35 570 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021

35 570 IIB Vaststelling van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2021

35 570 IIA Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2021

Nr. 84 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2020

De comptabiliteitswet schrijft voor dat alle majeure wijzigingen die na tweede suppletoire begroting zijn opgetreden uiterlijk drie dagen voor aanvang van het Kerstreces gemeld moeten worden aan beide Kamers der Staten-Generaal. Hierbij informeer ik uw Kamer over enkele zaken die bij de realisatie van de begroting 2020 raken aan het artikelniveau in de begrotingen Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII), Staten-Generaal (IIA) en Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor zowel de verplichtingen, de uitgaven als de ontvangsten. Ook vinden er op een aantal artikelen van begrotingshoofdstuk VII beleidsmatige mutaties plaats, welke eveneens worden toegelicht in deze brief.

De hieronder genoemde onderwerpen hebben zich voorgedaan na de besluitvorming over de Najaarsnota 2020 (Kamerstuk 35 650, nr. 1) en maken geen onderdeel uit van de tweede suppletoire begroting 2020 (Kamerstukken 35 650 VII, 35 650 IIB en 35 650 IIA). De begrotingswijzigingen die met de genoemde onderwerpen samenhangen, zullen als onderdeel van de realisatie van de begroting 2020, in de Slotwet 2020 worden verwerkt.

Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)

Artikel 1 – Openbaar bestuur en democratie

Naar verwachting wordt het verplichtingenbudget op artikel 1 met circa € 8 mln. overschreden ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2020.

Artikelonderdeel 1.1 Bestuur en regio

Bestuur en regio (opdrachten)

Bij Slotwet 2020 vindt er een overboeking van € 23.000 plaats van de begroting van het Ministerie van Financiën naar de begroting van BZK in het kader van het bestuursakkoord Compensatiepakket Zeeland. Conform een afspraak in het bestuursakkoord Compensatiepakket Zeeland, onderzoeken het Rijk (BZK, Fin, EZK, IenW) en regio gezamenlijk de voor- en nadelen van de mogelijkheden om de regio te ondersteunen in de ontvlechting van drinkwaterbedrijf Evides en Provincie Zeeland Energie Maatschappij (PZEM), om op een later moment te bezien of en hoe hiertoe wordt overgegaan.

Artikelonderdeel 1.2 Democratie

Politieke partijen (subsidies)

Conform de Wet financiering politieke partijen dienen de beschikkingen voor de subsidies politieke partijen verleend te worden vóór 1 januari van het kalenderjaar waarop de subsidies betrekking hebben. Dat betekent dat de verplichtingen voor de subsidies politieke partijen 2021, in 2020 in de administratie vastgelegd dienen te worden. Dit gebeurt ieder jaar op dezelfde wijze en leidt normaliter niet tot een overschrijding van het verplichtingenbudget van het artikel. Echter als gevolg van de uitvoering van motie van het lid Jetten c.s. (Kamerstuk 35 300, nr. 19) zijn in 2020 ook de verplichtingen subsidies politieke partijen 2020 bijgesteld. Dit leidt naar verwachting tot een overschrijding van het verplichtingenbudget op artikel 1 van per saldo circa € 8 mln.

Diverse bijdragen (bijdragen aan ZBO’s/RWT’s)

ICTU ontvangt een bijdrage voor de inhuur van een Ondersteuningsteam Stemlokalen. Dit team fungeert ter ondersteuning van gemeenten in het op peil van houden van het aantal stemlokalen. Voor de bijdrage aan ICTU wordt er bij Slotwet 2020 circa € 0,5 mln. gerealloceerd binnen artikel 1.

Artikel 3 – Woningmarkt

Exclusief de huurtoeslag vallen op artikel 3 de verplichtingen en uitgaven naar verwachting per saldo € 12 mln. hoger uit dan geraamd bij de tweede suppletoire begroting 2020. Hier staan deels hogere ontvangsten van € 0,3 mln. tegenover.

Artikelonderdeel 3.1 Woningmarkt

Huurtoeslag (inkomensoverdrachten en ontvangsten)

De Huurtoeslag zal naar verwachting dit jaar overschrijdingen laten zien, mede als gevolg van de economische gevolgen van Covid-19. Tot en met oktober is er ca. € 14 mln. meer aan voorschotten verstrekt dan geraamd. Dit bedrag zal naar verwachting de laatste maanden van 2020 verder oplopen. Daarnaast zijn er dit jaar tot en met oktober ca. € 21 mln. meer nabetalingen dan eerder geraamd. De ontvangsten komen tot en met oktober circa € 11 mln. lager uit door een coulanter incassobeleid vanwege Covid-19 (o.a. het stopzetten van dwanginvorderingen). Huurtoeslag over het toeslagjaar 2020 kan tot in september 2021 worden aangevraagd. Hierdoor zal naar verwachting ook in 2021 sprake zijn van overschrijdingen.

