35 554 Wijziging van de Mediawet 2008 met het oog op de versterking van het toekomstperspectief van de publieke omroep

L VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 3 november 2021

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1 heeft kennisgenomen van de brief van 7 juli 2021 waarin de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media ingaat op een reeks toezeggingen gedaan tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Versterking van het toekomstperspectief van de publieke omroep.2 De brief van 7 juli jl. is voor de leden van de PVV-fractie nog aanleiding enige vragen aan de Minister voor te leggen.

Naar aanleiding hiervan is op 5 oktober 2021 een brief gestuurd aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media.

De Minister heeft op 2 november 2021 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dragstra

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media

Den Haag, 5 oktober 2021

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft kennisgenomen van uw brief van 7 juli 2021 waarin u ingaat op een reeks toezeggingen gedaan tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Versterking van het toekomstperspectief van de publieke omroep.3 De commissie wil u laten weten dat zij de toezeggingen T03056 (Salarissen publieke omroep) en T03058 (Veiligheid van journalisten) als voldaan heeft aangemerkt. Al eerder heeft de commissie u laten weten dat zij toezegging T03060 over onafhankelijk onderzoek naar duurzame versterking van de publieke omroep als openstaand beschouwt. Bij brief van 20 juli jl. is aan u gevraagd dit onderzoek op de toegezegde wijze uit te voeren, te weten breed en fundamenteel.4 De commissie vertrouwt erop dat u aan dit verzoek zult voldoen.

Uw brief van 7 juli jl. is voor de leden van de PVV-fractie nog aanleiding enige vragen aan u voor te leggen.

  • 1. U bent conform toezegging T03060 bereid om onderzoek te doen naar duurzame versterking van de publieke omroep. Daarbij gaat het onder andere over hoe we ervoor zorgen dat onafhankelijke informatievoorziening geborgd is en zichtbaar en relevant blijft. Wat verstaat u onder duurzame versterking?

  • 2. Voorafgaand aan de nieuwe concessieperiode evalueert de evaluatiecommissie de prestaties van de NPO op het gebied van aanbod, publiek en organisatie. U streeft daarbij naar een duurzame versterking van de publieke omroep. Kunt u aangeven wat u met betrekking tot de duurzame versterking van de publieke omroep voornemens bent te gaan doen aan het borgen van onafhankelijke pluriforme informatievoorziening c.q. het indammen van de eenzijdige politiek-bestuurlijke invloed binnen de NPO en de politieke eenzijdigheid in de programmering bij de NPO?

  • 3. In de jaarverslagen van de publieke omroepen dienen de salarissen van topfunctionarissen die boven het WNT5-maximum liggen expliciet te worden vermeld. Kunt u aangeven hoeveel topfunctionarissen, zowel bij de landelijke als bij de regionale publieke omroep, ondanks de gestelde WNT-norm nog steeds boven het WNT-maximum zitten? En wat doet u concreet, dan wel wat kunt u concreet doen om deze salarissen weer op het gewenste WNT-niveau te krijgen?

  • 4. Naar aanleiding van het rapport «Agressie en bedreiging richting journalisten 2021» en de genoemde brief van 7 juli jl., waarin u inzake de veiligheid van journalisten meldt dat er maatregelen zijn genomen om de positie van journalisten tegen agressie, bedreiging en geweld te versterken, hebben de leden van de PVV-fractie nog de volgende vraag. Kunt u aangeven in hoeverre de genomen maatregelen effectief zijn en niet ten koste gaan van de reguliere criminaliteitsbestrijding? Dit gelet op de aanslag op journalist Peter R. de Vries en de zorg die tien regioburgemeesters samen met het Openbaar Ministerie (OM) en de politiechef6 hebben neergelegd bij het kabinet en de informateur inzake de onderbezetting bij politie, justitie, het OM en de rechterlijke macht, waardoor de veiligheid niet alleen van journalisten maar ook die van de burger niet meer optimaal kan worden gegarandeerd.

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet met belangstelling uit naar uw reactie en ontvangt deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

Voorzitter van de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wet M.J. Verkerk

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2021

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van het lid PVV over Toezeggingen T03056, T03058 en T03060.

De vragen werden ingezonden op 5 oktober 2021 met kenmerk 167605.03u.

Uw eerste vraag luidde: u bent conform toezegging T03060 bereid om onderzoek te doen naar duurzame versterking van de publieke omroep. Daarbij gaat het onder andere over hoe we ervoor zorgen dat onafhankelijke informatievoorziening geborgd is en zichtbaar en relevant blijft. Wat verstaat u onder duurzame versterking?

Ik versta onder «duurzame versterking» een overheidsbeleid jegens de publieke omroep dat de publieke omroep in voldoende mate financieel en wettelijk toerust (=versterking) voor een langere periode (=duurzaam). Zo heb ik ook de vraag vanuit uw Kamer verstaan.

Uw tweede vraag was: voorafgaand aan de nieuwe concessieperiode evalueert de evaluatiecommissie de prestaties van de NPO op het gebied van aanbod, publiek en organisatie. U streeft daarbij naar een duurzame versterking van de publieke omroep. Kunt u aangeven wat u met betrekking tot de duurzame versterking van de publieke omroep voornemens bent te gaan doen aan het borgen van onafhankelijke pluriforme informatievoorziening c.q. het indammen van de eenzijdige politiek-bestuurlijke invloed binnen de NPO en de politieke eenzijdigheid in de programmering bij de NPO?

Landelijke omroepen vervullen een bij wet gedefinieerde publieke taak en ontvangen voor de uitvoering daarvan passende financiering uit overheidsmiddelen. Zij zijn echter volstrekt onafhankelijk in de uitvoering van die publieke taak. Die onafhankelijkheid is zowel in de Grondwet als de Mediawet 2008 gewaarborgd. Zo kunnen aan de financiering geen inhoudelijke voorwaarden worden verbonden en is voorafgaand toezicht uitgesloten. Verder is wettelijk vastgelegd dat het media-aanbod vrij is van overheidsinvloeden, dat de omroepen zelf verantwoordelijk zijn voor wat ze uitzenden en dat zij moeten zorgen dat hun programmamakers onafhankelijk hun werk kunnen doen. Daar bemoei ik mij als verantwoordelijk Minister niet mee.

Uw derde vraag was: in de jaarverslagen van de publieke omroepen dienen de salarissen van topfunctionarissen die boven het WNT7-maximum liggen expliciet te worden vermeld. Kunt u aangeven hoeveel topfunctionarissen, zowel bij de landelijke als bij de regionale publieke omroep, ondanks de gestelde WNT-norm nog steeds boven het WNT-maximum zitten? En wat doet u concreet, dan wel wat kunt u concreet doen om deze salarissen weer op het gewenste WNT-niveau te krijgen?

Dit kabinet heeft zich sterk ingezet om de salarissen van topfunctionarissen en presentatoren bij de publieke omroep binnen maatschappelijk verantwoorde grenzen te brengen. Voor bestuurders, toezichthouders en presentatoren in dienst van een publieke omroep is dit, op een klein aantal contracten uit het verleden waarvoor overgangsrecht geldt na, ook gerealiseerd.

Voor topfunctionarissen laten de aantallen volgens opgave van de NPO en de RPO zien dat er sprake is van een sterke afname: in 2020 waren er nog 2 topfunctionarissen die met overgangsrecht boven de WNT-norm zaten. Er was nog één presentator die boven de BPPO (Beloning Presentatoren in de Publieke Omroep) zat. Desalniettemin heb ik een aantal maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de salarissen van medewerkers bij de publieke omroep binnen het maatschappelijk aanvaardbare worden gebracht. De belangrijkste daarvan is dat per 1 januari 2021 de WNT-maxima voor topfunctionarissen in de mediasector verlaagd zijn. Media-instellingen zijn op basis van onder andere grootte en complexiteit ingedeeld in verschillende bezoldigingsklassen. Dit zorgt ervoor dat een bestuurder bij een kleinere regionale omroep een lager WNT-maximum heeft dan een bestuurder bij een grotere omroep. Deze maatregel zal vermoedelijk tevens betekenen dat in 2021 het aantal topfunctionarissen dat boven de verlaagde norm zit hoger zal liggen dat het aantal in 2020. Voor deze overschrijdingen geldt echter het gebruikelijke overgangsrecht van 7 jaar.

En tot slot uw vierde vraag: naar aanleiding van het rapport «Agressie en bedreiging richting journalisten 2021» en de genoemde brief van 7 juli jl., waarin u inzake de veiligheid van journalisten meldt dat er maatregelen zijn genomen om de positie van journalisten tegen agressie, bedreiging en geweld te versterken, hebben de leden van de PVV-fractie nog de volgende vraag. Kunt u aangeven in hoeverre de genomen maatregelen effectief zijn en niet ten koste gaan van de reguliere criminaliteitsbestrijding? Dit gelet op de aanslag op journalist Peter R. de Vries en de zorg die tien regioburgemeesters samen met het Openbaar Ministerie (OM) en de politiechef8 hebben neergelegd bij het kabinet en de informateur inzake de onderbezetting bij politie, justitie, het OM en de rechterlijke macht, waardoor de veiligheid niet alleen van journalisten maar ook die van de burger niet meer optimaal kan worden gegarandeerd.

Agressie en geweld tegen journalisten is onacceptabel. De maatregelen die genomen zijn om dit tegen te gaan zijn daarom nodig en wenselijk. Het geven van (onder meer) prioriteit aan journalisten in het aangifte- en opvolgingsproces, en het hanteren van lik-op-stuk-beleid zijn wat dat betreft een logische keuzes. Het voorkomen en vervolgen van agressie en geweld tegen journalisten, waaronder bedreiging van journalisten, is een integraal onderdeel van de reguliere criminaliteitsbestrijding. Het kabinet heeft voor veiligheid en criminaliteitsbestrijding in de begroting voor 2022, deels op basis van een motie van Uw Kamer, substantiële extra bedragen opgenomen die tot doel hebben belangrijke knelpunten op te lossen.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Samenstelling:

Essers (CDA), Ganzevoort (GL), Van Strien (PVV), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Pijlman (D66) (ondervoorzitter), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), De Bruijn-Wezeman(VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), Beukering (Fractie-Nanninga). A.J.M. van Kesteren (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Vos (PvdA), Van der Burg (VVD), Dessing (FVD), Doornhof (CDA), Veldhoen (GL), Vendrik (GL), Van der Voort (D66), De Vries (Fractie-Otten), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF) Verkerk (CU) (voorzitter), Prast (PvdD), Fiers (PvdA)

X Noot
2

Kamerstukken 35 554.

X Noot
3

Kamerstukken 35 554.

X Noot
4

Kamerstukken I 2020/21, 35 554, J.

X Noot
5

Wet normering topinkomens.

X Noot
7

Wet normering topinkomens.

Naar boven