Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag. 8 maart 2021
Van uw vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ontving ik op 18 december
2020 een afschrift van een burgerbrief m.b.t. beschikbaar stellen van middelen voor
particulier onderwijs. U heeft mij gevraagd om een afschrift van een reactie op deze
brief.
Aangezien niet schriftelijk is gereageerd op deze brief, kan ik u daar geen afschrift
van doen toekomen. Mijn ambtenaren hebben meerdere malen telefonisch contact gehad
met de indiener om de inhoud te bespreken en op deze wijze de brief beantwoord. Om
privacy redenen kan ik inhoudelijk niet ingaan op individuele gevallen als deze, maar
wel kan ik in algemene termen een reactie geven.
Particulier onderwijs mag niet bekostigd worden vanuit onderwijsmiddelen, dus ook
niet vanuit de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Het is wettelijk niet toegestaan
om met medeneming van publieke bekostiging het onderwijs aan een leerling uit te besteden
aan een niet-bekostigde school. Wél biedt de huidige wetgeving scholen en samenwerkingsverbanden
de mogelijkheid om kennis en expertise uit het particulier onderwijs te benutten door
deze in te kopen en, onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag van een bekostigde
school, in te zetten voor specifieke leerlingen op een schoollocatie. Deze mogelijkheden
binnen het publiek bekostigde onderwijs worden nog onvoldoende benut. Daarbij kan
uitwijken naar particulier onderwijs tot uitholling van het bekostigde onderwijs leiden,
terwijl in het reguliere stelsel goed onderwijs, dat voldoet aan alle kwaliteitseisen,
gewaarborgd dient te worden voor alle leerlingen, dus ook de leerlingen met een complexere ondersteuningsvraag.
Samenwerkingsverbanden ontvangen de middelen voor ondersteuningsbekostiging en hebben
de wettelijke taak om in het ondersteuningsplan vast te leggen hoe de extra ondersteuning
in de regio geregeld is. Dit aanbod moet dekkend zijn, zodat alle kinderen in de regio
een passende plek kunnen krijgen. Daarnaast hebben scholen een zorgplicht. Deze houdt
in dat zij verplicht zijn een passende plek voor een leerling met extra ondersteuning
te vinden.
Wanneer de school vindt dat zij het kind niet de benodigde ondersteuning en begeleiding
kunnen bieden, gaat de school (de leraar, intern begeleider of degene die voor hen
als aanspreekpunt fungeert) met de ouders in gesprek over een passende plek op een
andere reguliere of speciale school. Indien hier geen oplossing uit volgt, kunnen
de ouders in gesprek met de schoolleiding. Als er nog geen oplossing is, kunnen de
ouders contact opnemen met het samenwerkingsverband. Ook in die gevallen waarbij kinderen
niet meer ingeschreven zijn op een school binnen het samenwerkingsverband, maar bijvoorbeeld
op een particuliere school, dient het samenwerkingsverband mee te denken over oplossingen.
Komen ouders er samen met de school én het samenwerkingsverband niet uit, dan kunnen
zij een onderwijs(zorg)consulent inschakelen. Onderwijs(zorg)consulenten zijn onafhankelijke
deskundigen met veel kennis en ervaring op het gebied van onderwijs aan kinderen met
een extra ondersteuningsbehoefte. Deze kennis en ervaring kunnen zij (eventueel samen
met de gemeente) inzetten om een (creatieve) oplossing te vinden binnen het regulier
bekostigd onderwijs. Stichting Gedragswerk kan hierbij ondersteunen om samenwerkingen
te bevorderen en te komen tot een effectieve oplossing.
In deze casus is het desbetreffende samenwerkingsverband op de bovenstaande verplichtingen
en mogelijkheden gewezen.
Ik vertrouw er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob