35 510 Parlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag

Nr. 48 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 januari 2021

De Minister-President heeft tijdens het debat over het rapport van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag van 19 januari jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 45, debat over de verklaring van de Minister-President en verslag van de ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag) toegezegd dat een extern onderzoek zal worden ingesteld naar de gebeurtenissen rondom het memorandum van de vaktechnisch coördinator Toeslagen over de CAF-11 zaak daterend uit 2017, in het bijzonder de gebeurtenissen in de periode juni 2019 rondom dit memorandum. Daarnaast is toegezegd hier nog bij u op terug te komen. Dat doe ik middels deze brief.

Conform de toezegging zal het feitenonderzoek worden uitgevoerd door een externe partij. Ik heb dan ook een aanbestedingsprocedure in gang gezet om een extern onderzoek uit te besteden. De opdracht voor dit onderzoek zal bestaan uit documentonderzoek (inclusief elektronische correspondentie) en interviews met betrokkenen. De aanbesteding zal gericht zijn op partijen die ervaring hebben met dergelijke onderzoeken. Het op te leveren onderzoeksrapport zal in ieder geval de antwoorden op de eerder door de heer Omtzigt over dit onderwerp gestelde Kamervragen 8 tot en met 25 moeten bevatten en een tijdlijn van de gebeurtenissen in juni 2019 rondom het memo1. Daarbij wil ik aangeven dat de vragen 22, 23 en het laatste deel van 25 buiten het onderzoek vallen (die zien op het contact met de AUT), deze zal ik bij de vijfde VGR beantwoorden. Zodra het onderzoek gegund is, zal ik uw Kamer hierover informeren. In verband met de regels rondom aanbestedingen, verwacht ik de aanbestedingsprocedure op 1 april af te ronden. In de aan te besteden onderzoeksopdracht zullen wij als streven 1 juli 2021 opnemen voor oplevering van het rapport.

De Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 1363

Naar boven