Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 35552-(R2148) nr. A |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 35552-(R2148) nr. A |
Vastgesteld 29 juni 2021
De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben nog enkele vragen aan de regering. De leden van de fractie van de PvdD sluiten zich aan bij de vragen gesteld door de leden van de fractie van D66.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben nog enkele vragen hierover. De leden van de PvdD sluiten zich aan bij de door de leden van de fractie van de PVV gestelde vragen.
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel tot wijziging van de Paspoortwet in verband met de uitvoering van de verordening identiteitskaarten. Zij kunnen zich verenigen met de hoofdlijn van het wetsvoorstel en stellen met genoegen vast dat de regering bij herhaling aangeeft dat voor mensen met een beperking, chronisch zieken of anderen voor wie in de huidige aanvraagprocedure een uitzondering wordt gemaakt op de reguliere verschijningsplicht de bestaande mogelijkheden en faciliteiten worden gehandhaafd.
Wel stellen de leden van de ChristenUnie-fractie ter verheldering graag enkele vragen.
De leden van de fractie van de SGP hebben kennisgenomen van de wijziging van de Paspoortwet in verband met de uitvoering van de verordening identiteitskaarten.
De Europese Commissie (EC) streeft met de verordening het verbeteren van de veiligheid na door middel van de aanpak van fraude met identiteitskaarten en verblijfsdocumenten. In de memorie van toelichting geeft de regering aan dat dit gezien moet worden tegen de achtergrond van terreuraanvallen.3 De veranderingen in het identiteitsdocument moeten de mogelijkheden van terroristen beperken om terreurdaden uit te voeren. Hoe stellen de Europese Commissie en de regering zich dit voor? Veel terreurdaden binnen de EU werden gepleegd door mensen die hier al woonden op basis van geldige verblijfspapieren. Waarom, zo vragen de leden van de D66-fractie, zou het toevoegen van vingerafdrukken in de identiteitskaart dit soort terreur kunnen afremmen?
Een van de doelen van de verordening is «Het verbeteren van de veiligheid in en bij de grenzen van de EU door middel van de aanpak van fraude met identiteitskaarten en verblijfsdocumenten».4 Kan de regering kwantificeren hoe groot en hoe ernstig de fraude met identiteitskaarten en verblijfsdocumenten op dit moment is, zo vragen de leden van de PVV-fractie? Kan de regering meer specifiek aangeven in hoeverre daar Nederlandse documenten bij betrokken zijn? Kan de regering tevens aangeven in hoeverre het bij deze fraudeproblematiek identiteitsdocumenten van niet-EU lidstaten betreft?
Op pagina 3 van de memorie van toelichting wordt als een van de voor Nederland relevante eisen genoemd: «Het opnemen van de Europese blauwe vlag met gele sterren en de letters van de lidstaat op de identiteitskaart. De Nederlandse identiteitskaart bevat deze vlag nu niet.»5 De leden van de fractie van de PVV vragen of de regering kan aangeven wat de toegevoegde waarde is van het toevoegen van een blauwe EU-vlag ten aanzien van het doel van deze wetgeving?
Het is de leden van de D66-fractie nog niet duidelijk welke autoriteit bevoegd is om de biometrische gegevens te vernietigen die verzameld zijn in het kader van de personalisatie van de identiteitskaart. Gebeurt dit in elke gemeente waar de kaart wordt uitgegeven of geschiedt dit centraal? Hoe is het toezicht op het daadwerkelijk vernietigen geregeld?
In artikel 11 van de Europese verordening is vastgelegd, zo constateren de leden van de D66-fractie, dat de vingerafdrukken op de kaart alleen gebruikt mogen worden voor het verifiëren van de authenticiteit van de identiteitskaart. In andere debatten heeft de regering aangegeven tegen etnisch profileren te zijn en het risico dat overheidsfunctionarissen zoals politie, douanepersoneel, leden van de Marechaussee, grensautoriteit en immigratiemedewerkers etc. zich daaraan schuldig maken, te willen indammen. Kan de regering aangeven of met de introductie van de nieuwe identiteitskaart vanaf 2 augustus 2021 bij deze beroepsgroepen aandacht aan de problemen van het etnisch profileren wordt gegeven?
Tijdens de plenaire behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer heeft de regering verzekerd dat de vingerafdrukken alleen geverifieerd worden bij twijfel over de gezichtskenmerken op de foto, constateren de leden van de D66-fractie. Worden alle overheidsfunctionarissen die met identiteitskaarten werken, van deze restrictieve toepassing op de hoogte gebracht? Zo ja, hoe? Gaat in alle EU-landen hetzelfde beleid met betrekking tot deze restrictieve toepassing gelden? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom niet?
De regering stelt op pagina 4 van de memorie van toelichtging: «Lidstaten zijn verplicht elkaar wederzijds toegang te verschaffen tot de vingerafdrukken op elkaars identiteitskaarten.»6 Kan de regering specifiek aangeven welke technische maatregelen worden getroffen om deze gegevensuitwisseling te beveiligen en welke eisen er gelden ten aanzien van deze gegevensuitwisseling, zo vragen de leden van de fractie van de PVV?
Voorts hebben de leden van de PVV-fractie vragen over het gestelde op pagina 7 van de memorie van toelichting: «Op dit moment worden op grond van artikel 3, tweede lid, van de Paspoortwet op een Nederlandse identiteitskaart en een vervangende Nederlandse identiteitskaart geen vingerafdrukken opgenomen. Deze bepaling wordt in verband met de uitvoering van de verordening geschrapt voor wat betreft de Nederlandse identiteitskaart.».7 Kan de regering aangeven waarom nu over de eerdere bezwaren bij het opnemen van vingerafdrukken op een Nederlandse identiteitskaart heen wordt gestapt en in hoeverre en op welke wijze in voorliggend voorstel tegemoet is gekomen aan de eerdere bezwaren hierbij?
