Tweede Kamer der Staten-Generaal

35 570 IIB Vaststelling van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2021

Ontvangen 15 september 2020

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2020–2021

GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 136.578.000,-

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 6.040.000,-

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en KoninkrijksrelatiesK.H.Ollongren

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1. Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt de begroting 2021 van de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB).

Groeiparagraaf

In het kader van de rijksbrede uniformering van de rijksbegroting wordt vanaf de ontwerpbegroting 2021 het gebruik van financiële instrumenten toegepast.

Beleidsagenda

Een college dient, conform artikel 2.1 lid 7 van de Comptabiliteitswet 2016, betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en bedrijfsvoering weer te geven. Derhalve bevat deze niet-departementale begroting – in vergelijking met departementale begrotingen waarbij wel een weergave van het beleid wordt opgenomen – geen beleidsagenda.

Beleidsartikelen

Deze begroting is opgebouwd uit de volgende beleidsartikelen:

  • artikel 1 Raad van State

  • artikel 2 Algemene Rekenkamer

  • artikel 3 De Nationale ombudsman

  • artikel 4 Kanselarij der Nederlandse Orden

  • artikel 6 Kabinet van de Gouverneur van Aruba

  • artikel 7 Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

  • artikel 8 Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

  • artikel 9 Kiesraad

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

  • A. Algemene doelstelling

  • B. Rol en verantwoordelijkheid

  • C. Beleidswijzigingen

  • D. Tabel budgettaire gevolgen van beleid

  • E. Toelichting op de instrumenten

Budgetflexibiliteit

In de tabellen budgettaire gevolgen van beleid is geen informatie opgenomen over de budgetflexibiliteit, omdat het grotendeels apparaatsuitgaven betreft.

Niet-beleidsartikel

De begroting bevat het volgende niet-beleidsartikel:

  • artikel 10 Nog onverdeeld

De begroting IIB valt onder de niet-departementale begrotingen. Vanwege een afwijkend regime kent deze begroting geen centraal apparaatsartikel.

Bijlagen

Bijlage 1 betreft de bijlage Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een wettelijke taak.

Bijlage 2 bevat de verdiepingsbijlage voor de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. Het uitgangspunt is om in de verdiepingsbijlage de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2020 (RBV) is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:

Tabel 1 Ondergrenzen op basis van de RBV 2020

Begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

1. Raad van State

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

2. Algemene Rekenkamer

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

3. De Nationale ombudsman

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

4. Kanselarij der Nederlandse Orden

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

9. Kiesraad

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

10. Nog onverdeeld

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

2. Beleidsartikelen

2.1 Artikel 1. Raad van State

A. Algemene doelstelling

Als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bijdragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.

De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.

De Afdeling Advisering van de Raad van State is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de (Europese) begrotingsregels, als bedoeld in het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur (VSCB) en artikel 5 van Verordening (EU) 473/2013.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Voor 2021 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1. Raad van State (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

67.900

75.022

65.597

62.846

62.376

62.376

62.376

        

Uitgaven

65.394

75.022

65.597

62.846

62.376

62.376

62.376

        

Institutionele inrichting

65.394

75.022

65.597

62.846

62.376

62.376

62.376

Advisering

6.084

7.893

6.499

6.499

6.499

6.499

6.499

Bestuursrechtspraak

31.475

42.574

35.388

33.128

32.649

32.649

32.649

Raad van State gemeenschappelijke diensten

27.835

24.555

23.710

23.219

23.228

23.228

23.228

        

Ontvangsten

1.557

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Advisering

De Afdeling advisering van de Raad van State is adviseur van regering en parlement voor wetgeving en bestuur. Zij adviseert over onder meer (initiatief) wetsvoorstellen, algemene maatregelen van bestuur, goedkeuringswetten voor internationale verdragen en de miljoenennota. Verder brengt zij gevraagde voorlichtingen en ongevraagde adviezen uit. Daarnaast heeft zij een taak als onafhankelijke begrotingsautoriteit en schrijft de Klimaatwet voor dat de Afdeling wordt gehoord over het Klimaatplan, de Klimaatnota en de Voortgangsrapportage. Het doel van deze laatste taak is het regeringsbeleid normatief te toetsen en bestuurlijk te wegen in het licht van het realiseren van de klimaatdoelstellingen.

De Afdeling heeft voor zichzelf een ambitie geformuleerd om eerder, breder en scherper te adviseren en daarbij haar externe profiel te versterken. Dit betekent dat zij regelmatiger eerder in het proces van wetgeving betrokken zal zijn en vaker thematisch, los van concrete wetsvoorstellen, zal adviseren. Daartoe behoort ook dat de Afdeling advisering vaker en in een vroeger beleidsstadium door de regering of door één der Kamers kan worden gevraagd om voorlichting te verstrekken. Daarnaast zal zij meer aandacht schenken aan communicatie en toegankelijker taalgebruik.

In onderstaande tabel zijn de realisatie, de verwachte instroom en de planning van afhandeling van adviesaanvragen door de Afdeling advisering weergegeven.

Tabel 3 Instroom en afhandeling adviesaanvragen (in aantallen)1
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Ontwerp begroting

    

Instroom

432

400

400

400

400

400

400

Uitstroom

420

400

400

400

400

400

400

X Noot
1

Bron: Meerjarenraming Afdeling advisering.

Bestuursrechtspraak

Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid en bruikbare rechtsvorming zijn daarbij belangrijke aspecten. De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Algemene kamer, de Vreemdelingenkamer en de Ruimtelijke-Ordeningskamer.

Instroom van zaken

In onderstaande tabel zijn de in het begrotingsjaar 2019 gerealiseerde uitstroom van zaken en de instroomverwachting voor de jaren 2020 ‒ 2025 weergegeven.

Tabel 4 Uitstroom en instroom van zaken Afdeling bestuursrechtspraak (in aantallen)1
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Ontwerp begroting

    

Ruimtelijke Ordeningskamer

1.328

0

0

0

0

0

0

Omgevingskamer

0

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

Algemene kamer

3.409

1.850

1.850

1.850

1.850

1.850

1.850

Vreemdelingenkamer

8.788

11.860

12.210

11.350

11.160

11.160

11.160

        

Totaal bestuursrechtspraak

13.525

16.210

16.560

15.700

15.510

15.510

15.510

X Noot
1

Bron: Meerjarenraming Afdeling bestuursrechtspraak.

Raad van State gemeenschappelijke diensten

Voor een optimale efficiëntie en doelmatigheid worden de Raad en zijn Afdelingen advisering en bestuursrechtspraak ondersteund door één gemeenschappelijke ambtelijke organisatie. Dit wordt tot uitdrukking gebracht in de onderverdeling van het uitgavenartikel. Deze onderverdeling vergroot de inzichtelijkheid van de uitgaven en draagt op die manier bij aan de transparantie van de overheidsfinanciën.

De gemeenschappelijke diensten omvatten functies die werken ten behoeve van de inhoudelijke en logistieke ondersteuning van de Raad als geheel en beide Afdelingen en zijn ondergebracht in verschillende directies.

Ontvangsten

De ontvangsten van de Raad van State bestaan in hoofdzaak uit griffierechten.

2.2 Artikel 2. Algemene Rekenkamer

A. Algemene doelstelling

De Algemene Rekenkamer is belast met het onderzoek van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk. Zij heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te helpen verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan.

De wettelijke taak van de Algemene Rekenkamer als Hoog College van Staat is vastgelegd in artikel 76 en artikel 105.3 van de Grondwet en in de Comptabiliteitswet 2016.

Hierin ligt enerzijds de basis van de klassieke wettelijke opdracht om jaarlijks de rechtmatigheid te onderzoeken van het financieel beheer van het Rijk en een goedkeurende verklaring te geven bij de Rijksrekening. Het wettelijk kader bevat naast controle op rechtmatigheid anderzijds ook de opdracht om de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid te onderzoeken. De taken van de Algemene Rekenkamer vereisen een grondwettelijk geborgde, onafhankelijke positie ten opzichte van de regering en het parlement. Het vereist niet alleen een degelijke wettelijke basis, maar ook een bestendige financiële basis, die de ruimte om in onafhankelijkheid keuzes te kunnen maken ondersteunt.

De Algemeen Rekenkamer dient geen ander belang dan het goed en integer functioneren en presteren van het openbaar bestuur. De Algemene Rekenkamer laat op onpartijdige wijze zien hoe de rijksoverheid, inclusief de daaraan verbonden organen, in de praktijk functioneert en presteert en welke verbeteringen mogelijk zijn, ongeacht de samenstelling van het parlement en het kabinet. Daarmee wil zij ook een bijdrage leveren aan het vertrouwen van burgers dat de overheid zorgvuldig, zuinig en zinnig omgaat met publiek geld.

De Algemene Rekenkamer voorziet de regering, de Staten-Generaal en degenen die verantwoordelijk zijn voor de aan het Rijk verbonden organen van bruikbare en relevante informatie, aan de hand waarvan zij kunnen bepalen of het beleid van een minister rechtmatig, doelmatig en doeltreffend is uitgevoerd. Deze informatie bestaat uit onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen over organisatie, beheer en beleid en is in beginsel voor het publiek toegankelijk. De Algemene Rekenkamer bepaalt zelf welke onderzoeken zij openbaar maakt. Twee keer per jaar actualiseert en publiceert de Algemene Rekenkamer haar lopende onderzoeksagenda.

Daarnaast rekent zij het tot haar verantwoordelijkheden om een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur door kennisuitwisseling en samenwerking in binnen- en buitenland. Hoofdstuk 7 van de Comptabiliteitswet 2016 verschaft een wettelijke basis voor het uitvoeren van internationale werkzaamheden die aansluiten bij de wettelijke taken van de Algemene Rekenkamer.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Voor de Algemene Rekenkamer is 2021 het eerste jaar van de nieuwe strategische periode. De Algemene Rekenkamer kiest er net als voorheen voor publiek geld scherp te volgen, en nog meer gebruik te maken van nieuwe methoden en technieken van onderzoek. Daarbij ligt de focus op terreinen waar de functie van de Rekenkamer de meeste toegevoegde waarde heeft. Dit zal ook de komende jaren resulteren in een aantal Rekenkamerbrede onderzoeksprogramma’s. Voor 2021 formuleert de Rekenkamer voorstellen voor nieuwe thematische onderzoeksprogramma’s.

In 2019 is een belangrijk besluit genomen over de toekomstige huisvesting van de Algemene Rekenkamer. In 2021 worden in de begroting van de Algemene Rekenkamer geen grote uitgaven verwacht. De precieze financiële effecten (incidentele en structurele kosten) laten zich op dit moment nog niet inschatten. De Algemene Rekenkamer is hierover in gesprek met het Ministerie van BZK en het Rijksvastgoedbedrijf.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2. Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

33.307

34.427

33.544

34.077

34.083

34.084

34.084

        

Uitgaven

32.214

34.427

33.544

34.077

34.083

34.084

34.084

        

Institutionele inrichting

32.214

34.427

33.544

34.077

34.083

34.084

34.084

Recht- en doelmatigheidsbevordering

32.214

34.427

33.544

34.077

34.083

34.084

34.084

        

Ontvangsten

1.584

1.217

1.017

1.017

1.017

1.017

1.017

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Recht- en doelmatigheidsbevordering

De Algemene Rekenkamer heeft voor 2021 vier hoofddoelen voor ogen.

Doorontwikkeling van het verantwoordingsonderzoek

Het jaarlijkse onderzoek ten behoeve van de goedkeurende verklaring bij de Rijksrekening blijft op het niveau van de internationale kwaliteitseisen en zal in 2021 inhoudelijk worden doorontwikkeld.

Intensivering doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek

Het doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek als bedoeld in artikel 7.16 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt versterkt. In 2020 zijn voorstellen voor nieuwe onderzoeksprogramma’s geformuleerd, die in 2021 en verder zullen worden uitgevoerd. Nieuwe technologische mogelijkheden en data-analyse zullen verder worden toegepast. De Algemene Rekenkamer investeert verder in kwaliteit, innovatie en in de samenwerking met externe partners.

Versterking van de personele organisatie

Op basis van het strategische personeelsbeleid (SPP) wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van de onderzoekcapaciteit en wordt de organisatie verder versterkt.

Versterking interne bedrijfsvoering

In 2021 wordt ingezet op verdere verbetering van de interne bedrijfsvoering, waaronder de informatiebeveiliging en het inkoopbeleid.

Ontvangsten

De ontvangsten van de Algemene Rekenkamer bestaan voornamelijk uit vergoedingen voor detacheringen en vergoedingen voor de ondersteuning van zusterorganisaties in het buitenland in het kader van institutionele versterkingsprojecten.

2.3 Artikel 3. De Nationale ombudsman

A. Algemene doelstelling

De Nationale ombudsman komt in beeld als burgers er niet in slagen om er uit te komen met de overheid. Als het misgaat tussen de burger en de overheid, kan de ombudsman tussenbeide komen, bemiddelen of een onderzoek instellen. Ook kan de ombudsman op eigen initiatief structurele problemen aandacht geven.

In het werk van de Nationale ombudsman staat de vraag centraal of burgers behoorlijk behandeld worden door de overheid. Handelt de overheid eerlijk, communiceert zij begripvol met burgers en is er voldoende oog voor de menselijke maat?

Enerzijds helpt de Nationale ombudsman burgers als het misgaat tussen hen en de overheid:

  • Door burgers de weg te wijzen naar het juiste loket;

  • Door ze te ondersteunen met adviezen en tools;

  • Door op een effectieve manier onderzoek te doen.

Anderzijds wil de Nationale ombudsman overheden uitdagen anders te kijken naar diensten, processen en innovaties. Daarom kijken we naar wat de overheid doet. Denken we na over manieren waarop het anders en beter kan. Om overheden hier vervolgens op aan te spreken en ze te vragen om zaken te verbeteren en zich meer te verplaatsen in de burger.

De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman hebben tot doel te bevorderen dat de rechten van respectievelijk jeugdigen en veteranen worden geëerbiedigd door bestuursorganen en door privaatrechtelijke organisaties. De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman zijn onderdeel van de Nationale ombudsman.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Versterken klachtbehandeling en dienstverlening door de overheid

De komende jaren gaat de Nationale ombudsman de klachtbehandeling en de dienstverlening door de overheid versterken. Dit doet de Nationale ombudsman omdat de maatschappij in een rap tempo verandert. Mensen uiten hun onvrede en stellen hun vragen over en aan de overheid via meer kanalen en er komen steeds nieuwe kanalen bij. De digitalisering van de samenleving, en ook die van de overheid, gaat snel en voor veel burgers is de voortschrijdende digitalisering niet (meer) bij te benen. Dit is ook van invloed op de mogelijkheid om direct contact met de overheid te krijgen.

De Nationale ombudsman wil de dienstverlening voor burgers ook in de toekomst waarborgen. De rode draad voor 2021 is de werkwijze van de Nationale ombudsman toekomstbestendig maken, zodanig dat deze past bij de relatie tussen burger en overheid in de toekomst en zodanig dat iedereen die vastloopt terecht kan bij een ombudsfunctie. Dat doet de Nationale ombudsman door:

  • Opnieuw te kijken naar wat behoorlijkheid is, zodat het normenkader past bij de relatie tussen burger en overheid in de toekomst: eerlijk, begripvol en simpel;

  • Een nog betere ombudsfunctie te realiseren, zodat iedereen die vastloopt terecht kan bij een ombudsfunctie, met focus op de één-loket-gedachte;

  • Verdieping en versterking van onze samenwerking met stakeholders, zodat de Nationale ombudsman en professionals en hulpverleners die burgers bijstaan elkaar beter kunnen vinden. Om zo ook anderen, die zich richten op de relatie burger en overheid, op weg te helpen en met hen samen te werken;

  • Het verkennen van de rol van de Nationale ombudsman bij een terugtrekkende overheid.

Dit moet ertoe leiden dat de toegang tot de Nationale ombudsman laagdrempelig is voor zowel burger, overheden en professionals voor nu en in de nabije toekomst.

Kinderombudsman

Naar aanleiding van de Wetsevaluatie is het budget voor de Kinderombudsman structureel opgehoogd met € 0,5 mln. De Kinderombudsman kan hierdoor onder andere kinderen en jongeren meer bij haar werk betrekken, door naar hun mening te vragen en op deze wijze aandachtsgebieden en prioriteiten aan te brengen in haar werk.

Deze middelen worden name besteed om:

  • meer thematische onderwerpen op te pakken waarbij de mening en visie van kinderen en jongeren centraal staan;

  • meer (structurele) informatie-uitwisseling met (groepen) kinderen en jongeren tot stand te brengen, zowel digitaal als in persoon (participatie);

  • individuele verzoeken en klachten sneller af te handelen;

  • meer invulling te geven aan de taken van de Kinderombudsman op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES-eilanden);

  • de website van de Kinderombudsman te geschikter te maken voor kinderen en jongeren en hun rechten waardoor de informatievoorziening verbetert.

Bedrijfsvoering

Ook in 2021 ligt de focus van de bedrijfsvoering op toekomstbestendig en veilig werken. In 2021 gaat de Nationale ombudsman de informatievoorziening verder professionaliseren. Vernieuwing van de belangrijkste applicaties voor het ombudswerk is daarbij nodig. Hierbij wil de Nationale Ombudsman voldoen aan de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO).

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

19.172

21.181

20.812

20.914

20.934

20.934

20.934

        

Uitgaven

19.672

21.181

20.812

20.914

20.934

20.934

20.934

        

Institutionele inrichting

17.006

18.658

18.289

18.391

18.411

18.411

18.411

Taakuitoefening Nationale ombudsman

17.006

18.658

18.289

18.391

18.411

18.411

18.411

Materiële uitgaven

2.666

2.523

2.523

2.523

2.523

2.523

2.523

Taakuitoefening medeoverheden

2.666

2.523

2.523

2.523

2.523

2.523

2.523

        

Ontvangsten

2.360

2.539

2.539

2.539

2.539

2.539

2.539

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Taakuitoefening Nationale ombudsman

De Nationale ombudsman behandelt op verzoek klachten over het optreden van de overheid. De organisatie doet dit onder andere door het plegen van interventies, het schrijven van rapporten, het doen van aanbevelingen en het uitvoeren van bemiddelingen.

De Nationale ombudsman wacht niet tot mensen aankloppen met een klacht, maar gaat in gesprek met burgers en overheden. Dat doet de Nationale ombudsman vanuit de mobiele huiskamer, maar ook tijdens werkbezoeken aan (overheids-)instanties, en door met bestuurders te spreken. De Nationale ombudsman geeft gevraagd en ongevraagd advies aan overheden om de dienstverlening te verbeteren. Daarnaast geeft de Nationale Ombudsman ook workshops en presentaties op het gebied van professionele klachtbehandeling.

Steeds meer burgers zijn actief op sociale media en daarmee is het een belangrijk communicatiemiddel om burgers te bereiken en hen te helpen met vragen en klachten over de overheid. De Nationale ombudsman monitort de reacties en leggen contact om hun signalen of klachten te behandelen.

Een voor de Nationale ombudsman belangrijke manier van proactief werken, is het uitvoeren van onderzoek uit eigen beweging naar de relatie burger - overheid. De aanleiding hiervoor kan zijn dat de Nationale ombudsman over een bepaald onderwerp veel klachten ontvangt. Of er kan maatschappelijke onrust zijn over een onderwerp. Vaak is het een combinatie van beide. De conclusies en aanbevelingen op basis van een dergelijk onderzoek gaan niet over een enkel geval, maar richten zich op uitvoering in algemene zin. De onderzoeken uit eigen beweging worden gedeeltelijk bepaald door de ombudsagenda (agenda van onderzoeken). Deze is ingedeeld in thema's en gebaseerd op signalen en klachten van burgers over overheden.

De Kinderombudsman bevordert dat de rechten van jeugdigen worden geëerbiedigd door overheidsinstanties en door privaatrechtelijke organisaties, door middel van het voorlichten en geven van informatie over de rechten van jeugdigen, het gevraagd en ongevraagd advies geven aan de regering en de Tweede Kamer over wetgeving en beleid dat rechten van jeugdigen raakt, het doen van onderzoek naar eerbiediging van de rechten van jeugdigen naar aanleiding van klachten of uit eigen beweging. Ook houdt de Kinderombudsman toezicht op de wijze waarop klachten van jeugdigen of hun wettelijke vertegenwoordigers door de daartoe bevoegde instanties worden behandeld.

De Veteranenombudsman bevordert dat de rechten van veteranen worden geëerbiedigd door overheidsinstanties en door privaatrechtelijke organisaties. Naast de behandeling van klachten van veteranen, voert de Veteranenombudsman ook onderzoeken uit eigen beweging uit bij structurele aandachtspunten. Daarnaast heeft de Veteranenombudsman ook de taak om regering en Tweede Kamer te informeren over zijn bevindingen. De Veteranenombudsman adviseert gevraagd én ongevraagd de regering en Tweede Kamer over de uitvoering van de Veteranenwet en over beleid dat een behoorlijke behandeling van veteranen raakt.

Tabel 7 Klachtenbehandeling rijksoverheid
 

2017

2018

2019

2020

2021

   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Ontwerp begroting

Nationale ombudsman

23.240

23.230

27.520

27.520

27.520

Kinderombudsman

2.450

2.000

2.110

2.110

2.110

Veteranenombudsman

150

200

280

300

300

      

Totaal

25.840

25.430

29.910

29.930

29.930

Taakuitoefening medeoverheden

Naast de provincies, de waterschappen en bijna alle gemeenschappelijke regelingen zijn 73% van de 355 (stand per 1 januari 2020) gemeenten aangesloten bij de Nationale ombudsman voor hun klachtbehandeling. Mede door deze hoge dekkingsgraad fungeert de Nationale ombudsman als kenniscentrum voor klachtbehandeling door medeoverheden.

Tabel 8 Percentage aangesloten gemeenten bij de Nationale ombudsman
 

2017

2018

2019

2020

2021

   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Ontwerp begroting

Percentage aangesloten gemeenten

71%

73%

73%

73%

73%

Ontvangsten

De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de activiteiten van de Nationale ombudsman in opdracht van provincies, waterschappen en gemeenten en voor de uitvoering van internationale projecten.

2.4 Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden

A. Algemene doelstelling

De Kanselarij der Nederlandse Orden (KNO) is bij Koninklijk Besluit (KB) van 3 juni 1844 ingesteld. De Kanselarij der Nederlandse Orden is de organisatie die:

  • het Kapittel der Militaire Willems-Orde en het Kapittel voor de Civiele Orden huisvest en ambtelijk ondersteunt in hun advisering over de voorstellen tot decoratieverlening;

  • zorg draagt voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen en voor de correcte verzending ervan aan de betrokken ministeries;

  • zorgt dat registers worden aangehouden van in het Koninkrijk der Nederlanden onderscheiden personen.

Kapittel der Militaire Willems-Orde

De taken van het Kapittel der Militaire Willems-Orde behelzen:

  • het adviseren van het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur over de voordrachten voor benoeming of bevordering in en ontslag uit de Orde dan wel over aanvragen om in de Orde te worden opgenomen of bevorderd;

  • het verstrekken van inlichtingen aan het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur alsmede het geven van inzage in alle zakelijke gegevens en bescheiden aan deze departementen;

  • het aanhouden van registers voor elk der vier klassen van ridders;

  • het houden van aantekening van verlening van het ordeteken aan onderdelen van de krijgsmacht.

Kapittel voor de Civiele Orden

Het Kapittel voor de Civiele Orden heeft als adviescollege op landelijk niveau tot taak Onze Minister wie het aangaat te adviseren over het verlenen van onderscheidingen in één van de Civiele Orden.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Voor 2021 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

6.740

7.031

4.595

4.595

4.596

4.596

4.146

        

Uitgaven

5.739

7.031

4.595

4.595

4.596

4.596

4.146

        

Institutionele inrichting

4.539

4.614

2.868

2.868

2.869

2.869

2.869

Apparaat

4.539

4.614

2.868

2.868

2.869

2.869

2.869

Materiële uitgaven

1.200

2.417

1.727

1.727

1.727

1.727

1.277

Decoraties

1.199

2.412

1.722

1.722

1.722

1.722

1.272

Riddertoelagen

1

5

5

5

5

5

5

        

Ontvangsten

343

199

199

199

199

199

199

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Apparaat

De afdeling Decoratie & Advies (D&A) van de Kanselarij der Nederlandse Orden is belast met de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden ontleend aan de taken van het Kapittel voor de Civiele Orden. In concreto worden alle voorstellen voor decoratie met betrekking tot de Civiele Orden voorzien van een inhoudelijk pré-advies.

De afdeling Bedrijfsvoering (BV) is belast met de aanschaf, beheer en verstrekking van de versierselen en met de reguliere PIOFACH-taken van de Kanselarij der Nederlandse Orden inclusief de facilitaire ondersteuning van het Kapittel voor de Civiele Orden en het Kapittel der Militaire Willems-Orde.

Decoraties

Dit budget betreft de middelen voor de aanschaf, beheer en de verstrekking van de versierselen en oorkondes behorende bij de Orde van Oranje-Nassau, de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Militaire Willems-Orde. Daarnaast worden Erepenningen Menslievend Hulpbetoon, medailles en oorkondes van de Nationale Politie, Vrijwilligersmedailles, Trouwe dienstmedailles van de Landmacht, Luchtmacht en Marine, Officiersdienstkruizen, medailles ten behoeve van Buitenlandse staatsbezoeken en een aantal dapperheidonderscheidingen van het Ministerie van Defensie door de Kanselarij der Nederlandse Orden aangeschaft, beheerd en uitgegeven.

Riddertoelagen

Aan de weduwen van de Ridders Militaire Willems-Orde-4e klasse wordt van rechtswege een jaarlijkse riddertoelage uitgekeerd.

Ontvangsten

De ontvangsten van de Kanselarij bestaan voornamelijk uit borgsommen gestort door gedecoreerden of nabestaanden van gedecoreerden. Als na overlijden van een gedecoreerde de nabestaanden besluiten het versiersel niet terug te sturen, maar in bruikleen te houden staat daar een borgsomvergoeding tegenover.

2.5 Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

A. Algemene doelstelling

Het Kabinet van de Gouverneur van Aruba heeft tot taak het ondersteunen van de Gouverneur van Aruba in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van Aruba en in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk. Gezien deze ondersteunende rol zijn de taken van het Kabinet een afgeleide van de taken en bevoegdheden van de Gouverneur, die voornamelijk zijn geregeld in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Aruba en het Reglement voor de Gouverneur van Aruba. Het kabinet heeft ook tot taak het behandelen van consulaire aangelegenheden aangezien de gouverneur tevens bevoegdheden heeft in het kader van de verkrijging van het Nederlanderschap en de verstrekking van paspoorten en visa aan personen die woonachtig zijn in Aruba.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

Voor het handelen van de gouverneur als landsorgaan leggen de ministers van Aruba verantwoording af aan de Staten van Aruba. De gouverneur is als Koninkrijksorgaan verantwoordelijk aan de regering van het Koninkrijk.

De gouverneur onderhoudt contacten met de minister-president en overige Ministers van Aruba, de Staten, maatschappelijke organisaties en met ministers en andere bestuurders van de andere landen van het Koninkrijk. De gouverneur onderhoudt ook contacten met ambassadeurs van het Koninkrijk en van andere staten in de regio. De relaties met de Gouverneurs van Sint Maarten en Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.

Het kabinet onderhoudt contacten met andere organen van de overheid, zowel binnen als buiten het Koninkrijk. Bij de uitvoering van rijksregelgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten van Nederland.

C. Beleidswijzigingen

Voor 2021 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 Kabinet van de Gouverneur van Aruba (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

2.399

1.964

1.958

1.958

1.958

1.958

1.958

        

Uitgaven

2.399

1.964

1.958

1.958

1.958

1.958

1.958

        

Institutionele inrichting

2.399

1.964

1.958

1.958

1.958

1.958

1.958

Kabinet Gouverneur Aruba

2.399

1.964

1.958

1.958

1.958

1.958

1.958

        

Ontvangsten

108

60

60

60

60

60

60

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Kabinet Gouverneur Aruba

Ondersteunen van de Gouverneur

Het Kabinet informeert de Gouverneur inzake politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen, doch vormt geen beleid. Het draagt tevens zorg voor de doorgeleiding van aan de Gouverneur gerichte correspondentie en handelt deze af. Voorts bereidt het Kabinet de binnen- en buitenlandse bezoeken van de Gouverneur voor en begeleidt hem hierin. Het Kabinet ondersteunt de Gouverneur tijdens de formatie van een nieuwe regering.

Landsbesluiten en landsverordeningen

De Gouverneur stelt de landsverordeningen en landsbesluiten vast. Het Kabinet staat de Gouverneur bij in de uitoefening van deze taak met het oog op de kwaliteit van de besluitvorming en de toetsing aan het Statuut, een verdrag, een rijkswet of een algemene maatregel van rijksbestuur, dan wel aan belangen, waarvan de verzorging of waarborging aangelegenheid van het Koninkrijk zijn.

Uitvoeringstaken

Het Kabinet zorgt, namens de Gouverneur, voor afkondigingen van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur. Het Kabinet draagt tevens, namens de Gouverneur, zorg voor de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en voor de registratie, beoordeling en doorgeleiding van naturalisatieverzoeken. Het Kabinet behandelt aanvragen voor toestemming aan vreemde (militaire) schepen en vliegtuigen, die Aruba willen aandoen of de Arubaanse wateren respectievelijk het Arubaanse luchtruim wensen te doorkruisen. Het Kabinet behandelt tevens aanvragen voor militaire bijstand.

Paspoortafgifte aan ingezetenen van Aruba

De Gouverneur heeft de afgifte van paspoorten aan ingezetenen van Aruba gemandateerd aan de Directie Bevolking (Censo) van Aruba. Het Kabinet heeft namens de Gouverneur de eindverantwoordelijkheid voor de afgifte van reisdocumenten.

Ontvangsten

De ontvangsten van het Kabinet bestaan uit leges in verband met de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en uit ingediende verzoeken om optie en naturalisatie.

3.6 Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

A. Algemene doelstelling

De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao is het optimaal ondersteunen van de gouverneur in de uitoefening van zijn taken in zijn beide hoedanigheden: als het hoofd van de regering van het land Curaçao en als orgaan van het Koninkrijk. De taken van het kabinet zijn afgeleid van de wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Curaçao zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Curaçao, verschillende (organieke) Curaçaose landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement van de Gouverneur van Curaçao.

Aan het feit dat de gouverneur het bevoegde orgaan is in de uitvoeringsregelingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur dienstverlenende, uitvoerende consulaire werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Voor 2021 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 Kabinet van de Gouverneur van Curaçao (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

2.945

2.976

2.968

2.968

2.968

2.968

2.968

        

Uitgaven

2.945

2.976

2.968

2.968

2.968

2.968

2.968

        

Institutionele inrichting

2.945

2.976

2.968

2.968

2.968

2.968

2.968

Kabinet Gouverneur Curaçao

2.945

2.976

2.968

2.968

2.968

2.968

2.968

        

Ontvangsten

97

200

200

200

200

200

200

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Kabinet Gouverneur Curaçao

Ondersteunen van de Gouverneur

Het Kabinet analyseert maatschappelijke, politieke, juridische, bestuurlijke, economische, sociale en financiële ontwikkelingen en adviseert de Gouverneur hierover. Het gaat hierbij om een veelheid aan onderwerpen, van belastingwetgeving tot constitutionele verhoudingen, van armoedebeleid tot budgetdiscipline, van privatisering tot non-gouvernementele organisatie (NGO)-beleid. Het Kabinet is geen beleidsvormend orgaan. De informatieverwerving en analyses zijn uitsluitend bedoeld ter advisering aan de Gouverneur. De ambtelijke ondersteuning van de Gouverneur is erop gericht dat de Gouverneur zijn taken als Lands- en Koninkrijksorgaan op adequate wijze kan vervullen.

De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Curaçao als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden, ook door het kabinet ten behoeve van de Gouverneur met de Staten van Curaçao, met Ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Curaçao en Nederland. Verder zijn de relaties met de collega Gouverneurs van Aruba en Sint Maarten geïnstitutionaliseerd.

Bekrachtiging Landsverordeningen en Landsbesluiten

De Gouverneur is belast met het toezicht op de naleving van rijkswetten, algemene maatregelen van rijksbestuur en verdragen. In verband hiermee bereidt het Kabinet de toetsing voor van de aan de Gouverneur voorgelegde Curaçaose (concept-) regelgeving aan het hoger wettelijk kader, Koninkrijksbelangen en algemene beginselen van behoorlijk bestuur, alvorens de stukken ter vaststelling worden voorgelegd aan de Gouverneur. Aangeboden stukken worden tijdig en in correcte vorm aan de Gouverneur ter tekening of ter goedkeuring voorgelegd.

Uitvoeringstaken

Uit enkele verdragen en rijkswetten vloeit voort, dat de Gouverneur de uitvoering (van delen daarvan) daarvan verzorgt. Hierbij gaat het met name om de Rijkswet op het Nederlanderschap, en de Paspoortwet en de vigerende visumregelgeving. In verband hiermee werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Het Kabinet bereidt de afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur voor, behandelt de aanvragen voor overvliegvergunningen en havenbezoeken, verzoekschriften en voorstellen voor Koninklijke onderscheidingen. Aanvragen voor naturalisatie en/of optie, paspoorten en visa worden volgens de geldende voorschriften behandeld. Op de – deels aan de landsdienst Burgerzaken (Kranshi) gemandateerde - bevoegdheid voor de uitgifte van paspoorten door het land Curaçao wordt actief toezicht gehouden.

Bedrijfsvoering

De zorg voor de medewerkers en het beheer van de huisvesting, het secretariaat, de (financiële) administratie, de receptie en het archief maken het gezamenlijk mogelijk dat het Kabinet zijn inhoudelijke taken naar behoren kan uitoefenen. Het Kabinet ondersteunt tevens de logistieke en facilitaire taken ten behoeve van het Paleis van de Gouverneur. Toezicht op doelmatigheid en rechtmatigheid van de ontvangsten en uitgaven vormen eveneens een belangrijk onderdeel van het bedrijfsvoeringsproces.

Ontvangsten

De ontvangsten van het Kabinet bestaan uit leges in verband met de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en uit optie- en naturalisatiegelden.

2.7 Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

A. Algemene doelstelling

De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten is het ondersteunen van de gouverneur in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van het land Sint Maarten en als vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk.

De taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Sint Maarten zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Sint Maarten, verschillende (organieke) Sint Maartense landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten.

Aan het feit dat de gouverneur bevoegd orgaan is tot uitvoering van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

De bestuurlijke rol van de gouverneur zowel binnen Sint Maarten als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat door het kabinet ten behoeve van de Gouverneur op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden met de Staten van Sint Maarten, met ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Sint Maarten en Nederland. De relaties met de Gouverneurs van Aruba en van Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.

Met name bij de uitvoering van (rijks-)wetgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Sint Maarten heeft het kabinet intensief contact met de Staten, de Raad van Ministers, de Hoge Colleges van Staat en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Sint Maarten heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten aan ingezetenen van Sint Maarten deels gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken (Census Office).

C. Beleidswijzigingen

Voor 2021 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

2.400

2.183

2.157

2.157

2.157

2.157

2.157

        

Uitgaven

2.400

2.183

2.157

2.157

2.157

2.157

2.157

        

Institutionele inrichting

2.400

2.183

2.157

2.157

2.157

2.157

2.157

Kabinet Gouverneur Sint Maarten

2.400

2.183

2.157

2.157

2.157

2.157

2.157

        

Ontvangsten

81

75

75

75

75

75

75

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Kabinet Gouverneur Sint Maarten

Ondersteunen van de Gouverneur

Het kabinet verzamelt informatie aangaande politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen en informeert de Gouverneur daarover. Het Kabinet is geen beleidsvormend orgaan. Het Kabinet voert de correspondentie namens de Gouverneur en begeleidt deze bij binnenlandse en buitenlandse bezoeken. Voorts behandelt en geleidt het Kabinet de aan de Gouverneur verrichte verzoekschriften door.

Bekrachtigen landsverordeningen en Landsbesluiten

De Gouverneur stelt alle landsregelgeving en landsbesluiten vast. Het Kabinet staat de Gouverneur bij in de uitoefening van deze taak met het oog op de kwaliteit van de besluitvorming.

Uitvoeringstaken

Het Kabinet draagt zorgt voor afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur. In diverse verdragen en rijkswetten is bepaald dat de Gouverneur belast is met de uitvoering daarvan. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de Paspoortwet, het Verdrag van Schengen en de Rijkswet op het Nederlanderschap. Zo geeft het Kabinet paspoorten, laissez-passers en visa uit, beoordeelt en besluit op optieverklaringen, registreert en geleidt naturalisatieverzoeken door en organiseert de naturalisatieceremonies. Ook behandelt het Kabinet aanvragen voor militaire bijstand van de landsregering en aanvragen voor toestemming van vreemde militaire schepen en militaire luchtvaartuigen die de Sint Maartense wateren respectievelijk het luchtruim willen bezoeken dan wel willen doorkruisen.

Paspoortuitgifte aan ingezetenen Sint Maarten

De Voortgangscommissie Sint Maarten heeft zich in haar rapporten opeenvolgend positief uitgelaten over de bereikte resultaten bij de Burgeradministratie. Dit heeft ertoe geleid dat de Gouverneur de uitgifte van paspoorten aan ingezeten van Sint Maarten met ingang van 10 oktober 2011 heeft gemandateerd aan het Hoofd van de Burgeradministratie. Tegelijkertijd blijft het op 10-10-‘10 gesloten convenant, en het daarin opgenomen toezichtinstrument, onverkort van kracht. Op basis daarvan vindt, aan de hand van maandrapportages, maandelijks overleg plaats tussen het hoofd Burgeradministratie en de directeur van het Kabinet van de Gouverneur.

