De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel A, wordt aan artikel 6d, achtste lid, een zin toegevoegd,
luidende: Onder dit verbod valt in ieder geval het gebruik van de applicatie of het
middel, het delen van informatie daarvan, of het meedelen van het al dan niet hebben
ontvangen van notificaties daarvan, als voorwaarde te stellen voor de toegang tot
een gebouw of voorziening, het uitoefenen van arbeid, het gebruik maken van een dienst,
de deelname aan enige vorm van intermenselijk contact, of het verkrijgen van enig
voordeel.
Toelichting
In het wetsvoorstel is een antimisbruikbepaling vastgelegd waarmee voorkomen wordt
dat iemand verplicht kan worden de notificatieapp te gebruiken. Deze bepaling is van
belang omdat het gebruik van de Coronamelder te allen tijde dient te gebeuren op basis
van vrijwilligheid.
Indieners zijn van mening dat de reikwijdte van de huidige formulering van de antimisbruikbepaling
te beperkt is. Het gebruik van de app kan niet verplicht worden maar de huidige bepaling
biedt geen bescherming voor mensen die formele of informele druk ervaren om informatie
over het gebruik van de app te delen met derden. Immers, ook zonder formele verplichting
kan binnen afhankelijkheidsrelaties druk ontstaan om de app te gebruiken of om informatie
over het appgebruik te delen.
Indieners willen voorkomen dat gebruik van de app of het geven van informatie over
gebruik van de app voorwaardelijk wordt gesteld aan de toegang tot een gebouw of voorziening,
deelname aan het arbeidsproces of ieder ander gebeurtenis waarbij sprake is van intermenselijk
contact, of het verkrijgen van enig voordeel. Denk bijvoorbeeld aan bedrijven of instellingen
die geen mensen willen ontvangen die een melding hebben gehad en derhalve mensen hier
naar vragen of voor laten tekenen als voorwaarde om binnen te komen. Ook kan gedacht
worden aan een werkgever die aan een uitzendbureau vraagt om alleen mensen te sturen
die aangeven dat zij recent geen melding van CoronaMelder hebben gehad. Dergelijke
verzoeken voldoen niet expliciet aan de antimisbruikbepaling zoals deze nu is vastgelegd
maar zijn, in de ogen van de indieners, toch ongewenst omdat mensen die geen gebruik
van de app willen óf kunnen maken worden uitgesloten.
Met dit amendement wordt de bestaande antimisbruikbepaling nadrukkelijker in de wettekst
zelf vastgelegd zodat het artikel ook beter in overeenstemming is met de memorie van
toelichting bij onderhavige wet. Niet alleen is het verboden om een ander te verplichten
tot gebruik van de app, het is ook verboden om het gebruik van de app of het delen
van informatie van de app, of het meedelen van het al dan niet hebben ontvangen van
notificaties via de app, als voorwaarde te stellen voor toegang of deelname aan welke
maatschappelijke activiteit dan ook, of voor het verkrijgen van enig voordeel.
Hijink Van der Staaij Van der Graaf Van Esch