35 625 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs met het oog op de verbetering van de rechtsbescherming van mbo-studenten

Nr. 17 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BISSCHOP TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 15

Ontvangen 3 februari 2022

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel N, wordt in het voorgestelde artikel 7.5.1, derde lid, eerste zin, «en een beroep of bezwaar» vervangen door «dan wel beroep of bezwaar», wordt na «paragraaf 2» ingevoegd «van deze titel», en wordt «genomen beslissing van een orgaan van een instelling dan wel het ontbreken ervan op grond van deze wet en daarop gebaseerde regelingen» vervangen door «schriftelijke beslissing van een orgaan van een instelling inhoudende een rechtshandeling op grond van deze wet en daarop gebaseerde regelingen, vanwege het ontbreken van een dergelijke beslissing dan wel vanwege een geschil met betrekking tot het maken, wijzigen of uitvoeren van afspraken als bedoeld in artikel 8.1.3a, eerste lid,».

II

In artikel I, onderdeel Q, wordt het voorgestelde artikel 7.5.7 als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De geschillenadviescommissie brengt aan het bevoegd gezag advies uit over bezwaren met betrekking tot schriftelijke beslissingen van organen van een instelling inhoudende een rechtshandeling op grond van deze wet en daarop gebaseerde regelingen dan wel met betrekking tot het ontbreken van een dergelijke beslissing. De vorige volzin is niet van toepassing op beslissingen als bedoeld in artikel 7.5.4.

2. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2a. De geschillenadviescommissie neemt tevens kennis van geschillen tussen studenten of vavo-studenten en het bevoegd gezag van een instelling met betrekking tot het maken, wijzigen en uitvoeren van de afspraken, bedoeld in artikel 8.1.3a, eerste lid.

III

In artikel I, onderdeel R, wordt in het voorgestelde artikel 7.5.9, eerste lid, eerste volzin, «Een beslissing» vervangen door «Een schriftelijke beslissing» en wordt na «instelling» ingevoegd «inhoudende een rechtshandeling».

IV

Artikel II, onderdeel A, komt te luiden:

A

Artikel 7.59a, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Een betrokkene dient een klacht als bedoeld in artikel 7.59b dan wel beroep of bezwaar als bedoeld in paragraaf 2 van deze titel vanwege een schriftelijke beslissing van een orgaan van een instelling inhoudende een rechtshandeling op grond van deze wet en daarop gebaseerde regelingen dan wel vanwege het ontbreken van een dergelijke beslissing in bij de faciliteit. Indien het een beroep of bezwaar van een betrokkene aan een openbare instelling betreft, is artikel 6:4, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

V

Artikel II, onderdeel B, komt te luiden:

B

Artikel 7.63a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De geschillenadviescommissie brengt aan het instellingsbestuur advies uit over bezwaren met betrekking tot schriftelijke beslissingen van organen van de instelling inhoudende een rechtshandeling op grond van deze wet en daarop gebaseerde regelingen dan wel met betrekking tot het ontbreken van een dergelijke beslissing. De vorige volzin is niet van toepassing op beslissingen als bedoeld in artikel 7.61.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Het instellingsbestuur kan een commissie belasten met de behandeling van en advisering over zowel bezwaren als bedoeld in het tweede lid als klachten als bedoeld in artikel 7.59b, onverminderd het bepaalde bij of krachtens dit artikel en de artikelen 7.59b en 7.63b.

VI

In artikel II, onderdeel E, wordt in het voorgestelde artikel 7.64, eerste lid, eerste volzin, «Een beslissing» vervangen door «Een schriftelijke beslissing» en wordt na «instelling voor hoger onderwijs» ingevoegd «inhoudende een rechtshandeling».

VII

In artikel III, onderdeel L, wordt in het voorgestelde artikel 7.5.1, derde lid, eerste zin, «en een beroep of bezwaar» vervangen door «dan wel beroep of bezwaar», wordt na «paragraaf 2» ingevoegd «van deze titel», en wordt «genomen beslissing van een orgaan van een instelling dan wel het ontbreken ervan op grond van deze wet en daarop gebaseerde regelingen» vervangen door «schriftelijke beslissing van een orgaan van een instelling inhoudende een rechtshandeling op grond van deze wet en daarop gebaseerde regelingen, vanwege het ontbreken van een dergelijke beslissing dan wel vanwege een geschil met betrekking tot het maken, wijzigen of uitvoeren van afspraken als bedoeld in artikel 8.1.5a, eerste lid,».

VIII

In artikel III, onderdeel N, wordt het voorgestelde artikel 7.5.5 als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De geschillenadviescommissie brengt aan het bevoegd gezag advies uit over bezwaren met betrekking tot schriftelijke beslissingen van organen van een instelling inhoudende een rechtshandeling op grond van deze wet en daarop gebaseerde regelingen dan wel met betrekking tot het ontbreken van een dergelijke beslissing. De vorige volzin is niet van toepassing op beslissingen als bedoeld in artikel 7.5.3.

2. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2a. De geschillenadviescommissie neemt tevens kennis van geschillen tussen studenten of vavo-studenten en het bevoegd gezag van een instelling met betrekking tot het maken, wijzigen en uitvoeren van de afspraken, bedoeld in artikel 8.1.5a, eerste lid.

Toelichting

Volgens de regering vallen bezwaren tegen de uitvoering van afspraken over extra ondersteuning voor studenten met een handicap of chronische ziekte niet onder de competentie van de geschillenadviescommissie en zullen studenten hiervoor een procedure bij de burgerlijke rechter moeten aanspannen.1 Voor zover voor deze bezwaren toch de bestuursrechtelijke procedure zou kunnen worden gevolgd, vindt de indiener het met het oog op de studenten niet verantwoord deze ontwikkeling aan een mogelijk jarenlange strijd in de rechtspraktijk over te laten.

De indiener vindt het onwenselijk dat voor geschillen over het bieden van passende ondersteuning op grond van de afspraken een hogere drempel wordt opgeworpen. Evenals in het funderend onderwijs zou daarom ook voor deze specifieke categorie geschillen een laagdrempelige commissie beschikbaar moeten zijn. De indiener kiest hierbij voor de geschillenadviescommissie.

Het amendement regelt dat de geschillenadviescommissie advies uitbrengt aan het bevoegd gezag over geschillen tussen studenten en instellingen die ontstaan bij het uitvoeren van de ondersteuningsafspraken, of bij het maken of wijzigen daarvan.2 Het bevoegd gezag dient binnen tien weken na ontvangst van het bezwaar een (schriftelijke) beslissing te nemen. Tegen deze beslissing staat op grond van het voorgestelde artikel 7.5.9, eerste lid, WEB beroep open bij de Raad van State.

Dit amendement bevat eveneens een aantal wijzigingen die het begrip «beslissing» in de artikelen over de toegankelijke faciliteit, de geschillenadviescommissie en het beroep op de Raad van State in de WEB en WHW nauwer doen aansluiten bij het besluitbegrip in de Algemene wet bestuursrecht, door te regelen dat het gaat om schriftelijke beslissingen die een rechtshandeling inhouden.3

In specifieke omstandigheden kunnen onder het begrip «beslissing» ook handelingen worden verstaan die weliswaar geen besluit zijn, maar met het oog op een effectieve rechtsbescherming wel met een besluit gelijk te stellen zijn. Zo heeft het CBHO in een zaak bijvoorbeeld bepaald dat een aan een student gegeven (schriftelijke) waarschuwing vanuit een oogpunt van effectieve rechtsbescherming met een Awb-besluit gelijk te stellen was.4 Dit amendement brengt geen verandering in de mogelijkheid rechtsbescherming in de vorm van bezwaar en beroep open te stellen tegen dergelijke handelingen.5

Bisschop


X Noot
1

Kamerstukken II 2020/21, 35 625, nr. 4, p. 12 en 13, en nr. 6, p. 20.

X Noot
2

De indiener wil voorkomen dat bezwaar en beroep tegen gemaakte of gewijzigde ondersteuningsafspraken (dan wel tegen het niet maken of wijzigen van zulke afspraken) niet zou open staan op grond van het feit dat de afspraken, als overeenkomst, een meerzijdig karakter hebben en op grond daarvan niet kunnen worden beschouwd als (eenzijdige) «beslissing» in de zin van artikelen 7.5.1, 7.5.7 en 7.5.9 WEB.

X Noot
3

Zie M. Claessens, Een analyse van het wetsvoorstel «versterking rechtspositie en rechtsbescherming mbo-student» vanuit het perspectief van het algemeen bestuursrecht, Nederlands tijdschrift voor onderwijsrecht 2021/4, paragraaf 3.3.3.

X Noot
4

CBHO 12 oktober 2018, 2018/092.

X Noot
5

Vgl. Kamerstukken II 2020/21, 35 625, nr. 3, p. 38 en nr. 4, p. 10.

Naar boven