Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 28 oktober 2020 en het nader rapport d.d. 1 december 2020, aangeboden aan de
Koning door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het advies van de
Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 2 oktober 2020, no. 2020002025, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, bij de Afdeling advisering
van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging
van de Wet dieren in verband met de uitvoering van de herziene Europese wetgeving
over diergeneesmiddelen en gemedicineerde diervoeders, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 2 oktober 2020, nr. 2020002025,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 28 oktober 2020, nr. W11.20.0355/IV, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele aanpassingen in het wetsvoorstel en
de memorie van toelichting aan te brengen. Voorgesteld wordt de Wet op de economische
delicten (WED) in overeenstemming te brengen met de voorgestelde wijzigingen van de
Wet dieren. De WED verwijst naar artikelen uit de Wet dieren die met dit wetsvoorstel
worden ingetrokken of gewijzigd. Met de voorgestelde wijzigingen in de WED wordt dit
aangepast. Daarnaast zijn de transponeringstabellen in de memorie van toelichting
verder verduidelijkt.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde
memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten