35 455 Tijdelijke regels voor experimenten met nieuwe stembiljetten (Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten)

35 670 Wijziging van de Kieswet in verband met de definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland

K1 VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 13 juli 2023

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning2 heeft tijdens haar commissievergadering van 30 mei 2023 beraadslaagd over de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 april 20233over het voorgehangen ontwerpbesluit Tijdelijk experimentenbesluit nieuwe stembiljetten. De leden van de fractie van de PVV hebben van de geboden mogelijkheid tot het stellen van nadere vragen gebruikgemaakt.

Naar aanleiding hiervan is op 7 juni 2023 een brief gestuurd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De Minister heeft op 13 juli 2023 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Bergman

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT / ALGEMENE ZAKEN EN HUIS DER KONING

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Den Haag, 7 juni 2023

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning heeft tijdens haar commissievergadering van 30 mei 2023 beraadslaagd over uw brief van 19 april 20234over het voorgehangen ontwerpbesluit Tijdelijk experimentenbesluit nieuwe stembiljetten. De leden van de fractie van de PVV hebben van de geboden mogelijkheid tot het stellen van nadere vragen gebruikgemaakt.

In uw brief schrijft u dat in de nota van toelichting het volgende staat: «Kleurt de kiezer op de bovenste helft van het stembiljet wél het stemvakje in van de partij van zijn keuze, maar kiest hij op de onderste helft van het stembiljet een niet bestaand kandidaatsnummer, dan is de stem eveneens ongeldig.». Op een vraag hierover stelt u in uw brief op pagina 8: «Het ontbreken van een keuze op een partij zorgt ervoor dat niet te herleiden is op welke kandidaat deze kiezer bedoeld heeft te stemmen. De kans is aanzienlijk dat er verschillende kandidaten zijn met eenzelfde kandidaatsnummer. Daarmee is in deze casus de intentie van de kiezer onduidelijk en is er geen andere mogelijkheid dan dit stembiljet ongeldig te verklaren.». In de gevraagde casus is er echter wel degelijk sprake van een keuze op een partij, het stemvakje op de bovenste helft van het stembiljet is immers wel rood gemaakt. De intentie van de kiezer voor een stem op die partij is dan duidelijk. Daarbij stelt u: «Ook op basis van die keuze is het niet mogelijk om de intentie van de kiezer te achterhalen. Het kan immers zo zijn dat de kiezer een kandidaat van die partij wilde kiezen, maar het is ook mogelijk dat deze kiezer een kandidaat van een andere partij (met wel dat aantal kandidaten) wilde kiezen. Dat zou dus vragen om een interpretatie van het stembureau. In het geval dat er interpretatie nodig is over de intentie die de kiezer had bij het uitbrengen van diens stem, wordt een stembiljet door het stembureau ongeldig verklaard.».

Kunt u aangeven waarom hier getwijfeld zou moeten worden aan de intentie van de kiezer, omdat het stemvakje voor de partij op de bovenste helft van het stembiljet wél is ingekleurd? Kunt u uw redenering uitleggen dat een kiezer dan mogelijk toch de intentie zou hebben op een kandidaat van een andere partij te stemmen?

Kunt u aangeven of u bereid bent in die gevallen dat een kiezer wel in de bovenste helft het stemvakje van de partij heeft ingekleurd, maar in de onderste helft van het stembiljet een boventallig kandidaatsnummer van die partij, de intentie van de kiezer toch te erkennen en deze stemmen toch geldig te verklaren? Zo nee, is er dan niet evengoed op voorhand sprake van interpretatie?

Sommige kiezers kiezen bewust altijd de laatste kandidaat van een lijst. Kunt u aangeven of voor deze groep kiezers niet een extra drempel wordt opgeworpen met het risico dat hun stem ongeldig wordt verklaard nu op het stembiljet nummers van niet-bestaande kandidaten staan (en zij bijvoorbeeld uit automatisme of onwetendheid het laatste nummer invullen)? Kunt u tevens aangeven hoe en op welke wijze de voornoemde casus met een correct ingevuld stemvakje voor de partij, maar een boventallig kandidaatsnummer van die lijst wordt meegenomen in de evaluatie (indien u persisteert in de ongeldigheid van voornoemde situatie)?

Voorts stelt u op pagina 9 van uw brief: «Gecombineerde stemmingen zijn niet uitgesloten bij de experimenten.». Kunt u aangeven in hoeverre de te combineren verkiezing dan ook betrokken wordt in (de evaluatie van) dit experiment en hoe deze factor geduid wordt in het onderzoek?

Op pagina 10 schijft u: «Een andere variant zou zijn dat de Overzichten van kandidaten na gebruik steeds worden ingeleverd. Op dat moment is er geen extra winst ten opzichte van het beschikbaar stellen van de Overzichten in het stemhokje zelf. Immers moeten deze alsnog worden gecontroleerd en verhoogt het uitreiken de kans dat een kiezer het Overzicht van kandidaten meeneemt ten opzichte van de situatie dat deze in het stemhokje wordt bevestigd. Op die wijze moeten er alsnog grote aantallen overzichten beschikbaar zijn in het stemlokaal.». Kunt u aangeven welke indicatie u heeft dat zulke overzichten massaal zullen worden meegenomen door kiezers (ter vergelijking: worden menukaarten van restaurants massaal meegenomen door bezoekers)? Waarom zouden dat dan meteen «grote aantallen» moeten zijn? Kunt u aangeven waarom de controle door het stembureau op een ingeleverd Overzicht een onoverkomelijk (praktisch) bezwaar zou zijn, als dat ten dienste staat van de zuiverheid en integriteit van het stemproces?

De commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning ziet met belangstelling uit naar uw reactie en ontvangt deze graag binnen vier

weken na dagtekening van deze brief.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koning, B.O. Dittrich

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juli 2023

Hierbij bied ik uw Kamer de antwoorden aan op de nadere vragen uit de brief van de Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning d.d. 7 juni 2023 inzake vragen over de voorhang van het ontwerpbesluit Tijdelijk experimentenbesluit nieuwe stembiljetten (Kamerstukken 35 455, nr. C). Door middel van deze beantwoording acht ik de periode van voorhang van vier weken, die op 6 februari 2023 is gestart, afgerond. Met het oog op een eerste experiment bij de Europese Parlementsverkiezing op 6 juni 2024 zal ik het ontwerpbesluit voor advies aanbieden bij de Afdeling advisering van de Raad van State.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot

Beantwoording van nadere vragen inzake de voorhang van het ontwerpbesluit Tijdelijk experimentenbesluit nieuwe stembiljetten

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de vragen van de Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning naar aanleiding van mijn brieven van 6 februari en 19 april 2023 inzake de voorhang van het ontwerpbesluit Tijdelijk experimentenbesluit nieuwe stembiljetten. Ik dank de leden van de fractie van de PVV voor hun nadere vragen en in het navolgende reageer ik daarop.

De leden van de PVV-fractie verwijzen naar de brief van 19 april5 waarin wordt verwezen naar de volgende passage uit de nota van toelichting: «Kleurt de kiezer op de bovenste helft van het stembiljet wél het stemvakje in van de partij van zijn keuze, maar kiest hij op de onderste helft van het stembiljet een niet bestaand kandidaatsnummer, dan is de stem eveneens ongeldig.» Voorts verwijzen deze leden naar de volgende tekst op pagina 8: «Het ontbreken van een keuze op een partij zorgt ervoor dat niet te herleiden is op welke kandidaat deze kiezer bedoeld heeft te stemmen. De kans is aanzienlijk dat er verschillende kandidaten zijn met eenzelfde kandidaatsnummer. Daarmee is in deze casus de intentie van de kiezer onduidelijk en is er geen andere mogelijkheid dan dit stembiljet ongeldig te verklaren.». De leden van de PVV-fractie wijzen erop dat er in de gevraagde casus wel degelijk sprake is van een keuze op een partij, het stemvakje op de bovenste helft van het stembiljet is immers wel rood gemaakt. De intentie van de kiezer voor een stem op die partij is dan duidelijk, stellen deze leden. Verder wijzen deze leden op de volgende passage uit de brief van 19 april: «Ook op basis van die keuze is het niet mogelijk om de intentie van de kiezer te achterhalen. Het kan immers zo zijn dat de kiezer een kandidaat van die partij wilde kiezen, maar het is ook mogelijk dat deze kiezer een kandidaat van een andere partij (met wel dat aantal kandidaten) wilde kiezen. Dat zou dus vragen om een interpretatie van het stembureau. In het geval dat er interpretatie nodig is over de intentie die de kiezer had bij het uitbrengen van diens stem, wordt een stembiljet door het stembureau ongeldig verklaard.» Naar aanleiding daarvan vragen de leden van de PVV-fractie waarom hier getwijfeld zou moeten worden aan de intentie van de kiezer, omdat het stemvakje voor de partij op de bovenste helft van het stembiljet wél is ingekleurd? Deze leden vragen of de redenering dat een kiezer mogelijk toch de intentie zou hebben op een kandidaat van een andere partij te stemmen nogmaals kan worden uitgelegd. In aanvulling daarop vragen de leden van de PVV-fractie of in de gevallen dat een kiezer wel in de bovenste helft het stemvakje van de partij heeft ingekleurd, maar in de onderste helft van het stembiljet een boventallig kandidaatsnummer van die partij deze stemmen, toch geldig te verklaren. Indien dat niet het geval is, is er dan niet evengoed op voorhand sprake van interpretatie, vragen deze leden.

De situatie dat een kiezer een hoger kandidaatsnummer kiest dan het aantal kandidaten van die partij leidt tot een ongeldige stem. De bedoeling van de kiezer is in dit geval niet zonder meer duidelijk. Het kan immers zijn dat de kiezer het stemvakje voor de partij van zijn keuze heeft ingevuld en een niet-bestaande kandidaat heeft aangewezen. Het kan echter ook zo zijn dat de kiezer wel het stemvakje van een kandidaat van zijn keuze heeft ingekleurd, maar niet het juiste stemvakje voor de door hem gewenste partij. Er is door de kiezer een keuze gemaakt, maar het is niet duidelijk welke keuze. Het stembureau moet het stembiljet dus naar eigen inzicht interpreteren om te bepalen wat de kiezer heeft bedoeld. Het stembiljet waarop een niet-bestaande kandidaat is gekozen kan daarom niet geldig worden verklaard. Ik ben het dan ook niet eens met de leden van de PVV-fractie dat dit betekent dat er op voorhand sprake is van interpretatie. Door het ongeldig verklaren wordt dat juist voorkomen. Het is daarom belangrijk dat de intentie van de kiezer duidelijk is, zodat het stembureau het stembiljet niet hoeft te interpreteren.

De leden van de PVV-fractie wijzen erop dat sommige kiezers altijd bewust kiezen voor de laatste kandidaat van een lijst. Deze leden vragen of er voor deze groep kiezers niet een extra drempel wordt opgeworpen met het risico dat hun stem ongeldig wordt verklaard nu op het stembiljet nummers van niet-bestaande kandidaten staan en zij bijvoorbeeld uit automatisme of onwetendheid het laatste nummer zouden kunnen selecteren. Vervolgens vragen deze leden hoe en op welke wijze de voornoemde casus met een correct ingevuld stemvakje voor de partij, maar een boventallig kandidaatsnummer van die lijst wordt meegenomen in de evaluatie.

Het nieuwe stembiljet vraagt van kiezers dat zij op een andere wijze hun stem uitbrengen dan op het huidige stembiljet. Dat betekent dat de uitvoering van bepaalde gewoontes, zoals het automatisch stemmen op de laatste kandidaat, op een andere manier zal verlopen. Het is daarom belangrijk dat er voldoende aandacht wordt besteed aan het informeren en het geven van uitleg aan kiezers over het nieuwe stembiljet. Ook zal daarbij aan kiezers worden uitgelegd hoe zij hun kandidaat naar keuze kunnen opzoeken in het Overzicht van kandidaten. Het aantal kandidaten op een lijst zal zowel op het Overzicht van kandidaten als op het stembiljet zichtbaar worden gemaakt door middel van een figuurtje met daarin het aantal kandidaten dat een partij op haar lijst heeft staan. Op het stembiljet zelf komt daarbij een korte uitleg met de tekst «kies geen hoger kandidaatsnummer dan het aantal kandidaten van de partij».

De experimenten met het nieuwe stembiljet worden geëvalueerd. Ingevolge de motie-Van der Plas zal de opzet van de evaluatie een maand voor de verkiezing met de Kamer worden gedeeld, en het evaluatierapport uiterlijk twee maanden na de verkiezing aan de Kamer worden gestuurd.6 Het doel van de evaluatie is om onder andere inzicht te krijgen in de redenen waarom een stembiljet ongeldig is verklaard. De stembureauleden zullen van alle ongeldige stemmen noteren waarom deze ongeldig zijn verklaard. De uitkomsten daar kan ook worden gebruikt om te bekijken op welke vlakken de communicatie bij een eventueel volgend experiment kan worden verbeterd.

De leden van de PVV-fractie verwijzen naar de passage op pagina 9 van de brief: «Gecombineerde stemmingen zijn niet uitgesloten bij de experimenten.». Zij vragen daarop in hoeverre de gecombineerde verkiezingen betrokken worden in (de evaluatie van) dit experiment en hoe deze factor geduid wordt in het onderzoek.

De gecombineerde stemmingen zijn niet uitgesloten bij experimenten, immers moet een nieuw stembiljet bij alle verkiezingen kunnen worden gebruikt. De evaluatie ziet enkel toe op het verloop van het betreffende experiment, en het eerste experiment betreft geen gecombineerde stemming. De gecombineerde stemming wordt daarom in het eerste experiment bij de aankomende Europees Parlementsverkiezing nog niet betrokken bij de evaluatie. Op het moment dat er ook daadwerkelijk sprake is van een gecombineerde stemming waarbij een experiment wordt gehouden zal dat ook nadrukkelijk worden meegenomen in de evaluatie.

Tot slot wijzen de leden van de PVV-fractie naar de volgende passage: «Een andere variant zou zijn dat de Overzichten van kandidaten na gebruik steeds worden ingeleverd. Op dat moment is er geen extra winst ten opzichte van het beschikbaar stellen van de Overzichten in het stemhokje zelf. Immers moeten deze alsnog worden gecontroleerd en verhoogt het uitreiken de kans dat een kiezer het Overzicht van kandidaten meeneemt ten opzichte van de situatie dat deze in het stemhokje wordt bevestigd. Op die wijze moeten er alsnog grote aantallen overzichten beschikbaar zijn in het stemlokaal.». Zij vragen waarom wordt aangenomen dat zulke overzichten massaal zullen worden meegenomen door kiezers en zij vragen ter vergelijking of menukaarten van restaurants massaal worden meegenomen door bezoekers. Voorts vragen zij waarom dat dan meteen grote aantallen moeten zijn. Deze leden vragen ook waarom de controle door het stembureau op een ingeleverd overzicht een onoverkomelijk (praktisch) bezwaar zou zijn, als dat ten dienste staat van de zuiverheid en integriteit van het stemproces.

Er is geen indicatie dat de Overzichten van kandidaten bij het uitreiken aan de kiezer massaal worden meegenomen. Het ligt echter voor de hand dat een aantal kiezers bij het verlaten van het stemlokaal per abuis een Overzicht van kandidaten vergeet terug te geven. Dit doet zich niet voor op het moment dat het Overzicht van kandidaten is bevestigd in het stemhokje. In het geval dat het Overzicht van kandidaten los ligt in het stemhokje, en kan worden meegenomen door de kiezer zullen er grotere aantallen Overzichten van kandidaten aanwezig moeten zijn in het stemlokaal. Het mag immers niet gebeuren dat er geen Overzichten van kandidaten meer aanwezig zijn. De controle door het stembureau van de Overzichten van kandidaten is geen onoverkomelijk praktisch bezwaar omdat de uitvoering hiervoor minimaal is. Het is immers ook voorzien dat de Overzichten van kandidaten die in het stemhokje liggen met enige regelmaat worden gecontroleerd. Wel betekent het uitreiken van Overzichten van kandidaten voor stembureauleden dat zij een extra taak krijgen in het controleren of kiezers de Overzichten ook inleveren. Zeker tijdens de piekmomenten vraagt dat onevenredig veel van de stembureauleden. De variant dat het Overzicht van kandidaten wordt meegegeven aan de kiezer kent nadelen ten opzichte van de situatie dat het Overzicht van kandidaten in het stemhokje ligt en daarom is ervoor gekozen dat het Overzicht van kandidaten in het stemhokje moet liggen.


X Noot
1

De letter K heeft alleen betrekking op 35 455.

X Noot
2

Samenstelling:

Kox (SP), Ganzevoort (GL), De Boer (GL), Van Hattem (PVV), Pijlman (D66), Rombouts (CDA), Schalk (SGP), Koole (PvdA), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), Bezaan (VVD), Van den Berg (VVD), Crone (PvdA), Dittrich (D66) (voorzitter), Doornhof (CDA), Frentrop (Fractie-Frentrop), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD) (ondervoorzitter), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), De Vries (Fractie-Otten), Keunen (VVD), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Talsma (CU) en Dessing (FVD).

X Noot
3

Kamerstukken I 2022/23, 35 455, J.

X Noot
4

Kamerstukken I 2022/23, 35 455, J.

X Noot
5

Kamerstukken I 2022/23, 35 455, J.

X Noot
6

Kamerstukken II 2021/22, 35 455, nr. 12.

Naar boven