Ontvangsten

Het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten heeft ontvangsten uit consulaire producten, naturalisaties en opties, nationale paspoorten, nooddocumenten en visa.

2.8 Artikel 9. Kiesraad

A. Algemene doelstelling

De Kiesraad fungeert als centraal stembureau voor de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europese Parlement. De Kiesraad registreert partijaanduidingen, nummert kandidatenlijsten en stelt de officiële verkiezingsuitslagen voor deze verkiezingen vast. Daarnaast is de Kiesraad het adviesorgaan voor het kabinet en parlement op het terrein van het kiesrecht en de organisatie en uitvoering van verkiezingen. Verder verschaft de Kiesraad informatie aan gemeenten, provincies, politieke partijen, burgers en media over kiesrecht en verkiezingen.

De Kiesraad treedt het gehele jaar door op als kennis- en informatiepunt over kiesrecht en verkiezingen voor gemeenten, provinciale griffies, politieke partijen, kiezers en media. Voorts adviseert de Kiesraad de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over kiesrechtelijke geschillen waarbij de Kiesraad niet zelf partij is.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Halverwege 2022 loopt de overeenkomst af met de leverancier van de programmatuur dat gebruikt wordt voor de kandidaatstelling en het berekenen van de uitslag van de verkiezingen (OSV). Het voornemen is om in 2021 een aanbesteding te starten voor het beheer en onderhoud van OSV en voor vernieuwingen in het digitaal hulpmiddel voor het berekenen van de uitslag en de zetelverdeling.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 Kiesraad (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

5.144

3.342

3.766

2.616

2.466

2.466

2.466

        

Uitgaven

3.275

4.227

4.947

2.616

2.466

2.466

2.466

        

Institutionele inrichting

3.275

4.227

4.947

2.616

2.466

2.466

2.466

Kiesraad

3.275

4.227

4.947

2.616

2.466

2.466

2.466

        

Ontvangsten

95

0

0

0

0

0

0

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Kiesraad

De Kiesraad is belast met uitgaven die betrekking hebben op vaste – verplichte – zaken zoals de personele exploitatie, externe inhuur, materieel en loonkosten voor het secretariaat van de Kiesraad. Doelmatigheid, juistheid, tijdigheid en rechtmatigheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.

De Kiesraad is belast met uitgaven in directe relatie tot de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer, het Europese Parlement en het kennis- en informatiepunt zoals de beheerkosten van automatiseringssoftware, aanschaf hardware, communicatieadvies en communicatiemiddelen.

Het hogere budget voor de jaren 2021 en 2022 betreft een eerder ontvangen bijdrage voor de ontwikkeling van de nieuwe versie van Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV). Daarnaast betreft het uitgaven gerelateerd aan het beheer en onderhoud van OSV om de landelijke verkiezingen van 2021 en de decentrale verkiezingen van 2022 mogelijk te maken, ook hiervoor zijn reeds eerder middelen toegevoegd aan de begroting.

3. Niet-beleidsartikelen

3.1 Artikel 10. Nog onverdeeld

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 14 Budgettaire gevolgen artikel 10 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

        

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

        

Nog te verdelen

0

0

0

0

0

0

0

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Onvoorzien

0

0

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Toelichting

Vanuit dit artikel is de loon- en prijsbijstelling naar de artikelen geboekt.

4. Bijlagen

Bijlage 1. ZBO's en RWT's

Tabel 15 Overzicht Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (vallend onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)

Naam organisatie

RWT/ZBO

Begrotingsartikel

Begrotingsramingen

Uitgevoerde evaluatie ZBO onder Kaderwet

Volgende evaluatie ZBO

Kiesraad

ZBO

Artikel 9

4.782

Valt onder de Kaderwet sinds 2013

Was voorzien in 2019, maar i.v.m. transitie Kiesraad: nader te bepalen

Bijlage 2. Verdiepingsbijlage

Beleidsartikel 1 Raad van State

Uitgaven

Tabel 16 Uitgaven beleidsartikel 1. Raad van State (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

67.034

63.056

60.881

60.426

60.426

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

5.334

0

0

0

0

Extrapolatie

60.426

Nieuwe mutaties

2.654

2.541

1.965

1.950

1.950

1.950

Waarvan:

      

1) Loon- en prijsbijstelling 2020

2.175

2.041

1.965

1.950

1.950

1.950

2) Niet-huisvestingskosten

500

500

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2021

75.022

65.597

62.846

62.376

62.376

62.376

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2020.

2. Niet-huisvestingskosten

Dit betreft een overboeking van niet-huisvestingskosten in relatie tot project Renovatie Binnenhof naar de Raad van State.

Ontvangsten

Tabel 17 Ontvangsten beleidsartikel 1. Raad van State (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

0

0

0

0

0

Extrapolatie

1.950

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2021

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

Beleidsartikel 2 Algemene Rekenkamer

Uitgaven

Tabel 18 Uitgaven beleidsartikel 2. Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

33.140

32.720

33.236

33.242

33.243

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

250

0

0

0

0

Extrapolatie

33.243

Nieuwe mutaties

1.037

824

841

841

841

841

Waarvan:

      

1) Loon- en prijsbijstelling 2020

1.037

1.024

1.041

1.041

1.041

1.041

2) Detacheringen

0

‒ 200

‒ 200

‒ 200

‒ 200

‒ 200

       

Stand ontwerpbegroting 2021

34.427

33.544

34.077

34.083

34.084

34.084

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2020.

2. Detacheringen

Vanaf 2021 worden ontvangsten voor uit detacheringen meer gesaldeerd geboekt. De Rekenkamer hanteert op deze manier een meer uniforme werkwijze. Tegen deze achtergrond wordt de raming voor de ontvangsten en de uitgaven met € 0,2 mln. verlaagd.

