35 606 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met een vereenvoudiging van de bestuurlijke inrichting van het stelsel voor beroepsonderwijs door omvorming van het aoc tot verticale scholengemeenschap en een andere invulling van bevoegd gezag (Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs)

Nr. 18 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 15 juni 2021

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel I, onderdeel KK, wordt het volgende onderdeel ingevoegd:

KKa

Artikel 8a.2.4. Advies- en instemmingsbevoegdheden ouderraad vsg

1. Een ouderraad van een verticale scholengemeenschap heeft instemmingsbevoegdheid met betrekking tot voorgenomen beslissingen van het bevoegd gezag ten aanzien van:

a. de vaststelling van de schoolgids voor een school,

b. de vaststelling of wijziging van de hoogte en de vaststelling of wijziging van de bestemming van de middelen die van de ouders wordt gevraagd zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat dan wel zijn ontvangen op grond van een overeenkomst die door de ouders is aangegaan;

c. de vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het beheersbaar houden van de middelen die van de ouders worden gevraagd voor schoolkosten, met uitzondering van lesmateriaal als bedoeld in artikel 6 e, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, die door het bevoegd gezag noodzakelijk worden bevonden;

d. vaststelling of wijziging van een regeling over het verwerken van en de bescherming van persoonsgegevens van ouders;

e. vaststelling of wijziging van het beleid ten aanzien van de uitwisseling van informatie tussen het bevoegd gezag en ouders.

2. De ouderraad van een verticale scholengemeenschap heeft adviesbevoegdheid met betrekking tot voorgenomen beslissingen van het bevoegd gezag ten aanzien van:

a. regeling van de gevolgen voor ouders met betrekking tot een afgelegenheid omtrent beëindiging, belangrijke inkrimping, uitbreiding van werkzaamheden van een school of een belangrijk onderdeel daarvan, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake;

b. regeling van de gevolgen voor ouders van het aangaan, verbreken of belangrijk wijzigen van een duurzame samenwerking met een andere school of instelling, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake;

c. verandering of omzetting van de grondslag van de school, of een onderdeel daarvan, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake.

3. Artikel 8a.2.2, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Deze vierde nota van wijziging is nagenoeg volledig technisch van aard. Met dien verstande dat wel nog preciezer is aangesloten bij de tekst van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS). In artikel 14, tweede lid, onderdeel a, juncto artikel 11, eerste lid, onderdeel d, WMS wordt het instemmingsrecht voor de oudergeleding van een medezeggenschapsraad beperkt tot «regeling van de gevolgen voor de ouders» van een voorgenomen beslissing. Deze nuancering wordt overgenomen in het voorgestelde artikel 8a.2.4, tweede lid, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Voor het overige is de tekst gelijkluidend aan hetgeen in onderdeel E van de derde nota van wijziging is voorgesteld. Abusievelijk ontbrak daar echter de wijzigingsopdracht waardoor het voorgestelde artikel 8a.2.4 WEB niet kon worden opgenomen in het wetsvoorstel. Dit wordt met deze nota van wijziging gecorrigeerd.

Voor het gemak wordt de toelichting bij dit onderdeel, die verder gelijkluidend is aan hetgeen is vermeld in de derde nota van wijziging, nogmaals opgenomen.

Het nieuwe artikel 8a.2.4 WEB kent alle specifieke rechten die de oudergeleding van een medezeggenschapsraad van een school voor voortgezet onderwijs nu reeds heeft op grond van artikel 14, eerste en tweede lid, WMS ook toe aan een ouderraad onder de WEB, voor zover er sprake is van een verticale scholengemeenschap.

Met twee kanttekeningen: indien een studentenraad een adviesrecht heeft voor een bepaald onderwerp, krijgt de ouderraad dat ook. Zij verliest daarmee dus zijn instemmingsrecht dat het als oudergeleding op grond van artikel 14 WMS had. En tweede: indien er geen medezeggenschapsrecht voor een bepaald onderwerp uit artikel 14 WMS bestaat voor de studentenraad, wordt er ook geen wettelijk recht gecreëerd voor een ouderraad in een verticale scholengemeenschap. Dit is alleen uit de aard van de zaak anders voor het specifieke instemmingsrecht omtrent de uitwisseling van informatie tussen ouders en bevoegd gezag. Tenzij nadrukkelijk is aangegeven dat een bevoegdheid van de ouderraad alleen betrekking heeft op de school voor voortgezet onderwijs in een verticale scholengemeenschap, heeft de ouderraad een brede bevoegdheid voor de gehele verticale scholengemeenschap. Op deze wijze worden bij de vorming of uitbreiding van een verticale scholengemeenschap de rechten van ouders beschermd zonder dat het huidige medezeggenschapsmodel geweld wordt aangedaan.

Deze nota van wijziging wordt gegeven mede namens de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven