35 451 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2020 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake Noodpakket banen en economie en overbruggingsfaciliteit IHC)

A VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT/LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT 1

Vastgesteld 15 juni 2020

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Inleiding

De leden van de fractie van Forum voor Democratie hebben kennisgenomen van de Derde incidentele suppletoire begroting inzake het Noodpakket banen en economie en overbruggingsfaciliteit IHC. Zij hebben een aantal vragen die specifiek over de steun aan IHC gaan.

De leden van de fractie van GroenLinks hebben met belangstelling kennisgenomen van de Derde incidentele suppletoire begroting inzake Noodpakket banen en economie en overbruggingsfaciliteit IHC. De regering beoogt hiermee de budgettaire ruimte te formaliseren voor onderdelen van het eerste noodpakket waartoe het kabinet in april heeft besloten en reeds in uitvoering heeft genomen. Zij hebben een aantal vragen hierover.

De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel waarin de regering toelicht waarom en hoe zij de continuïteit van Royal IHC wil waarborgen. Naar de mening van deze leden is het een belangrijke onderneming met een grote rol als innovatieve cluster en is het belangrijk voor de werkgelegenheid. Zij hebben echter nog wel een aantal vragen.

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben met belangstelling kennisgenomen van de derde incidentele suppletoire begroting Economische Zaken en Klimaat 2020 inzake het noodpakket banen en economie en overbruggingsfaciliteit IHC. Deze leden zijn kritisch over de steun aan Royal IHC en hebben daar een aantal vragen over.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van Forum voor Democratie

In welke mate heeft de ondersteuning van Royal IHC voor € 40 miljoen te maken met de COVID-19-crisis? In de memorie van toelichting lezen de leden van de Forum voor Democratie-fractie dat de regering € 40 miljoen beschikbaar stelt voor een overbruggingsfaciliteit ten behoeve van de continuïteit van Royal IHC.2 Wat betekent in deze context «beschikbaar stellen»? Gaat het hier om een lening tegen marktconforme voorwaarden? Aan wie wordt het krediet specifiek verstrekt? Aan de stichting Continuïteit IHC? Of anders? Is er een onderpand voor deze faciliteit en, zo ja, kan dat nader gespecificeerd worden? In welke mate is de ontvanger solvabel? Zijn er jaarverslagen gepubliceerd van de ontvanger?

Waarom is er gekozen voor de vorm van een stichting als overnemende partij in het geval van IHC? Onder welke omstandigheden mag de betreffende stichting haar aandelen in IHC weer vervreemden? En deelt de overheid – gezien de steun die thans wordt voorgesteld – in dat geval op enige manier in de opbrengst?

Is de regering bekend met het artikel «Oud-Staatssecretaris Menno Snel commissaris bij IHC»3? Is de berichtgeving in dit artikel juist? In hoeverre heeft de overheid thans zeggenschap in het bestuur van Royal IHC en/of de stichting? In de berichtgeving wordt aangegeven dat Menno Snel is benoemd als commissaris bij IHC namens de overheid. Is het juist dat dit namens de overheid is geschied? Kan de regering toelichten hoe deze benoeming is verlopen en in hoeverre zij daar een rol in heeft gespeeld?

Is de regering bekend met het onderzoek dat destijds is verricht naar SNS-Reaal en het functioneren van commissarissen namens de overheid? Deelt de regering de destijds getrokken conclusies uit dit onderzoek? Namelijk dat het wordt afgeraden om namens de overheid commissarissen te benoemen bij bedrijven die steun ontvangen?

Is de regering bekend met de bepaling in het vennootschapsrecht dat de commissaris het belang van de vennootschap dient? Zo ja, in hoeverre kan de namens de overheid benoemde commissaris Snel dan het belang van de overheid dienen

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van GroenLinks

De leden van de GroenLinks-fractie vragen de regering inzichtelijk te maken wat de laatste stand van zaken is rond de maatregelen die met deze suppletoire wet is beoogd. In welke mate is reeds gebruik gemaakt van de extra budgettaire ruimte? Voorziet de regering additionele verruiming, en zo ja, waartoe?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PvdA

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering of de deal aangaande de continuïteit van het bedrijf Royal IHC al is gesloten en, zo ja, of bespreking in het parlement nog wel tot een wijziging kan leiden. Wordt daarbij het begrotingsrecht van de Tweede en Eerste Kamer wel ten volle gerespecteerd, mede gelet op de recente kritiek op de aanpak van het kabinet bij de aankoop van Air France-KLM-aandelen vorig jaar?

