze leden hebben de volgende drie vragen aan de Europese Commissie:

  • 1. Één van de voorstellen tot wijziging van de Europolverordening behelst het mogelijk maken dat Europol rechtstreeks persoonsgegevens van private partijen kan ontvangen en dat Europol lidstaten kan verzoeken om informatie op te vragen bij private partijen en deze met Europol te delen. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wie vervolgens de eigenaar is van de aan Europol door private partijen overgedragen informatie.

  • 2. De eerste vraag is ook van belang bij het voorstel dat Europol persoonsgegevens kan delen met private partijen om grootschalige verspreiding van terroristische content te voorkomen. Is Europol de eigenaar van deze persoonsgegevens? Is het juist dat Europol samenwerking kan initiëren met private partijen om de verspreiding van terroristische content te voorkomen? Doorkruist dit niet de rol van de lidstaten? Wat is de verantwoordelijkheid van de lidstaten in dit geheel?

  • 3. Wat betreft de wijzigingen in de SIS-verordening leeft bij de leden van de ChristenUnie-fractie de vraag op welke manier de informatie van derde landen wordt gewogen die verstrekt is aan Europol en bedoeld is om te worden opgenomen in het SIS. Hoe beoordeelt Europol of deze informatie voldoende kwaliteit heeft? Met andere woorden, hoe beoordeelt Europol of de informatie betrouwbaar is en hoe wordt zeker gesteld dat de rechten van de datasubjecten worden gerespecteerd?

De leden van de vaste commissies voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad en voor Justitie en Veiligheid zien uw reactie met belangstelling tegemoet en stellen het op prijs uw antwoord zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden na dagtekening van deze brief te ontvangen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad, Marjolein Faber-van de Klashorst

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Margreet de Boer


X Noot
1

Zie E210003 op www.europapoort.nl.

X Noot
2

COM(2020)605 final.

X Noot
3

COM(2020)795 final.

X Noot
5

Verordening (EU) 2016/794.

X Noot
6

Verordening (EU) 2018/1862.

Naar boven