35 598 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met enkele wijzigingen met betrekking tot het recht op kinderopvangtoeslag

Nr. 15 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID POSTMA C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 101

Ontvangen 16 november 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Na artikel I, onderdeel H, worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

Ha

Artikel 1.6, achtste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de zinsnede «op grond van artikel 3.2.1, eerste lid,» wordt ingevoegd « 3.2.1, derde lid, of 3.2.2,».

2. De zinsnede «voldoet aan artikel 3.2.1, eerste lid,» wordt vervangen door «voldoet aan artikel 3.2.1, eerste of derde lid,».

Hb

Artikel 1.6, negende lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de zinsnede «op grond van artikel 3.2.1, eerste lid,» wordt ingevoegd « 3.2.1, derde lid, of 3.2.2,».

2. De zinsnede «voldoet aan artikel 3.2.1, eerste lid,» wordt vervangen door «voldoet aan artikel 3.2.1, eerste of derde lid,».

II

Artikel II wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de huidige tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen Ha en Hb van artikel I in werking met ingang van 1 januari 2022.

Toelichting

Met dit amendement wordt geregeld dat niet alleen ouders met een permanente WLZ-indicatie recht op kinderopvangtoeslag krijgen (zoals voorgesteld in onderhavig wetsvoorstel), maar ook ouders met een tijdelijke WLZ-indicatie. Ook deze ouders zijn zwaar getroffen en evenals de ouders met een permanente WLZ-indicatie veelal niet in staat om voor de kinderen te zorgen als de andere ouder aan het werk is.

Deze wijziging treedt in werking met ingang van 1 januari 2022, zodat de belastingdienst voldoende gelegenheid heeft om de maatregel voor te bereiden.

Postma Omtzigt Kwint Westerveld


X Noot
1

Vervanging in verband met wijziging van de ondertekening.

Naar boven