35 455 Tijdelijke regels voor experimenten met nieuwe stembiljetten (Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten)

Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID LEIJTEN

Ontvangen 6 oktober 2021

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel 3 wordt na het tweede lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 2a. Bij de stemopneming en een nieuwe opneming van stembiljetten, als bedoeld in het tweede lid, onder b, wordt bij een experiment waarbij een stem wordt uitgebracht door het geheel of gedeeltelijk inkleuren van zowel het stemvakje, geplaatst vóór een lijst, als het stemvakje, geplaatst vóór het nummer van een kandidaat op die lijst, tevens als geldig beschouwd indien:

    • a. de kiezer op ondubbelzinnige wijze kenbaar maakt dat de kandidaat van zijn keuze op die lijst staat door het geheel of gedeeltelijk inkleuren van het stemvakje, geplaatst vóór een lijst, terwijl er geen stemvakje geplaatst vóór een kandidaatsnummer, geheel of gedeeltelijk is ingekleurd;

    • b. ondubbelzinnig blijkt dat de kiezer niet met bijschrijvingen op een andere kandidaat heeft willen stemmen; en

    • c. de stem niet om andere bij of krachtens de wet gestelde redenen als ongeldig beschouwd dient te worden.

Toelichting

Indiener beoogt met dit amendement de stembiljetten waarbij er zowel een vakje bij de partij ingevuld kan worden als een vakje voor een specifieke kandidaat, ook geldig te verklaren als alleen een vakje voor een partij is ingevuld. De stem wordt dan toegerekend aan de eerste kandidaat op de lijst. Dit voorstel sluit aan bij de regeling in artikel 15 Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming. Indiener is van mening dat dit voldoende ruimte laat voor een voorkeursstem maar het stemmen voor sommige mensen eenvoudiger zal maken en het aantal ongeldige stemmen kan verminderen. Vanwege rechtsgelijkheid wordt dit voorstel zowel gedaan voor het voorgestelde experiment als voor de stemmen uit het buitenland.

Leijten

Naar boven