35 613 Wijziging van de Wet arbeid en zorg, de Wet flexibel werken en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad (PbEU 2019, L 188) (Wet betaald ouderschapsverlof)

Nr. 14 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID JASPER VAN DIJK TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 13

Ontvangen 30 maart 2021

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «2.» geplaatst en in de tekst wordt «Aan artikel 4:2b» vervangen door «Er».

2. Voor onderdeel 2 (nieuw) worden een aanhef en een onderdeel ingevoegd, luidende:

Artikel 4:2b wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot voor de punt wordt ingevoegd «, maar naar rato van de overeengekomen arbeidsduur ten minste het loon, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag».

b. Er wordt een zin toegevoegd, luidende: Bij de berekening van de uitkering wordt uitgegaan van een arbeidsduur van 40 uren per week.

3. In onderdeel 2 (nieuw) wordt in het zevende lid «70%» vervangen door «100%».

II

In artikel I, onderdeel E, wordt voor onderdeel 1 een onderdeel ingevoegd, luidende:

01. In het eerste lid wordt na de eerste zin een zin ingevoegd luidende: Bij de aanvraag wordt de arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling van de werknemer aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen overgelegd.

III

In artikel I, onderdeel I, wordt artikel 6:3 als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot voor de punt wordt ingevoegd «, maar naar rato van de overeengekomen arbeidsduur ten minste het loon, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag».

b. Er wordt een zin toegevoegd, luidende: Bij de berekening van de uitkering wordt uitgegaan van een arbeidsduur van 40 uren per week.

2. In het zevende lid wordt «50%» vervangen door «100%».

IV

In artikel I, onderdeel J, wordt in artikel 6:3a, eerste lid, na de eerste zin een zin ingevoegd, luidende:

Bij de aanvraag wordt de arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling van de werknemer aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen overgelegd.

Toelichting

Met het amendement wil de indiener ervoor zorgen dat niemand onder het wettelijk minimumloon betaald wordt, als aanspraak bestaat op het ouderschapsverlof of het geboorteverlof. Dit gebeurt naar rato van het aantal gewerkte uren.

Jasper van Dijk

Naar boven