Het voorbereidend onderzoek geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende
opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
Inleiding:
De leden van de D66-fractie hebben met belangstellig kennisgenomen van de voorliggende incidentele suppletoire
begroting inzake de herijking van het Steun- en herstelpakket. Zij hebben een enkele
vraag aan de regering.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel Incidentele suppletoire begroting
SZW 2021 inzake de herijking van het Steun- en herstelpakket en hebben hierover nog
enige vragen en opmerkingen aan de regering.
Vraag van de leden van de D66-fractie:
Tijdens het debat op 10 november 20202 met de Minister van SZW over de Vierde incidentele suppletoire begroting inzake steun-
en herstelpakket3 heeft het lid Moonen van D66 aan de orde gesteld de maximale maandloonvergoeding
van de NOW te verlagen. Die vergoedingen kunnen nu immers oplopen tot 9.538 euro per
maand en de vraag is of dit wijs en proportioneel is, zeker wanneer de coronacrisis
langer gaat duren. De Minister heeft hierop geantwoord dat in de eerste fase van de
NOW bewust deze hogere vergoeding van twee keer het sv-dagloon is toegestaan met als
motivering dat mensen anders sneller ontslagen zouden worden als men deze vergoeding
zou verlagen. Maar in het Steun- en herstelpakket voor de derde fase, de periode van
1 april tot 1 juli, gaf de Minister aan om de vergoeding te normaliseren naar één
keer het sv-dagloon. Dit vanuit het argument van de overheidsfinanciën en de lange
termijn normalisatie.
Kan de regering aangeven waarom alsnog is afgezien van deze versobering naar één keer
het sv-loon?
Vragen van de leden van de SP-fractie:
Na in 2020 al 48,5 miljard euro beschikbaar gesteld te hebben voor sociaal-economische
maatregelen vanwege de effecten van de coronapandemie, stelt de regering voor dit
jaar nog eens 25 miljard euro beschikbaar, met name voor steunmaatregelen aan ondernemers
in het kader van de NOW, de TVL, de TOZO en de TONK. Met die steunmaatregelen poogt
de regering bedrijven overeind te houden ondanks wegval van productie en afzet, teneinde
daarmee werkgelegenheid niet te laten vervallen.
Welke resultaten denkt de regering te bewerkstelligen met het beschikbaar stellen
van de nieuwe middelen, toegespitst op de verruimingen in de NOW en de TVL?
Welk beroep is er inmiddels gedaan op de TONK, zowel wat betreft aanvragen, als toekenningen?
Wanneer krijgen gemeenten de beschikking over de TONK-middelen? Is het gelukt een
versnelde uitbetaling mogelijk te maken?
Waarom verruimt de regering wel de NOW en TVL maar ziet ze af van het schrappen van
de partnertoets in de TOZO, hoewel de nood bij zelfstandigen alleen maar groter geworden
is? Wat zou het schrappen van de partnertoets aan middelen vergen?
De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid zien de antwoorden
van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen vier weken.
De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Sent
De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van der Bijl