Kan de regering uiteenzetten welke gevolgen de verschijningsplicht voor het aanvragen van de nieuwe identiteitskaart heeft voor Nederlanders die in het buitenland wonen, zo vragen de leden van de fractie van D66? Hoe wordt de uitzonderingsgrond «zwaarwegende belangen» ingevuld? Kan gedifferentieerd worden naar gelang het land waar de Nederlander woont?
De uitzondering in het huidige artikel 28, lid 3 Paspoortwet is strijdig met de Europese verordening en komt om die reden te vervallen. In haar reactie op het advies van de Raad van State geeft de regering aan dat het daarbij gaat om situaties waarin de aanvrager niet in staat is persoonlijk te verschijnen, hetzij vanwege een lichamelijke of geestelijke aandoening, hetzij doordat de bewegingsvrijheid van de aanvrager wettelijk beperkt is en waarin ook een huisbezoek niet tot de mogelijkheden behoort.
In de memorie van toelichting spitst de regering het heel specifiek toe op «Nederlanders, woonachtig in het buitenland, [die] om fysieke dan wel psychische redenen langdurig niet in staat zijn te verschijnen op de aanvraaglocatie».8 Even verderop in de memorie van toelichting stelt de regering: «Voor deze groep Nederlanders in het buitenland zal een andere oplossing moeten worden gevonden voor de invulling van de verschijningsplicht, bijvoorbeeld door de inzet van het mobiele vingerafdrukopname-apparaat (hierna: MVA). Dan wordt aan huis voldaan aan de verschijningsplicht».9
Dat met een huisbezoek en met de inzet van het MVA alsnog kan worden voldaan aan de door de verordening vereiste verschijning in persoon is de leden van de ChristenUnie-fractie helder. Maar in haar reactie op het advies van de Raad van State had de regering het nu juist over situaties waarin zo’n huisbezoek niet mogelijk is. Aan welke situaties moet dan concreet gedacht worden en hoe vaak komen dergelijke situaties gemiddeld jaarlijks voor? Heeft de regering voor die situaties reeds een passende oplossing? Zo ja, kan de regering die toelichten en daarbij aangeven of die oplossing bij inwerkingtreding van dit wetsvoorstel ook meteen benut kan en zo nodig zal worden?
De leden van de D66-fractie zijn het eens met de regering dat het onnodig opnemen van geslachtskenmerken in officiële documenten moet worden tegengegaan. Het doet hen dan ook deugd dat de man/vrouw-categorie niet meer in de nieuwe identiteitskaart wordt opgenomen. Kan de regering aangeven welke EU-landen de geslachtsaanduiding in de nieuwe identiteitskaart nog wel zullen opnemen?
Op pagina 7 van de memorie van toelichting staat geschreven: «Op grond van artikel 3, vijfde lid, van de verordening dient de Nederlandse identiteitskaart een opslagmedium te bevatten met een gezichtsopname en twee vingerafdrukken van de houder van de kaart, in digitaal formaat.».10 Kan de regering aangeven wat de gevolgen zijn voor de geldigheid van de identiteitskaart en de rechten van diens houder indien door een defect of storing aan het opslagmedium deze gegevens in digitaal formaat niet uit te lezen zijn, zo vragen de leden van de fractie van de PVV.
De aan het woord zijnde leden hebben vragen over de volgende passage op pagina 11 van de memorie van toelichting: «De verordening laat het gebruik van identiteitskaarten en verblijfsdocumenten met eID-functie voor andere doeleinden dan grenspassage vrij.».11 Kan de regering duiden in hoeverre in dit kader de identiteitskaart ook benut kan worden als vaccinatiepaspoort en in hoeverre opgeslagen gegevens hierbij gekoppeld mogen worden?
De leden van de fractie van de SGP refereren aan een eerdere discussie over de identiteitskaart, waarbij de regering aangaf voornemens te zijn om het traject van weglaten van het geslacht op de identiteitskaart ter hand te nemen, en daar wetgeving op te gaan voorbereiden. Mag de SGP-fractie op basis van deze wet en de toelichting daarop constateren dat de regering dit voornemen heeft laten varen?
De leden van de PVV-fractie vragen of de regering kan aangeven of, en in hoeverre er een samenhang is bij de toepassing van deze verordening en de eventuele uitvoering van de (thans in behandeling zijnde) Wet digitale overheid?12
Kan de regering in het kader van het voorkomen en bestrijden van fraude de toepassing van deze nieuwe identiteitskaart duiden in relatie tot het bezit en gebruik van meerdere paspoorten bij meervoudige nationaliteiten, zo vragen de leden van de PVV-fractie?
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning ziet met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding van het verslag en ontvangt deze graag uiterlijk 7 juli 2021, 12.00 uur, zodat een zorgvuldige plenaire behandeling van het wetsvoorstel op 12 en/of 13 juli 2021 in de Eerste Kamer tot de mogelijkheden blijft behoren.
De voorzitter van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning, Dittrich
De griffier van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning, Bergman
In verband met aansluiting van de fractie van de PvdD bij vragen van de fractie van D66, alsmede bij vragen van de fractie van de PVV.
Samenstelling:
Kox (SP), Ganzevoort (GL), De Boer (GL), Van Hattem (PVV), Pijlman (D66), Rombouts (CDA), Schalk (SGP), Koole (PvdA). Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), Bezaan (VVD), Van der Burg (VVD), Crone (PvdA), Dittrich (D66) (voorzitter), Doornhof (CDA), Frentrop (FVD), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD) (ondervoorzitter), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), De Vries (Fractie-Otten), Keunen (VVD), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Talsma (CU).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35552-A.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.