35 668 Wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie in verband met beperking van de CO2-emissie

Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID LEIJTEN

Ontvangen 11 mei 2021

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel D een onderdeel ingevoegd, luidende:

Da

Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a

  • 1. Er is een fonds waaruit uitkeringen kunnen worden gedaan aan werknemers van een productie-installatie.

  • 2. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over het fonds en de wijze waarop de uitkeringen worden verstrekt.

  • 3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

Met dit amendement beoogt de indiener het kolenfonds vast te leggen in de wet. Indiener is van mening dat de energietransitie hand in hand moet gaan met sociale oplossingen voor werknemers van kolencentrales, voor wie het verbod op kolen verregaande gevolgen heeft. Het uitblijven van concrete plannen staat in wrang contrast met de subsidies voor investeerders. Dit amendement zorgt ervoor dat voldoende geld wordt gereserveerd voor oplossingen voor werknemers van de nog te sluiten kolencentrales, minimaal gelijk aan de regeling die is getroffen voor werknemers van de Hemweg-centrale. Dit is in lijn met de in december 2020 aangenomen motie-Beckerman over een goede oplossing voor de medewerkers van de Onyx-kolencentrale (Kamerstuk 32 813, nr. 627).

Leijten

Naar boven