35 570 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021

Nr. 98 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 maart 2021

Naar aanleiding van berichtgeving inzake fraude door een voormalig notaris van het kantoor Pels Rijcken van heden (zie www.pelsrijcken.nl), informeer ik u als volgt.

De kwestie waarover het kantoor bericht, maakt deel uit van een lopend strafrechtelijk onderzoek. Over (lopende) individuele zaken doe ik inhoudelijk geen mededelingen. Om die reden heb ik uw Kamer ook niet eerder over deze kwestie ingelicht en kan ik op die inhoud nu ook niet nader ingaan.

Naast het strafrechtelijk onderzoek door het Openbaar Ministerie, heeft het Bureau Financieel Toezicht, conform haar wettelijke taak als integraal toezichthouder op het notariaat, de kwestie ten aanzien van de notariële werkzaamheden in behandeling.

In aanvulling op de berichtgeving van het kantoor, hecht ik er in dit stadium wel aan u te berichten dat de Landsadvocaat mijn Ministerie in september 2020 heeft bericht dat een bij het kantoor werkzame notaris (destijds tevens partner en bestuursvoorzitter) verdachte was in een strafrechtelijk onderzoek. Betrokkene is kort nadat deze verdenkingen aan het licht kwamen overleden.

Namens de Staat heeft mijn ministerie zich in de afgelopen periode met de Landsadvocaat verstaan, teneinde te bezien of er mogelijk gebreken zouden kunnen kleven aan de notariële werkzaamheden van betrokkene, of aan de dienstverlening van het kantoor waar de Landsadvocaat aan is verbonden, ten behoeve van de Staat.

De Landsadvocaat heeft mijn ministerie bericht dat het kantoor Pels Rijcken geen verdachte is en dat het kantoor ook zelf aangifte heeft gedaan tegen betrokkene. De Landadvocaat heeft mij verder bericht dat het kantoor de volle medewerking verleent aan het Openbaar Ministerie.

Tenslotte heeft hij toegelicht welke maatregelen door het kantoor genomen zijn vanaf het moment van het bij hem bekend raken van de verdenking. De Landsadvocaat heeft mij op hoofdlijnen op de hoogte gehouden van de voorlopige bevindingen uit het in opdracht van het kantoor verrichtte onderzoek.

Daarnaast heb ik onafhankelijk onderzoek laten verrichten naar de notariële werkzaamheden van betrokkene ten behoeve van de rijksoverheid. Dit onderzoek is verricht door het kantoor Houthoff. Op 18 december 2020 ben ik over de resultaten daarvan ingelicht. Dat onderzoek heeft geen enkele aanwijzing opgeleverd dat in zaken waarin de Staat cliënt was, niet naar daaraan te stellen notariële standaarden is gehandeld.

Ook voor het overige bestaat op basis van hetgeen mij bekend is momenteel geen aanleiding tot zorg ten aanzien van de kwaliteit en legitimiteit van de werkzaamheden van de Landadvocaat ten behoeve van de Staat. Wanneer nieuwe ontwikkelingen of resultaten van onderzoeken daartoe aanleiding geven, zal ik u daarover informeren.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven