Tweede Kamer der Staten-Generaal

35 450 C Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Ontvangen 29 april 2020

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2019‒2020

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat voor het provinciefonds.

Het in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikel wordt in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Wetsartikel 3

Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben provincies gezamenlijk recht op het bedrag dat in de begroting als verplichting voor het totaal van de algemene uitkering is opgenomen. Ingevolge artikel 5, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben de provincies gezamenlijk recht op de bedragen die in de begroting als verplichting voor het totaal van de integratie-uitkeringen en het totaal van de decentralisatie-uitkeringen zijn opgenomen.

De in dit wetsartikel opgenomen bedragen zijn niet rechtstreeks uit de begrotingsstaat af te leiden. De bedragen worden nader onderbouwd in deze memorie van toelichting.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,K.H.Ollongren

De Staatssecretaris van Financiën,J.A.Vijlbrief

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De eerste suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2020. De stand van de eerste suppletoire begroting wordt opgebouwd vanaf de stand van de vastgestelde begroting 2020.

Door wijzigingen in beleid van verschillende departementen kan worden overgegaan tot het beleggen of juist weghalen van taken bij provincies. Indien dit gepaard gaat met een toevoeging aan of een uitname uit het provinciefonds, wordt dit begrotingstechnisch verwerkt. In de onderstaande tabel worden de mutaties groter dan € 10 mln. weergegeven. Daarbij wordt onderscheid aangebracht tussen nominale mutaties enerzijds en overboekingen van/naar andere departementen anderzijds.

De extracomptabele tabel overzicht coronamaatregelen is niet opgenomen, vanuit de begroting van het provinciefonds zijn geen coronagerelateerde uitgaven gedaan.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 1 Belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties 2020 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Uitgaven 2020

  

Vastgestelde begroting 2020

2.480.413

  

Belangrijkste suppletoire mutaties

 
  

Nominale mutaties

 

1 Wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2019

26.344

  

Overboekingen

 

2 Regionale opgaven

26.702

  

Overige mutaties

23.391

  

Stand 1e suppletoire begroting 2020

2.556.850

Toelichting

1. Wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2019

Bij Slotwet 2019 is vastgesteld hoe de in 2019 gerealiseerde uitbetalingen voor de algemene uitkering aan de provincies zich verhouden tot het bedrag dat bij de tweede suppletoire begroting 2019 voor de uitbetalingen is geraamd. Daarbij is gebleken dat er bij de algemene uitkering lagere uitbetalingen zijn gedaan dan bij Najaarsnota 2019 werd verwacht. Het gaat hierbij om een verschil van € 26,3 mln. Dit bedrag wordt, conform de bestaande systematiek, toegevoegd aan het uitgavenbudget voor 2020, zodat de betalingen aan gemeenten in 2020 plaats kunnen vinden.

2. Regionale opgaven

Het Kabinet heeft geld gereserveerd voor het aanpakken van regionale opgaven, onder meer in diverse provincies. Hierbij wordt ingezet op het versterken van de leefbaarheid, kennis en innovatie en het voorzieningenniveau van bedrijven.

Overige mutaties

Onder de overige mutaties voor 2020 zijn onder meer opgenomen de incidentele en de structurele component van de afrekening van het accres over 2019 op de algemene uitkering (€ 2,2 mln. elk), de wijziging betalingsverloop 2019 op de decentralisatie-uitkeringen (€ 5,7 mln.) en een overboeking vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor de decentralisatie-uitkering Schokland (€ 5,0 mln.).

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1 Provinciefonds

In onderstaande tabel worden voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten de budgettaire gevolgen van beleid van het provinciefonds weergegeven. Hiermee worden de integrale uitgaven die samenhangen met de samengestelde beleidsdoelstelling (het nastreven van een adequate omvang van het provinciefonds en het nastreven van een adequate verdeling van de middelen over de provincies) inzichtelijk gemaakt.

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 provinciefonds (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting (3=1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5=3+4)

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

2.480.413

0

2.480.413

44.353

2.524.766

2.135

2.135

2.135

1.985

          

Uitgaven:

2.480.413

0

2.480.413

76.437

2.556.850

2.135

2.135

2.135

1.985

Waarvan juridisch verplicht

100%

   

100%

    
          

Opdrachten

         

Kosten Financiële- verhoudingswet

100

0

100

0

100

0

0

0

0

          

Bijdragen aan medeoverheden

         

Algemene uitkering

2.276.013

0

2.276.013

37.016

2.313.029

1.727

1.727

1.727

1.727

Decentralisatie-uitkeringen

204.300

0

204.300

39.421

243.721

408

408

408

258

          

Ontvangsten:

2.480.413

0

2.480.413

76.437

2.556.850

2.135

2.135

2.135

1.985

Toelichting

Opdrachten

Kosten Financiële-verhoudingswet

Dit betreft het budget dat elk jaar is gereserveerd voor de uitvoering van onderzoeken op het vlak van de omvang en verdeling van het provinciefonds en het onderhoud van het betaalsysteem.

Bijdragen aan mede overheden

Algemene uitkering

Dit betreft de uitkering aan alle provincies, die ten goede komt aan de algemene middelen van de provincies. De uitkering is gebaseerd op de artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet. Een toelichting op de belangrijkste mutaties is opgenomen in paragraaf 2.1.

Decentralisatie-uitkeringen

Naast de algemene uitkering kent het provinciefonds ook decentralisatie-uitkeringen. De decentralisatie-uitkeringen zijn gebaseerd op de artikel 5, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet. Een toelichting op de belangrijkste mutaties is opgenomen in paragraaf 2.1. Een overzicht van de decentralisatie-uitkeringen is opgenomen in paragraaf 4.1.

4 Bijlagen

4.1 Overzicht decentralisatie-uitkeringen

Tabel 3 Overzicht decentralisatie-uitkeringen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Uitgaven 2020

Bodemsanering

42.551

Deltaprogramma Ruimtelijke adaptie

293

Dingtiid

23

Elektrificatie Spoorlijn Limburg Aken

258

Erfgoed Deal

1.498

Gebiedsontwikkeling Ooijen Wanssum

30.926

Monumenten

20.000

Na-ijlende effecten mijnbouw

1.361

Ondersteuning Net op zee

50

Proeftuinen cultuurprofielen

602

Programma Impuls omgevingsveiligheid

11.363

Projecten Verkeer en vervoer

39.712

Regionale opgaven

26.802

Schokland

5.000

Waddenfonds

28.878

Wettelijke Friese taal

150

Zoetwatermaatregelen

13.301

Zuiderzeelijn REP-middelen

15.213

Wijziging betalingsverloop decentralisatie uitkering 2019

5.740

Totaal:

243.721

Naar boven