WSW risicovoorziening (opdrachten en ontvangsten)

Bij de sanering van Vestia is destijds tussen het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting en Vestia afgesproken dat 40% van de kosten die worden gemaakt voor het onderzoek naar de aansprakelijkheid van banken wordt vergoed uit de risicovoorziening voor sanerings- en projectsteun woningcorporaties. Voor de bankkosten in het tweede kwartaal van 2020 heeft Vestia hiervoor een bijdrage van afgerond € 0,3 mln. ontvangen. Deze bijdrage wordt onttrokken aan de risicovoorziening voor sanerings- en projectsteun woningcorporaties.

Diverse bijdragen (bijdrage aan agentschappen)

Het Rijksvastgoedbedrijf ontvangt een bijdrage van € 0,15 mln. voor een ontwerpstudie naar verdichten door flexwonen, die wordt uitgevoerd door het Atelier Rijksbouwmeester. Deze bijdrage wordt verantwoord op de regeling diverse bijdragen onder het instrument bijdrage aan agentschappen.

Artikelonderdeel 3.3 Woningbouw

Woningbouwimpuls (Bijdrage aan medeoverheden)

Bij Slotwet 2020 vindt een aantal overboekingen plaats naar het btw-compensatiefonds.

In het kader van de eerste tranche van de woningbouwimpuls vindt er een afdracht van btw plaats voor de projecten die in 2020 zijn uitgekeerd (circa € 35,2 mln.). Daarnaast wordt er circa € 4,5 mln. afgedragen in het kader van de specifieke uitkeringen voor de ondersteuning van de medeoverheden voor de kwetsbare groepen. Tot slot wordt er circa € 0,03 mln. afgedragen in het kader van de flexpools.

De overboekingen naar het btw-compensatiefonds leiden naar verwachting tot een overschrijding van uitgavenbudget van € 14,3 mln. op artikelonderdeel 3.3, welke in mindering wordt gebracht op het budget van volgend jaar.

Artikel 4 – Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Op het uitgavenbudget van artikel 4 wordt een overschrijding verwacht van per saldo circa € 1,8 mln. als gevolg van hogere uitgaven voor de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) en de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH).

Artikelonderdeel 4.1 Energietransitie en duurzaamheid

Energiebesparing huursector (subsidies)

De uitgaven in 2020 voor de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) bedragen € 101,6 mln. en komen daarmee € 1,2 mln. hoger uit dan geraamd bij de tweede suppletoire begroting 2020. De overschrijding wordt in mindering gebracht op het uitgavenbudget van 2021.

Energiebesparing koopsector (subsidies)

De uitgaven in 2020 voor Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH) bedragen € 51,7 mln. en komen daarmee € 6,0 mln. hoger uit dan geraamd bij de tweede suppletoire begroting 2020. In het kader van het doorbouwplan is als stimulans het subsidiepercentage tijdelijk verhoogd naar 30%. Dit vertaalt zich nu in meer aanvragen. De overschrijding wordt in mindering gebracht op het uitgavenbudget van 2021.

Dienst Publieke Communicatie (bijdrage aan agentschappen)

DPC voert een themacampagne «maatregelen in huis». Daarom wordt er bij Slotwet 2020 binnen artikelonderdeel 4.1 € 0,56 mln. gerealloceerd van de regeling Energietransitie en duurzaamheid (subsidies) naar de regeling Dienst Publieke Communicatie (bijdrage aan agentschappen).

Artikel 5 – Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Op artikel 5 wordt het verplichtingenbudget naar verwachting met € 15 mln. overschreden ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2020. Oorzaak is het vastleggen van verplichtingen die voortkomen uit de jaaropdrachten 2021 aan uitvoeringsorganisaties zoals het Kadaster, Geonovum en Rijkswaterstaat. Daarnaast vallen de ontvangsten naar verwachting € 1,3 mln. lager uit dan geraamd.

Artikelonderdeel 5.1 Ruimtelijke ordening

Kadaster (bijdrage aan ZBO’s/RWT’s)

Het oplossen vanaf 2021 van het structurele tekort in relatie tot de Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK) loopt vertraging op. Hierdoor is een extra voorschot nodig aan het kadaster voor 2021. Met een voorschot van € 0,7 mln. kan in het eerste half jaar van 2021 met de betrokken partijen een structurele oplossing worden gevonden. De beoogde inwerkingtreding van de ministeriële regeling die ten grondslag ligt aan tarifering wordt vooralsnog met een half jaar uitgesteld. Voor deze bijdrage aan het Kadaster vindt er bij Slotwet 2020 een reallocatie plaats binnen artikelonderdeel 5.1.

