Tweede Kamer der Staten-Generaal

35 450 I Wijziging van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Ontvangen 29 april 2020

Nr. 1 VOORSTEL VAN WET

Vergaderjaar 2019‒2020

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzaak is gebleken van een wijziging van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2020;

Zo is het, dat Wij, met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De begrotingsstaat van de Koning voor het jaar 2020 wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de desbetreffende bij deze wet behorende staat.

Artikel 2

De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 3

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2020.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken

Wijziging van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2020 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

44.362

44.362

0

1082

1082

52

        
 

Niet-beleidsartikelen

44.362

44.362

0

1082

1082

52

1

Grondwettelijke uitkering aan leden van het Koninklijk Huis

8.503

8.503

0

0

0

0

2

Functionele uitgaven van de Koning

29.635

29.635

0

835

835

0

3

Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen

6.224

6.224

0

247

247

52

Naar boven