Inhoudelijk hebben de leden van de PvdA-fractie een aantal principiële vragen die in deze casus spelen, maar die ook zouden kunnen voorkomen bij andere bedrijven en sectoren die om steun van de overheid vragen. Zo is vastgesteld dat de problemen bij IHC feitelijk geheel losstaan van de coronacrisis en reeds speelden, zoals de enorm uit de hand gelopen kosten bij de bouw van schepen. Waarom neemt de regering met dit pakket de risico’s van de onderneming (deels) over, aangezien dit bij talloze ondernemingen voorkomt? Kunnen die ondernemingen ook rekenen op steun van de overheid, waardoor financiers minder scherp beleid kunnen voeren; de financiers de lusten en de belastingbetaler de lasten? Waarom heeft de regering hier niet eerst de markt zijn werk laten doen, door vermogensverschaffers de lasten te laten delen voor een doorstart en door het mogelijk heronderhandelen over de verkoopprijs van schepen en andere opdrachten?

Kan de regering aangeven in welke verhoudingen nu de lasten worden verdeeld tussen respectievelijk eigen en vreemd vermogen en de Staat? Is daarbij een faillissement overwogen, waarbij de curator voor een doorstart zou kunnen kiezen? De regering beargumenteert dat bij een faillissement via de exportkredietverzekering de overheid een grotere bijdrage kwijt zou zijn dan thans, kan de regering dit nog eens uitrekenen? Waarom stelt de regering dat de Staat dan het volledige uitstaande bedrag van € 395 miljoen kwijt zou zijn, want ook bij een faillissement had de curator alle schuldeisers laten meebetalen en had de curator moeten aantonen dat de «rest»-schade deze omvang zou hebben; een verzekering keert niet het volledige uitstaande bedrag uit, maar alleen de aangetoonde schade. Waarom wekten de bewindspersonen in hun brief van 1 mei 20204 de indruk dat dit het slechtste scenario zou zijn? Was het niet beter geweest als de Staat pas na een faillissement, bij een doorstart, zou instappen met al dan niet-risicodragend vermogen en het inzetten van bestaande regelingen voor innovatie, werkgelegenheid, enzovoort? En zorgt de regering door nu al royaal garant te willen staan voor grote bedragen in alle scenario’s er niet voor dat de andere financiers achterover kunnen leunen, want «de overheid doet toch wel mee», zo vragen de leden van de PvdA-fractie.

Welke garanties kan de regering geven dat hier een scherpe business case onder ligt en dat de marktpartijen niet alleen de lusten maar ook de lasten dragen? Is daarbij overwogen een (tijdelijke) aandelenparticipatie te nemen, zodat de Staat ook kan delen in de winst, waarop een business case zal zijn gericht (anders doen marktpartijen uiteraard niet mee)? Is er ook overwogen of er overleg kan worden gevoerd met andere landen die bijvoorbeeld schepen afnemen of waarvoor werkgelegenheid van belang is, om te kijken of zij bij kunnen dragen aan de redding van IHC?

Ten slotte schrijft de regering nu 395 miljoen euro af op de verzekering, maar de pot van deze verzekering moet kostendekkend gefinancierd worden uit de premies. De leden van de PvdA-fractie vragen de regering of daarmee de ruimte voor andere schadeclaims beperkt is, dan wel dat ook hier de overheid additioneel moet bijdragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van Partij voor de Dieren

De Staat steunt scheeps- en baggerbedrijf Royal IHC met 377 miljoen euro. Het bedrijf stond op omvallen, onder meer vanwege grote verliezen op de bouw van een aantal schepen, waarbij de kosten hoger uitvielen dan geraamd. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren constateren dat ook zonder de coronacrisis Royal IHC in de problemen was gekomen, het bedrijf lijdt immers al sinds 2016 verlies. In het «Afwegingskader bij steunverzoeken van individuele bedrijven» staat het volgende:

«Algemene uitgangspunten

  • Een onderneming is en blijft zelf verantwoordelijk voor de strategie en het beleid van de onderneming de bedrijfsvoering en de continuïteit daarvan. Normaal gesproken grijpt de overheid daarom niet in bij individuele bedrijven als sprake is van financiële problemen en mogelijk zelfs een (dreigend) faillissement.

  • Tegelijkertijd dient voorkomen te worden dat in de kern gezonde ondernemingen – die een «reguliere» recessie hadden kunnen doorstaan – door een combinatie van aanbodrestricties en plotselinge vraaguitval onnodig omvallen.

  • (...)»5

Deze leden constateren echter dat Royal IHC in de kern niet gezond is. Hoe komt de regering erbij dat Royal IHC ook een »reguliere recessie» had doorstaan? Had de regering ook zonder de coronacrisis Royal IHC gesteund om te kunnen overleven?

In hun gezamenlijke kamerbrief van 1 mei 2020 stellen de bewindspersonen dat de Staat met dit pakket «het maximale» heeft gedaan «om IHC een stevige basis te geven voor de toekomst. De bijdrage van de Staat is proportioneel, mede in het licht van de reeds uitstaande schuld, en de lasten van de herstructurering zijn gelijkwaardig verdeeld over alle partijen.»6

Betekent dit dat verdere steun in de toekomst is uitgesloten? Zo nee, waarom niet? En waarom heeft de regering besloten Royal IHC financieel te steunen zonder duurzaamheidsvoorwaarden te stellen? De bagger – en offshore-industrie, de sector waarvoor Royal IHC schepen bouwt, is een sector die bijdraagt aan klimaatschade en biodiversiteitsverlies. Deze sector is naar de mening van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie niet houdbaar in zijn huidige vorm om de klimaatdoelen van Parijs te halen. Mocht IHC ondanks deze (zoveelste) kapitaalinjectie van de regering alsnog niet gezond door de coronacrisis kunnen komen, is de regering dan bereid om IHC alleen nogmaals financieel te ondersteunen als het bedrijf een exit-strategie vormgeeft, zodat het vanaf 2025 geen fossiele activiteiten meer faciliteert?

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 19 juni 2020.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, N.J.J. van Kesteren

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, De Boer


X Noot
1

Samenstelling:

Koffeman (PvdD), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Strien (PVV), Gerkens (SP), Atsma (CDA), N.J.J. van Kesteren (CDA) (voorzitter), Pijlman (D66), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), Van Rooijen (50PLUS), Van Ballekom (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Gerbrandy (OSF), Van Gurp (GL), Huizinga-Heringa (CU), Kluit (GL), van der Linden (FVD) (ondervoorzitter), Meijer (VVD), Otten (Fractie-Otten), Van Pareren (FVD), Prins-Modderaar (CDA), Recourt (PvdA), Vendrik (GL), Van der Voort (D66)

X Noot
2

Kamerstukken II, 2019–2020, 35 451, nr. 2, blz. 4.

X Noot
3

Gaby de Groot en Pieter Lalkens, «Oud-staatssecretaris Menno Snel commissaris bij IHC», Het Financieele Dagblad, 4 juni 2020, https://fd.nl/ondernemen/1346669/oud-staatssecretaris-snel-commissaris-bij-ihc.

X Noot
4

Kamerstukken I, 2019–2020, 35 300 XIII, E.

X Noot
5

Kamerstukken II, 2019–2020, 35 420, nr. 36. Bijlage «Afwegingskader bij steunverzoeken individuele bedrijven», Blz. 7.

X Noot
6

Kamerstukken I, 2019–2020, 35 300 XIII, E, blz. 4.

Naar boven