Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 25 maart 2020 en het nader rapport d.d. 24 april 2020, aangeboden aan de Koning
door de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media. Het advies van de Afdeling
advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 16 maart 2020, nr. 2020000528,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 25 maart 2020, nr. W05.20.0053/I, bied ik U hierbij aan.
Bij Kabinetsmissive van 16 maart 2020, no. 2020000528, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, bij de Afdeling advisering
van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging
van het voorstel van wet tot wijziging van de Mediawet 2008 in verband met aanscherping
van de nieuwedienstenprocedure, modernisering van procedures voor de benoeming van
raden van toezicht en besturen, modernisering van het bestuur en verduidelijking van
de positie van de Ster, alsmede technische verbeteringen onder meer in verband met
taken van het Commissariaat voor de Media, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van opmerkingen.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie van toelichting
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob