35 744 Wijziging van de Wet luchtvaart ter implementatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2019/317 van de Commissie van 11 februari 2019 tot vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees luchtruim en tot intrekking van Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013 (PbEU 2019, L 56/1)

Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 18 november 2020 en het nader rapport d.d. 11 februari 2021, aangeboden aan de Koning door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 29 oktober 2020, nr. 2020002205, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 18 november 2020 nr. No.W17.20.0381/IV, bied ik U hierbij aan.

Bij Kabinetsmissive van 29 oktober 2020, no. 2020002205, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende de wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de uitvoering van uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 van de Commissie van 11 februari 2019 tot vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees luchtruim en tot intrekking van Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013 (PbEU 2019, L 56/1), met memorie van toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen inhoudelijke opmerkingen bij het voorstel.

De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.

De Afdeling adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.

De vice-president van de Raad van State,

Th.C. de Graaf

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. Zij adviseert het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer in te dienen.

De redactionele opmerkingen van de Afdeling zijn verwerkt in de memorie van toelichting bij het voorstel van wet.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no. W17.20.0381/IV

  • In de toelichting en de transponeringstabel aangeven op welke artikelen van de uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 het voorstel van toepassing is.

  • In de transponeringstabel, uitgesplitst naar artikellid, bij alle toepasselijke artikelen waarin beleidsruimte wordt gelaten aan de lidstaten toelichten of daar wel of geen gebruik van wordt gemaakt en wat de motivering hiervoor is.

  • In de transponeringstabel de opmerkingen «Behoeft naar zijn aard geen omzetting» schrappen en vervangen door de concrete reden daarvan (is rechtstreeks toepasselijk, betreft een feitelijke handeling of richt zich tot de Europese Commissie) en, indien het artikellid reeds is uitgevoerd, preciseren om welke bestaande, nationale maatregelen het gaat.


X Noot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven