Tweede Kamer der Staten-Generaal

35 470 III Jaarverslag en slotwet Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet van de Koning en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2019

Ontvangen 20 mei 2020

Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2019–2020

A ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken;

  • 2. de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning;

  • 3. de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten en

  • 4. de begrotingsstaat inzake het agentschap van dit ministerie.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister-President, Minister van Algemene ZakenM.Rutte

B ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN (SLOTVERSCHILLEN)

1 Leeswijzer

Gelet op de omvang van de begroting worden alle mutaties toegelicht.

2 Beleidsartikelen

2.1 Ministerie van Algemene Zaken Artikel 1 Eenheid van het algemeen regeringsbeleid

Oorzaken van de onderuitputting van circa € 1,3 miljoen zijn onder andere een aantal meevallers bij vertraagde innovatieprojecten bij de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD), vertraging bij een aantal ICT-projecten en een personele onderbezetting bij de WRR en RVD. De hogere bijdrage aan het agentschap Dienst Publiek en Communicatie betreft met name de toedeling van de loon- en prijsbijstelling voor 2019 aan het agentschap. De ontvangsten zijn met ingang van 2019 met € 500.000 neerwaarts bijgesteld. In de afgelopen jaren zijn minder ontvangsten gerealiseerd.

2.2 Kabinet van de Koning

Het overschot bij de uitgaven van het Kabinet van de Koning wordt met name veroorzaakt door lagere uitgaven aan personeel als gevolg van vacatures en deels door lagere materiële uitgaven.

2.3 Commissie van Toezicht op de Inlichtingen-en Veiligheidsdiensten

Met ingang van 2019 is het budget van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) structureel verlaagd met € 300.000 door lagere uitgaven aan facilitaire voorzieningen. Deze lagere uitgaven vloeien voort uit de huisvesting van de CTIVD bij de Raad van State per eind 2018, waarbij de CTIVD deels gebruik maakt van de facilitaire voorzieningen van de Raad van State. De kosten hiervan zijn lager dan wanneer de CTIVD op een eigenstandige locatie zou worden gehuisvest. De verlaging van het budget heeft geen effect op de capaciteit en de werkzaamheden van de CTIVD. De onderuitputting wordt verder verklaard doordat de formatie aan het begin van het jaar nog niet volledig bezet was.

Naar boven