Artikelonderdeel 5.2 Omgevingswet

Eenvoudig Beter (subsidies)

Het uitstel van inwerkingtreding Omgevingswet brengt voor de VNG extra kosten voor de invoeringsondersteuning met zich mee. Na goedkeuring door het opdrachtgevend beraad (op 16 december 2020) van het federatieve programmaplan Invoeringsondersteuning, zal de VNG in 2020 een voorschot van € 1,8 mln. ontvangen voor de extra kosten voor invoerings- en implementatiekosten. Bij Slotwet 2020 vindt er voor deze bijdrage een reallocatie plaats van artikel 11 naar artikel 5.

Ontvangsten

De ontvangsten op artikel 5 vallen naar verwachting per saldo € 1,3 mln. lager uit dan geraamd bij tweede suppletoire begroting 2020. De ontvangsten vallen lager uit doordat de bijdrage van het Interprovinciaal Overleg (IPO) voor het beheer van de landelijke voorziening Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV) naar verwachting niet meer in 2020 ontvangen wordt.

Artikel 6 – Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Op artikelniveau is er naar verwachting geen sprake van overschrijdingen. Wel vinden nog enkele interdepartementale overboekingen en verschuivingen binnen artikel 6 plaats.

Artikelonderdeel 6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

ICTU (bijdrage aan ZBO’s/RWT’s)

ICTU ontvangt een bijdrage van circa € 1,2 mln. voor het project iBewustzijn. Bij Slotwet 2020 vindt er voor deze bijdrage een reallocatie plaats binnen het artikelonderdeel 6.2.

Opdrachten overheidsdienstverlening

Bij Slotwet 2020 ontvangt het Ministerie van OCW een bijdrage van € 1 mln. om in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda een onderzoek te starten naar publieke waarden en grondrechten in relatie tot innovatie met Artificial Intelligence.

Informatiesamenleving (opdrachten)

Bij Slotwet 2020 ontvangt het Ministerie van EZK een bijdrage van € 0,2 mln. voor een onderzoek naar legal engineering om beleid en regelgeving om te zetten naar werkinstructies en automatisch uitvoerbare regels.

Artikelonderdeel 6.5 Identiteitsstelsel

RvIG (bijdrage aan agentschappen)

RvIG ontvangt een nabetaling van circa € 0,8 mln. voor het beheer van de BRP. Dit hangt samen met toegenomen gebruik door afnemers die een vaste bijdrage leveren. Voor deze nabetaling vindt er bij Slotwet 2020 een reallocatie plaats binnen artikelonderdeel 6.5.

Artikelonderdeel 6.6 Investeringspost digitale overheid

RDW (bijdrage aan ZBO’s/RWT’s)

RDW ontvangt een bijdrage van circa € 1,7 mln. voor de projecten Blauwe Knop in het kader van Regie op Gegevens en Kwetsbare Burgers in het kader van Digitale Inclusie. Voor deze bijdrage aan de RDW vindt er bij Slotwet 2020 een reallocatie plaats binnen artikelonderdeel 6.6.

Artikel 7 – Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Op artikel 7 wordt het verplichtingenbudget naar verwachting met € 8,5 mln. overschreden ten opzichte van de stand tweede suppletoire begroting 2020.

Artikelonderdeel 7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Overlegstelsel (subsidies)

Ook in 2021 ontvangt de stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) de jaarlijkse subsidie in het kader van het overlegstelsel. In december 2020 wordt reeds een verplichting van circa € 1,2 mln. voor deze subsidie vastgelegd. Het vastleggen van deze verplichting draagt bij aan de verwachte overschrijding op het verplichtingenbudget van artikel 7.

Bedrijfsvoeringsbeleid (bijdrage aan agentschappen)

UBR ontvangt een bijdrage in het kader van onder andere het programma DigiInkoop. Voor deze bijdrage vindt er bij Slotwet 2020 een reallocatie plaats van circa € 0,7 mln. binnen artikelonderdeel 7.1.

Artikelonderdeel 7.2 Pensioenen en uitkeringen

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (bijdrage ZBO’s/RWT’s)

In december 2020 wordt reeds een verplichting van circa € 7,3 mln. vastgelegd voor de bijdrage 2021 aan de SAIP. Het vastleggen van deze verplichting draagt bij aan de verwachte overschrijding op het verplichtingenbudget van artikel 7.

Artikel 9 – Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Op artikel 9 wordt het verplichtingenbudget naar verwachting met € 3,3 mln. overschreden ten opzichte van de stand tweede suppletoire begroting 2020.

Artikelonderdeel 9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

Bijdrage aan agentschappen

Voor de instandhoudingskosten van het Binnenhof is in 2020 een tweejarige verplichting aangegaan van in totaal € 9,8 mln., verdeeld over de regelingen RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat) en RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ). Het vastleggen van deze verplichting leidt op artikel 9 naar verwachting tot een overschrijding van het verplichtingenbudget van per saldo € 3,3 mln.

