Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 september 2020
Graag informeer ik u hierbij over de stand van zaken met betrekking tot het op 14 juli
2020 aan uw Kamer gestuurde wetsvoorstel btw e-commerce (Kamerstuk 35 527).
De initiële btw-richtlijnen e-commerce gingen uit van een inwerkingtreding per 1 januari
2021. Nadien heeft de Europese Commissie voorgesteld de inwerkingtreding uit te stellen
naar 1 juli 2021. Mede als gevolg van de Covid-19-crisis is namelijk gebleken dat
voor diverse lidstaten en ondernemers een inwerkingtreding per 1 januari 2021 niet
haalbaar is.
Ten tijde van het versturen van het wetsvoorstel aan uw Kamer vonden de onderhandelingen
hierover nog plaats, waardoor in het wetsvoorstel nog niet kon worden uitgegaan van
een gewijzigde datum voor inwerkingtreding. Inmiddels is het voorstel van de Europese
Commissie over uitstel naar 1 juli 2021 door de Ecofin-Raad aangenomen. Zie bijlage
«uitstelrichtlijn»1.
Uit de geactualiseerde Uitvoeringstoets zoals meegezonden bij het wetsvoorstel is
gebleken dat de Belastingdienst het btw e-commercepakket per 1 januari 2022 kan uitvoeren. Dit houdt verband met de omvang van de wijzigingen
en de status van de bestaande ICT-voorzieningen van de Belastingdienst, waardoor nieuwbouw van systemen nodig is. Nederland
heeft dan ook met Duitsland in de Ecofin-Raad gewezen op het belang om verder uitstel
tot 1 januari 2022 in beraad te houden en daartoe door de Europese Commissie begin
2021 de stand van zaken van de implementatie te laten evalueren. Dit is ook te vinden
in de bijlagen «Brief Duitsland-Nederland» en «Statements»2.
Nederland zal in goed overleg met de Europese Commissie en samen met Duitsland zich
blijven inzetten voor extra uitstel tot 1 januari 2022. Extra uitstel van de inwerkingtreding
vergt een vergelijkbare procedure als dit voorjaar, namelijk een voorstel van de Europese
Commissie en een unanieme overeenstemming door de lidstaten.
Daarnaast zal ik voorbereidingen treffen voor de situatie dat dit extra uitstel onverhoopt
niet tot stand komt. Ik zal daartoe, mede in overleg met de Europese Commissie, tijdig
de gevolgen van die situatie bezien en mogelijkheden inventariseren om de gevolgen
voor zowel de ondernemers als consumenten en andere lidstaten zoveel mogelijk te beperken.
De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief