Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 augustus 2021
Zoals in de beantwoording van de Kamervragen over de fraudezaak bij het kantoor van
Pels Rijcken aan uw Kamer is bericht, is de Deken van de Haagse Orde van Advocaten
op 10 maart 2021 een onderzoek gestart naar de mogelijke betrokkenheid van advocaten
van Pels Rijcken bij de omvangrijke notariële fraude op dat kantoor.1
Op 12 augustus heeft de Deken van de Haagse Orde van Advocaten zijn onderzoek afgerond.2 De Landsadvocaat heeft op diezelfde datum de Staat als cliënt hierover geïnformeerd.
Zoals toegezegd in de beantwoording van eerdergenoemde Kamervragen informeer ik uw
Kamer door te verwijzen naar de brief van de Landsadvocaat die ik volledigheidshalve
integraal bijvoeg3.
Het kabinet hecht eraan uw Kamer volledig en volstrekt open te informeren over deze
kwestie. Aangezien in dit bijzondere geval de Staat als cliënt geïnformeerd is door
de Landsadvocaat over feiten die voor de Staat als cliënt van belang zijn, informeer
ik u daar nu reeds uit dien hoofde over, ondanks dat de onderzoeken van het Openbaar
Ministerie en het Bureau Financieel Toezicht, waarvan deze feiten (ook) deel uitmaken,
nog lopen.
Zoals aangegeven in de brief van 14 juli jl. aan uw Kamer zal ik de komende periode
benutten om de resultaten van de verschillende onderzoeken en de verbetermaatregelen
van het kantoor te bestuderen en daarover ook nader contact te hebben met de Landsadvocaat.4 Ik wil mij daarbij ook meer in detail laten inlichten over de verbetermaatregelen
en de implementatie daarvan.
De verbetermaatregelen zullen ook worden beoordeeld in samenhang met het externe deskundigenadvies
over de vraag wat passende eisen en verantwoordingsverplichtingen op het gebied van
praktijkuitoefening en bedrijfsvoering zijn die de Staat als cliënt kan stellen aan
(het kantoor van) de Landsadvocaat in het licht van de publieke functie van de Staat.
In de brief van 8 juli jl. gaven de Minister voor Rechtsbescherming en ik aan dat
wij als criterium voor het beantwoorden van de vraag of de Landsadvocaat belangen
van de Staat kan behartigen, hanteren of de betrouwbaarheid van deze dienstverlening
op dit moment en voor de voorzienbare toekomst voldoende gewaarborgd is. Ik streef ernaar, uw Kamer over de appreciatie
van de bevindingen als cliënt, de eventuele implicaties van de bevindingen en het
externe advies zo spoedig mogelijk in het najaar uitgebreid in te lichten.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus