Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 februari 2021
Tijdens het plenaire debat op 11 februari jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 56, debat
over wetsvoorstellen tot samenvoeging en herindeling van gemeenten) over het wetsvoorstel
tot samenvoeging van de gemeenten Landerd en Uden (Kamerstuk 35 619) hebben de leden Van der Molen en Özütok een amendement (Kamerstuk 35 619, nr. 7) ingediend. Het amendement strekt ertoe de kern Schaijk, nu onderdeel van de gemeente
Landerd, toe te voegen aan de gemeente Oss in plaats van aan de nieuw te vormen gemeente
Maashorst. De stemming over dit amendement is uitgesteld naar 25 februari a.s. omdat
het nog niet compleet was, er ontbrak namelijk nog een bijbehorende kaart. Met deze
brief laat ik uw Kamer weten dat deze kaart inmiddels is gemaakt en – indien deze
wordt toegevoegd aan het amendement – er geen wetstechnische belemmeringen meer zijn
om het amendement in stemming te brengen. Ik wil uw Kamer evenwel nog steeds ontraden
om het amendement aan te nemen, omdat dit afbreuk doet aan de zorgvuldigheid van het
herindelingsproces, consequenties heeft voor de nieuwe gemeente die wij nog niet kunnen
overzien en het draagvlak voor de herindeling hiermee wegvalt. Inmiddels is door de
leden Van der Molen en Özütok tevens een amendement ingediend (Kamerstuk 35 619, nr. 11) dat als strekking heeft om de voorliggende herindeling na twee jaar te evalueren,
in het bijzonder ten aanzien van de positie van en het draagvlak in de kernen Schaijk
en Reek. Met deze brief wil ik uw Kamer een korte appreciatie geven van dat amendement.
Herindeling van onderop
Aan het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Landerd en Uden is een langdurig
democratisch proces voorafgegaan in beide gemeenten. Zoals ik in het plenaire debat
ook heb betoogd, zou een amendement om Schaijk aan Oss toe te voegen, een breuk betekenen
met het principe dat het kabinet en uw Kamer altijd hoog hebben gehouden, namelijk
dat herindeling van onderop plaats moet vinden aangezien het lokale bestuur dichtbij
haar inwoners staat. Die nabijheid van bestuur is ook juist in deze situatie van belang.
Want hoewel er een groep inwoners is die liever zou zien dat Schaijk bij Oss wordt
gevoegd, is er ook een groep inwoners die juist graag wil dat Schaijk onderdeel wordt
van de gemeente Maashorst. In dit kader wijs ik u op de petitie1 die kort na het plenaire debat is gestart door inwoners van Schaijk die wel bij de
nieuwe gemeente Maashorst willen horen. Op basis van informatie van de gemeenten blijkt
dat deze petitie op het moment van schrijven vaker ondertekend is dan de petitie van
de actiegroep uit Schaijk die tegen deze herindeling is. Hoe de verhouding tussen
voor- en tegenstanders precies is, is onduidelijk. Maar beide geluiden zijn nadrukkelijk
in de raden van Landerd en Uden gewogen in de procedure die leidde tot het opstellen
van het herindelingsadvies. Ik zie daarom geen reden om af te wijken van het herindelingsvoorstel
dat beide gemeenten na ampele overweging hebben gedaan, waarin zij worden gesteund
door de provincie Noord-Brabant en waarvoor de voorbereidingen inmiddels voortvarend
ter hand zijn genomen.
Amendement evaluatie na twee jaar
Tegen de achtergrond van het voorgaande geef ik uw Kamer mijn appreciatie van het
amendement dat beoogt de herindeling – en in het bijzonder de positie van de kernen
Schaijk en Reek daarin – te evalueren. Deze evaluatie is wat mij betreft niet strikt
noodzakelijk, maar ik acht haar uitvoerbaar als brede evaluatie van de gehele nieuwe
gemeente. Want hoewel ik begrip heb voor de bijzondere aandacht voor de kernen Schaijk
en Reek, zou ik willen voorkomen dat dit ertoe leidt dat de nieuwe gemeente Maashorst
met een «aangetrokken handrem» gaat bouwen aan de nieuwe gemeente. Daar staat tegenover
dat een zelfbewuste gemeente wat mij betreft moet durven reflecteren op het eigen
functioneren. Daarnaast is het amendement in lijn met de motie Snoeren die uw Kamer
heeft aangenomen bij de behandeling van het wetsvoorstel voor samenvoeging van Heerhugowaard en Langedijk (Kamerstuk 35 621, nr. 8). Met de voorgestelde evaluatie wordt recht gedaan aan het gevolgde democratische
proces in Landerd en Uden, maar ook aan de zorgen vanuit uw Kamer. Om die reden wil
ik het oordeel over dit amendement dan ook aan uw Kamer laten.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren