35 735 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Vierde incidentele suppletoire begroting inzake extra steun voor de culturele en creatieve makers in verband met COVID-19)

35 776 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Zevende incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen opschalen initiatieven kunst en cultuur voor kwetsbare groepen in verband met COVID-19)

B1 MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 17 augustus 2021

Het voorbereidend onderzoek met betrekking tot de wetsvoorstellen Vierde incidentele suppletoire begroting inzake extra steun voor de culturele en creatieve makers in verband met COVID-19 en Zevende incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen opschalen initiatieven kunst en cultuur voor kwetsbare groepen in verband met COVID-19 heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen en het stellen van vragen. De leden van de PVV-fractie hebben van de beide wetsvoorstellen kennisgenomen. Zij stellen nog enkele vragen.

Diversiteitsbeleid

De leden van de PVV-fractie vragen waarom extra steun voor de kunst-, cultuur- en muzieksector in verband met COVID-19 mede wordt bepaald dan wel onder andere afhankelijk wordt gemaakt van het zogenaamde diversiteitsbeleid van de instelling, het orkest of de groep, en van ras/kleur van de uitvoerende kunstenaars en/of muzikanten. Ook vraagt de PVV-factie of de regering afstand neemt van deze vorm van discriminatie door de overheid die bij wet verboden is. En, zo nee, waarom niet?

De extra steun aan de culturele sector i.v.m. COVID-19 is via verschillende steunpakketten toegekend. Producerende instellingen in de culturele basisinfrastructuur (BIS) en musea in de Erfgoedwet hebben een tegemoetkoming in gederfde inkomsten gekregen. Zelfstandigen en makers in de culturele en creatieve sector zijn daarnaast ook geholpen via subsidieregelingen bij de Rijkscultuurfondsen. Bij deze toekenningen speelde het diversiteitsbeleid geen rol.

Als het gaat om de culturele basisinfrastructuur (BIS), gelden voor de periode 2021–2024 de subsidievoorwaardes om zowel de Fair Practice Code, de Governance Code Cultuur als de Code Diversiteit en Inclusie te onderschrijven. Hoe culturele instellingen daar invulling aan geven, is aan hen. Zij hebben hun voornemens beschreven in de activiteitenplannen, welke de Raad voor Cultuur heeft beoordeeld. De Raad voor Cultuur heeft mij vervolgens geadviseerd over de BIS. Op 15 september 2020 zijn de besluiten over de BIS naar de Tweede Kamer verstuurd middels de Prinsjesdagbrief.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Herdruk vanwege fout in opschrift.

Naar boven