Ontvangsten

Tabel 19 Ontvangsten beleidsartikel 2. Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

1.217

1.217

1.217

1.217

1.217

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

0

0

0

0

0

Extrapolatie

1.217

Nieuwe mutaties

0

‒ 200

‒ 200

‒ 200

‒ 200

‒ 200

Waarvan:

      

1) Detacheringen

0

‒ 200

‒ 200

‒ 200

‒ 200

‒ 200

       

Stand ontwerpbegroting 2021

1.217

1.017

1.017

1.017

1.017

1.017

Toelichting

1. Detacheringen

Vanaf 2021 worden ontvangsten voor uit detacheringen meer gesaldeerd geboekt. De Rekenkamer hanteert op deze manier een meer uniforme werkwijze. Tegen deze achtergrond wordt de raming voor de ontvangsten en de uitgaven met € 0,2 mln. verlaagd.

Beleidsartikel 3. De Nationale ombudsman

Uitgaven

Tabel 20 Uitgaven beleidsartikel 3. De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

19.800

19.441

19.540

19.560

19.560

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

850

850

850

850

850

Extrapolatie

20.410

Nieuwe mutaties

531

521

524

524

524

524

Waarvan:

      

1) Loon- en prijsbijstelling 2020

531

521

524

524

524

524

       

Stand ontwerpbegroting 2021

21.181

20.812

20.914

20.934

20.934

20.934

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2020.

Ontvangsten

Tabel 21 Ontvangsten beleidsartikel 3. De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

2.189

2.189

2.189

2.189

2.189

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

350

350

350

350

350

Extrapolatie

2.539

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2021

2.539

2.539

2.539

2.539

2.539

2.539

Beleidsartikel 4 Kanselarij der Nederlandse Orden

Uitgaven

Tabel 22 Uitgaven beleidsartikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

4.434

4.380

4.380

4.381

4.381

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

2.484

103

103

103

103

Extrapolatie

     

4.034

Nieuwe mutaties

113

112

112

112

112

112

Waarvan:

      

1) Loon- en prijsbijstelling 2020

113

112

112

112

112

112

       

Stand ontwerpbegroting 2021

7.031

4.595

4.595

4.596

4.596

4.146

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2020.

Ontvangsten

Tabel 23 Ontvangsten beleidsartikel 4 Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

199

199

199

199

199

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

0

0

0

0

0

Extrapolatie

199

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2021

199

199

199

199

199

199

Beleidsartikel 6 Kabinet van de Gouverneur van Aruba

Uitgaven

Tabel 24 Uitgaven beleidsartikel 6 Kabinet van de Gouverneur van Aruba (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

1.908

1.902

1.902

1.902

1.902

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

0

0

0

0

0

Extrapolatie

1.902

Nieuwe mutaties

56

56

56

56

56

56

Waarvan:

      

1) Loon- en prijsbijstelling 2020

56

56

56

56

56

56

       

Stand ontwerpbegroting 2021

1.964

1.958

1.958

1.958

1.958

1.958

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2020.

Ontvangsten

Tabel 25 Ontvangsten beleidsartikel 6 Kabinet van de Gouverneur van Aruba (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

60

60

60

60

60

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

0

0

0

0

0

Extrapolatie

60

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2021

60

60

60

60

60

60

Beleidsartikel 7 Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

Uitgaven

Tabel 26 Uitgaven beleidsartikel 7 Kabinet van de Gouverneur van Curaçao (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

2.896

2.888

2.888

2.888

2.888

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

0

0

0

0

0

Extrapolatie

2.888

Nieuwe mutaties

80

80

80

80

80

80

Waarvan:

      

1) Loon- en prijsbijstelling 2020

80

80

80

80

80

80

       

Stand ontwerpbegroting 2021

2.976

2.968

2.968

2.968

2.968

2.968

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2020.

Ontvangsten

Tabel 27 Ontvangsten beleidsartikel 7 Kabinet van de Gouverneur van Curaçao (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

200

200

200

200

200

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

0

0

0

0

0

Extrapolatie

200

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2021

200

200

200

200

200

200

Beleidsartikel 8 Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

Uitgaven

Tabel 28 Uitgaven beleidsartikel 8 Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

2.105

2.099

2.099

2.099

2.099

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

19

0

0

0

0

Extrapolatie

2.099

Nieuwe mutaties

59

58

58

58

58

58

Waarvan:

      

1) Loon- en prijsbijstelling 2020

59

58

58

58

58

58

       

Stand ontwerpbegroting 2021

2.183

2.157

2.157

2.157

2.157

2.157

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2020.

Ontvangsten

Tabel 29 Ontvangsten beleidsartikel 8 Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

75

75

75

75

75

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

0

0

0

0

0

Extrapolatie

75

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2021

75

75

75

75

75

75

Beleidsartikel 9 Kiesraad

Uitgaven

Tabel 30 Uitgaven beleidsartikel 9 Kiesraad (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

2.465

2.401

2.401

2.401

2.401

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

1.523

2.381

150

0

0

Extrapolatie

2.401

Nieuwe mutaties

239

165

65

65

65

65

Waarvan:

      

1) Loon- en prijsbijstelling 2020

67

65

65

65

65

65

2) Ondersteuning digitaal hulpmiddel

172

100

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2021

4.227

4.947

2.616

2.466

2.466

2.466

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2020.

2. Ondersteuning digitaal hulpmiddel

De Kiesraad ontvangt een bijdrage voor extra capaciteit voor de ontwikkeling en het beheer en onderhoud van het digitaal hulpmiddel uitslagvaststelling.

Ontvangsten

Tabel 31 Ontvangsten beleidsartikel 9 Kiesraad (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

0

0

0

0

0

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

0

0

0

0

0

Extrapolatie

0

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2021

0

0

0

0

0

0

Artikel 10. Nog onverdeeld

Uitgaven

Tabel 32 Uitgaven artikel 10 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

0

0

0

0

0

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

4.118

3.957

3.901

3.886

3.886

Extrapolatie

3.886

Nieuwe mutaties

‒ 4.118

‒ 3.957

‒ 3.901

‒ 3.886

‒ 3.886

‒ 3.886

Waarvan:

      

1) Loon- en prijsbijstelling 2020

‒ 4.118

‒ 3.957

‒ 3.901

‒ 3.886

‒ 3.886

‒ 3.886

       

Stand ontwerpbegroting 2021

0

0

0

0

0

0

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstelling 2020.

Ontvangsten

Tabel 33 Ontvangsten artikel 10 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Stand ontwerpbegroting 2020

0

0

0

0

0

Mutatie Nota van wijziging 2020

Mutatie amendement 2020

Mutatie 1e suppletoire begroting 2020

0

0

0

0

0

Extrapolatie

0

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2021

0

0

0

0

0

0

Naar boven