Artikel 10 – Groningen versterken en perspectief

Op artikel 10 wordt naar verwachting de verplichtingenruimte € 425 mln. overschreden en komen de ontvangsten in 2020 € 77 mln. lager uit dan geraamd bij tweede suppletoire begroting 2020.

Versterkingsoperatie (opdrachten)

De overschrijding van het verplichtingenbudget ontstaat door de gemigreerde verplichtingen van Centrum Veilig Wonen, de uitvoeringsorganisatie voor de Versterkingskosten onder de NAM, naar BZK. Het administratief vastleggen van deze verplichtingen leidt tot een overschrijding van de verplichtingenruimte van circa € 425 mln. Het kaseffect van deze verplichtingen valt in 2021 en latere jaren.

Ontvangsten

De ontvangsten voor de versterkingsoperatie die over het derde kwartaal van 2020 zijn gefactureerd aan de NAM komen naar verwachting niet meer in 2020 binnen. Dit leidt tot een tegenvaller op de ontvangsten op zowel artikel 10 (€ 77 mln.) als artikel 11 (€ 12 mln.).

Artikel 11 – Centraal apparaat

De realisatie van artikel 11 is in hoge mate afhankelijk van de realisatie van de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Op basis van de huidige inzichten worden de verplichtingen- en uitgavenbudgetten overschreden met respectievelijk € 34 mln. en € 5 mln. Daarnaast vallen de ontvangsten circa € 12 mln. lager uit dan geraamd.

Verplichtingen

De mogelijke overschrijding van het verplichtingenbudget ontstaat door de gemigreerde verplichtingen van EZK en Centrum Veilig Wonen, de uitvoeringsorganisatie voor de Versterkingskosten onder het NAM, naar BZK. Het vastleggen van deze verplichtingen leidt naar verwachting tot een overschrijding van het verplichtingenbudget van circa € 34 mln. Het kaseffect van deze verplichtingen valt in 2021 en latere jaren.

Uitgaven

De uitvoeringskosten van de NCG worden door de NAM betaald. Bij de tweede suppletoire begroting 2020 was de prognose dat de uitvoeringskosten in het vierde kwartaal van 2020 uitkwamen op € 13 mln. Naar verwachting vallen de uitvoeringskosten voor het vierde kwartaal 2020 circa € 5 mln. hoger uit.

Daarnaast wordt bij Slotwet 2020 € 4,5 mln. gerealloceerd van artikel 12 Algemeen naar artikel 11 Centraal apparaat voor de loonheffingsafdracht over uitzendregelingen.

Ontvangsten

De ontvangsten voor de versterkingsoperatie die over het derde kwartaal van 2020 zijn gefactureerd aan de NAM komen naar verwachting niet meer in 2020 binnen. Dit leidt tot een tegenvaller op de ontvangsten van zowel artikel 11 (€ 12 mln.) als artikel 10 (€ 77 mln.).

Artikel 12 – Algemeen

Financiën en Nationale Schuld (Belastingdienst) (bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken)

Bij eerste suppletoire begroting 2020 is circa € 4,5 mln. gereserveerd voor de loonheffingsafdracht over uitzendregelingen. De loonheffingsafdracht vindt plaats op artikel 11 Centraal Apparaat. Bij Slotwet 2020 wordt daarom € 4,5 mln. gerealloceerd naar artikel 11.

Begroting Staten-Generaal (IIA)

Artikel 3 – Wetgeving en controle Tweede Kamer

Apparaat Tweede Kamer

Door de coronamaatregelen is het restaurant van de Tweede Kamer minder gebruikt en hebben evenementen geen doorgang kunnen vinden. De ontvangsten van de Tweede Kamer vallen daardoor naar verwachting € 0,4 mln. lager uit dan geraamd.

Begroting Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB)

Artikel 1 – Raad van State

Verplichtingen

In december 2020 worden diverse verplichtingen voor 2021 vastgelegd. Het betreft verplichtingen met betrekking tot bedrijfsvoeringaspecten zoals het schoonmaakcontract en ICT-posten. Dit leidt op artikel 1 naar verwachting tot een overschrijding op het verplichtingenbudget van circa € 2 mln.

Artikel 8 – Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

Ontvangsten

Door Covid-19 zijn er minder reisbewegingen en het Kabinet is alleen op afspraak bereikbaar. Als gevolg hiervan worden, op basis van de huidige wisselkoers, circa € 0,04 mln. lagere ontvangsten verwacht dan geraamd tijdens de tweede suppletoire begroting 2020.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de Staatssecretaris, K.H. Ollongren

Naar boven