Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2021
In de brief over het BIT-advies Grensverleggende IT (GrIT) van 2 november 2020 (Kamerstuk
31 125, nr. 115) heb ik toegezegd uw Kamer de definitieve business case voor GrIT toe te sturen na
de definitieve gunning. Daarnaast heb ik tijdens het algemeen overleg over GrIT van
10 december 2020 (Kamerstuk 31 125, nr. 117), in reactie op vragen van het lid-Belhaj (D66), aangegeven te bezien in hoeverre
het mogelijk is om (delen van) de business case openbaar aan uw Kamer aan te bieden.
Middels deze brief doe ik deze toezeggingen gestand.
Het volledig of gedeeltelijk in openbaarheid aanbieden van de business case is niet
mogelijk gebleken. Dit om meerdere redenen. Zo is een groot deel commercieel-vertrouwelijk,
vanwege de financiële informatie van en over Defensie die erin is opgenomen. Deze
informatie schetst de marktpositie en onderhandelingsruimte van Defensie. Deze commercieel-vertrouwelijke
informatie is essentieel voor de business case. Dat dit niet openbaar gemaakt kan
worden betekent dat er weinig tot geen meerwaarde zit in het openbaar aanbieden van
(delen van) de business case.
Verder geldt dat, alhoewel de overkoepelende overeenkomst met het Athena-consortium
is afgerond, Defensie de uitvoeringsplannen nog in opdracht moet geven. Dit geschiedt
in blokken, die ook worden aangeboden aan het Adviescollege ICT-toetsing (voorheen
BIT). Hierbij is bewust de mogelijkheid open gehouden om blokken van andere externe
leveranciers af te kunnen nemen. Wanneer Defensie hiertoe besluit, zullen hiervoor
nieuwe aanbestedingen moeten worden uitgevoerd. Openbaring van de business case zou
de onderhandelingspositie van Defensie in de toekomst ondermijnen.
Tevens beschrijft de business case concrete risico’s die Defensie ziet in de samenwerking
met Athena. Dit wordt ook gerekend tot commercieel-vertrouwelijke informatie.
Hierbij bied ik uw Kamer daarom de definitieve business case in zijn volledigheid,
maar vertrouwelijk, aan1. De business case die ik uw Kamer op 2 november jl. toestuurde betrof de concept
definitieve business case, omdat op dat moment nog niet tot gunning was over gegaan.
In de definitieve business case hebben zich beperkte wijzigingen voorgedaan.
Enerzijds zijn deze wijzigingen veroorzaakt door een lichte toename van inzet van
defensiepersoneel in de gemengde teams en door het doorvoeren van de prijsindexatie
2021, anderzijds door kortingen die zijn bedongen in de onderhandelingen en andere
meevallers. Tot slot is een innovatiebudget opgenomen en is het risicobudget verhoogd.
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser