35 451 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2020 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake Noodpakket banen en economie en overbruggingsfaciliteit IHC)

C NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT/LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT1

Vastgesteld 25 juni 2020

De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Inleiding

De leden van de fractie van Forum voor Democratie hebben kennisgenomen van de memorie van antwoord. Overheidssteun aan individuele ondernemingen is uitzonderlijk en vraagt om openheid en transparantie. Mede door hun beknoptheid geven de antwoorden van de regering deze leden aanleiding tot de volgende vervolgvragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van Forum voor Democratie

In de beantwoording komen verschillende juridische entiteiten aan de orde (Royal IHC, IHC Merwede Holding BV, een stichting die de continuïteit van deze bv nastreeft). Wil de regering een overzicht geven van de gehele juridische structuur waarvoor is gekozen, inclusief de aandeelhouders, bestuurders en commissarissen van alle entiteiten? Die juridische structuur is gekozen met het oog op mededingingsaspecten, aldus de regering. Kan de regering deze mededingingsaspecten nader toelichten?

Ook merken de leden van de fractie van Forum voor Democratie op dat bij steunverlening aan individuele bedrijven als kader is gesteld dat deze bedrijven geen structuren moeten hebben die erop zijn gericht fiscale regels te ontwijken. Is het zo dat de overheid steun verleent aan bedrijven die erop uit zijn mededingingsregels te ontwijken?

De Staat wordt geen aandeelhouder in de bv aan wie de lening wordt verstrekt. Als argument wordt gegeven dat de overbruggingsfaciliteit slechts tijdelijk is. Waarom wordt de heer Menno Snel dan wel door de Staat voorgedragen en door de onderneming benoemd als commissaris van de holding namens de Staat. Zulk een benoeming is toch voor minstens één termijn van vier jaar?

Het beoogde doel van de voordracht door de Staat is zeker stellen dat er (binnen de Raad van Commissarissen van de holding) leden worden benoemd die door hun kennis, ervaring, normen en waarden invulling kunnen geven aan hun rol op een wijze die herkenbaar is door de Staat. Deze formulering roept bij deze leden vele vragen op, zoals: gaat het om één lid of meer leden? Hoe herkent de Staat de invulling van de rol van commissaris? Graag ontvangen de leden van de fractie van Forum voor Democratie een uitgebreide toelichting. Welke kennis en ervaring is daarvoor precies nodig? Welke normen en waarden zijn van toepassing en hoe is getoetst of de voorgedragen commissaris namens de staat deze normen en waarden heeft/deelt/dan wel uitdraagt?

Blijft de heer Snel commissaris namens de Staat indien gaande zijn de zittingsperiode zou blijken dat hij de normen en waarden niet (meer) deelt? Heeft de regering de mogelijkheid de commissaris namens de Staat te ontslaan en te vervangen? Wat was de aanleiding om te streven naar een commissaris namens de Staat met de eigenschappen zoals hierboven omschreven?

Achtte de regering de zittende Raad van Commissarissen ook in staat invulling te geven aan hun rol op een wijze die herkenbaar is voor de Staat, dan wel voor de regering? Zo nee, waarom niet? Wie is op voordracht van de Staat benoemd als bestuurder van de stichting Continuïteit IHC? Aan welke criteria moet deze persoon voldoen?

Kan de financiering ook doorgang vinden en effectief zijn, zonder dat er personen namens de Staat worden benoemd als commissaris of bestuurder van een stichting? Bij de beantwoording vragen deze leden de regering specifiek aandacht te geven aan de korte termijn van de financiering.

Betekent de voordracht van de heer Snel dat het beleid van de overheid met betrekking tot het benoemen van commissarissen bij ondernemingen die individuele steun ontvangen gewijzigd is? Zo ja, waarom? Was niet juist besloten dat de overheid geen commissarissen meer zou voordragen bij ondernemingen die steun ontvangen?

Indien de commissarissen namens de Staat worden benoemd wordt hen dan ook gevraagd speciale aandacht te geven aan het beloningsbeleid van het bestuur van de gesteunde onderneming (zoals destijds bijvoorbeeld bij ING)? Rapporteert de commissaris namens de Staat aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat? Ontvangt een commissaris namens de Staat een financiële vergoeding voor zijn inzet? Zo ja, van wie? Van de onderneming, van de Staat of van beide? Heeft de commissaris namens de Staat een aansprakelijkheidsverzekering? Zo ja, wie betaalt de premie? Dekt deze verzekering ook persoonlijke aansprakelijkheid bij mededingingszaken? Wordt het handelen van de commissaris namens de Staat regulier geëvalueerd? Zo ja, hoe vaak en door wie?

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 26 juni 2020.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, N.J.J. van Kesteren

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, De Boer


X Noot
1

Samenstelling:

Koffeman (PvdD), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Strien (PVV), Gerkens (SP), Atsma (CDA), N.J.J. van Kesteren (CDA) (voorzitter), Pijlman (D66), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), Van Rooijen (50PLUS), Van Ballekom (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Gerbrandy (OSF), Van Gurp (GL), Huizinga-Heringa (CU), Kluit (GL), van der Linden (FVD) (ondervoorzitter), Meijer (VVD), Otten (Fractie-Otten), Van Pareren (FVD), Prins-Modderaar (CDA), Recourt (PvdA), Vendrik (GL), Van der Voort (D66).

Naar boven