Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 september 2020
Aanleiding
Met deze brief informeren wij u over de uitvoering van de motie van het lid Van Meenen
c.s. (Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 223) over het alsnog toekennen van aanvragen uit de lerarenbeurs.
Het budget voor de lerarenbeurs was dit jaar niet toereikend om alle aanvragen te
honoreren. Zoals eerder gecommuniceerd, hebben we maximaal gekeken of er mogelijkheden
zijn om toch de aanvragen te honoreren. Helaas is dit niet mogelijk.
Ook zijn de onderstaande opties door ons overwogen. Deze opties hebben we ook genoemd
tijdens het AO van 3 september (Kamerstukken 31 293 en 31 289 en 25 295, nr. 546). Helaas is geen van deze opties wenselijk of mogelijk.
Opties waar we naar gekeken hebben
Optie 1: Kasschuif
Als dekkingsvoorstel werd in de motie een kasschuif genoemd. Een kasschuif is echter
niet mogelijk in het lopende jaar. Daarnaast is een kasschuif geen adequate dekking
als de verwachting is dat het budget in het jaar van waaruit geschoven wordt, uitgeput
gaat worden. Vermoedelijk wordt met het dekkingsvoorstel bedoeld dat het budget voor
de lerarenbeurs van 2021 benut wordt om aanvragen toe te kennen. Echter is het toekennen
van de afgewezen aanvragen uit het budget van 2021 onwenselijk. Dit zorgt er namelijk
voor dat het budget van 2021 te laag wordt om het totaal aantal verwachte herhaalaanvragen
toe te kennen (nog los van initiële aanvragen). Hierdoor kunnen leraren die al begonnen
zijn aan hun studie deze niet afmaken met een beurs.
Optie 2: Verlagen van de lumpsum
Een tweede optie is in theorie het verlagen van de lumpsum. De prijzen voor het jaar
2020 zijn echter al definitief vastgesteld en aan de schoolbesturen gecommuniceerd.
Deze middelen zijn dus al belegd en scholen hebben hier rekening mee gehouden, zeker
nu het einde van het jaar in zicht is.
Optie 3: Najaarsnota 2020
Ook deze optie is niet mogelijk. Pas bij Najaarsnota is het Rijksbrede financiële
beeld compleet en vindt er besluitvorming plaats over eventuele meevallers. Volgens
de begrotingsregels mogen meevallers worden ingezet voor tegenvallers en intensiveringen
dienen te worden gedekt met ombuigingen. Om de afgewezen aanvragen toch toe te kennen
is een intensivering nodig. Op dit moment zien wij geen mogelijkheden tot ombuigingen
op de OCW-begroting. Daarnaast zouden we hiermee in theorie het probleem eenmalig
voor 2020 oplossen, maar zal hetzelfde probleem zich gaan voordoen in 2021. Ook dan
kunnen, gegeven het budget, niet alle initiële aanvragen toegekend worden. Wij kunnen
niet toezeggen dat we via deze weg extra middelen kunnen regelen om de afgewezen aanvragen
alsnog toe te kennen.
Wij vinden de afwijzingen voor leraren uiteraard zeer vervelend. Het is echter wel
conform de regeling met het verlaagde plafond en wij hebben leraren hier tijdig over
geïnformeerd. Ook hebben we maximaal gekeken naar oplossingen voor deze groep leraren.
Helaas is het niet mogelijk om dit jaar nog met een oplossing te komen. Wel zijn wij
uiteraard nog steeds bereid om afgewezen aanvragen volgend jaar met voorrang te behandelen,
zoals al eerder aan de Tweede Kamer gemeld.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven