35 448 EU-voorstel: Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de totstandbrenging van klimaatneutraliteit en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1999 (Europese klimaatwet)1

H BRIEF VAN DE LID VAN DE EUROPESE COMMISSIE, DE HEER N. SCHMIT

Aan de voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Brussel, 10 augustus 2020

De Commissie dankt de Eerste Kamer voor haar gemotiveerd advies en haar brief over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de totstandbrenging van klimaatneutraliteit en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1999 (Europese klimaatwet) {COM (2020) 80 final}.

Dit voorstel maakt deel uit van een breder pakket van ambitieuze maatregelen dat is aangekondigd in de mededeling van de Commissie over de Europese Green Deal2. Met de Europese Green Deal gaat een nieuwe groeistrategie voor de EU van start, die een bevestiging vormt van het streven van de Commissie om Europa tegen 2050 tot het eerste klimaatneutrale continent te maken. Met haar voorstel voor een Europese klimaatwet beoogt de Commissie de doelstelling van klimaatneutraliteit in 2050 in de wetgeving vast te leggen, de koers voor de lange termijn te bepalen, investeerders voorspelbaarheid te bieden en transparantie en verantwoording te waarborgen.

De Commissie neemt nota van het oordeel van de Eerste Kamer dat het voorstel niet voldoet aan de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. Zij neemt nota van de bezwaren van de Eerste Kamer met betrekking tot de rechtsgrondslag van het voorstel en de bevoegdheidsdelegatie voor gedelegeerde handelingen.

In antwoord op de vragen die de Eerste Kamer aan de orde stelt, wil de Commissie de volgende opmerkingen maken.

De betrokkenheid en de inzet van burgers en alle belanghebbenden zullen inderdaad van cruciaal belang zijn voor het welslagen van de groene transitie en de zeer ingrijpende beleidsmaatregelen die daarvoor vereist zijn. Het verwerven van maatschappelijk draagvlak is essentieel voor het welslagen van de Europese Green Deal. Het streven daarnaar moet plaatsvinden op alle niveaus, en ook op het niveau van de EU- instellingen.

Wat de rechtsgrondslag van het voorstel betreft, is de Commissie van mening dat de keuze voor artikel 192, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de juiste is, in het licht van de doelstellingen van het voorstel. De Commissie wijst erop dat artikel 192, lid 2, als rechtsgrondslag een uitzondering is op de algemene procedure die in artikel 192, lid 1, is opgenomen, en dat er duidelijke jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie is waarin de reikwijdte van de procedure strikt wordt omschreven.

Wat betreft de bevoegdheid van de Commissie om gedelegeerde handelingen vast te stellen waarmee op het niveau van de Unie een traject wordt uitgezet om tegen 2050 de doelstelling van de EU inzake klimaatneutraliteit te verwezenlijken, merkt de Commissie op dat het de bedoeling is dat zij aan de hand van het traject de verwezenlijking van de doelstelling inzake klimaatneutraliteit en de effectiviteit van het bestaande beleid kan beoordelen. Volgens het voorstel worden het uitgangspunt en het eindpunt van het traject, alsmede de criteria die bij het vaststellen van het traject in overweging moeten worden genomen, door de medewetgevers vastgesteld; aan de Commissie wordt derhalve geen enkel «essentieel onderdeel» in de zin van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gedelegeerd.

De bovenvermelde punten zijn gebaseerd op het oorspronkelijke voorstel van de Commissie, dat momenteel volgens de gewone wetgevingsprocedure wordt behandeld door het Europees Parlement en de Raad.

De adviezen van de Eerste Kamer zijn doorgegeven aan de vertegenwoordigers van de Commissie met het oog op de aanstaande onderhandelingen met de medewetgevers en zal bij die besprekingen in aanmerking worden genomen.

Het antwoord van de Commissie op de aanvullende vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van de SP, de Partij voor de Dieren en de SGP is in de bijlage opgenomen.

De Commissie hoopt dat de vragen van de Eerste Kamer hiermee zijn beantwoord en verheugt zich op de voortzetting van de politieke dialoog.

Nicolas Schmit, Lid van de Europese Commissie

Bijlage

De Commissie heeft alle vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van de SP, de Partij voor de Dieren en de SGP zorgvuldig bestudeerd.

In antwoord op de vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie wil de Commissie de volgende opmerkingen maken.

De Commissie deelt de mening dat niets doen geen optie is. De klimaat- en milieucrisis is een realiteit en we moeten dus actie ondernemen. De Commissie heeft in haar mededeling Een schone planeet voor iedereen3 haar visie uiteengezet op de economische en maatschappelijke veranderingen die nodig zijn om transitie naar klimaatneutraliteit te realiseren, waarbij alle sectoren van de economie en de samenleving worden betrokken. Het doel van de strategie is ervoor te zorgen dat die transitie op sociaal rechtvaardige wijze verloopt – zodat er geen burgers of regio’s van de EU achterblijven – en het concurrentievermogen van de economie en het bedrijfsleven van de EU op de mondiale markten versterkt. Daarbij moeten hoogwaardige werkgelegenheid en duurzame groei in Europa worden gewaarborgd en synergieën tot stand worden gebracht met andere uitdagingen op milieugebied, zoals luchtkwaliteit en bestrijding van het verlies van biodiversiteit. Tegelijk met de Europese Green Deal heeft de Commissie een ambitieus maatregelenpakket voor de verwezenlijking van de doelstellingen ervan gepresenteerd. In het kader van de Europese Green Deal heeft de Commissie over de subsidies voor fossiele brandstoffen verklaard dat die moeten worden afgeschaft en dat zij zich zal buigen over de huidige belastingvrijstellingen, waaronder die voor brandstof voor de luchtvaart en de maritieme sector, en zal nagaan hoe eventuele mazen het best kunnen worden gedicht.

Voorts gaat het milieubeleid van de Unie uit van het beginsel dat de vervuiler betaalt, zoals bepaald in artikel 191, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

De Commissie acht de betrokkenheid en de inzet van het publiek en alle belanghebbenden cruciaal voor het welslagen van de Europese Green Deal. In het kader daarvan zal de Commissie een Europees klimaatpact opzetten waarbij alle geledingen van de samenleving worden betrokken en in staat gesteld om actie te ondernemen voor de totstandkoming van een klimaatneutrale en klimaatbestendige samenleving. Het Europees klimaatpact zal burgers en belanghebbenden uit alle geledingen van de samenleving een stem geven. Zij kunnen zo een rol spelen bij de opzet van nieuwe klimaatmaatregelen, het delen van informatie, het lanceren van activiteiten in de eigen omgeving en het presenteren van oplossingen die door anderen kunnen worden nagevolgd. De Commissie heeft van 4 maart 2020 tot en met 17 juni 2020 een openbare raadpleging over het Europees klimaatpact gehouden.

De Commissie benadrukt ook de noodzaak van een sociaal rechtvaardige transitie. Zo zal er in het kader van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie ook naar worden gestreefd om de burgers en werknemers die het meest kwetsbaar zijn, bij de transitie bescherming te bieden.

Wat de relatie tussen economische groei en duurzaamheid betreft: in de periode van 1990 tot 2018 is de uitstoot van broeikasgassen in de EU met 23% verminderd, terwijl de economie met 61% is gegroeid4. Hieruit blijkt dat het mogelijk is economische groei los te koppelen van de uitstoot van broeikasgassen. De Europese Green Deal is dus de groeistrategie van de EU, die van cruciaal belang is om de economie weer op gang te brengen en tegelijkertijd een weerbaarder, duurzamer, eerlijker en welvarender Europa tot stand te brengen.

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben een aantal vragen gesteld over de doelstelling van klimaatneutraliteit en het verband met de Overeenkomst van Parijs.

De Commissie wil graag verduidelijken dat de in het voorstel opgenomen doelstelling van de EU om tegen 2050 klimaatneutraliteit te realiseren, niet uitsluitend betrekking heeft op CO2, maar op alle broeikasgassen. In het speciaal verslag van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering wordt geconcludeerd dat voor scenario’s die leiden tot geen of slechts een beperkte overschrijding van de limiet van 1,5 °C, de wereldwijde netto antropogene CO2-emissies voor de hele planeet rond 2050 tot nul moeten zijn teruggebracht. De doelstelling van de EU is dus aanzienlijk ambitieuzer, aangezien deze niet alleen betrekking heeft op CO2, maar op alle broeikasgassen. De doelstelling omvat ook sectoren waarvoor broeikasgasemissies en -verwijderingen in het EU-recht zijn geregeld. Er wordt erkend dat het vermijden van broeikasgasemissies aan de bron weliswaar de prioriteit moet hebben, maar dat de verwijdering van broeikasgassen niettemin nodig zal zijn ter compensatie van de resterende broeikasgassen die afkomstig zijn uit sectoren waar decarbonisatie het grootste probleem vormt. De doelstelling is in overeenstemming met het feit dat partijen die ontwikkelde landen zijn, volgens artikel 4, lid 4, van de Overeenkomst van Parijs het voortouw moeten blijven nemen door zich te verplichten tot absolute emissiereductiedoelen voor de gehele economie.

De in het voorstel uiteengezette doelstelling geldt voor de hele Unie. Er wordt aan bijgedragen door alle lidstaten, met inachtneming van billijkheid en solidariteit. De doelstelling is vastgesteld voor de Europese Unie in haar geheel, maar er is geen datum vastgesteld waarop elke lidstaat klimaatneutraliteit moet hebben gerealiseerd, noch zijn er specifieke doelstellingen per lidstaat vastgesteld. De streefcijfers voor afzonderlijke lidstaten zijn vastgelegd in andere instrumenten, zoals de beschikking5 en de verordening6 inzake de verdeling van de inspanningen, waarbij bindende streefcijfers zijn vastgesteld voor de jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen door de lidstaten voor de perioden 2013–2020 respectievelijk 2021–2030.

De Commissie wil graag de volgende antwoorden geven op de vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie, als aanvulling op de eerder vermelde antwoorden inzake subsidiariteit.

De leden van de SGP-fractie zijn bezorgd over het feit dat voor de lidstaten bindende doelstellingen worden vastgesteld voor 2030 en 2050, zonder dat de impact daarvan voldoende in beeld is gebracht. De Commissie wil graag verduidelijken dat de impact van de doelstelling van klimaatneutraliteit in 2050 grondig is beoordeeld in het kader van de volledige effectbeoordeling voor de doelstelling van klimaatneutraliteit in 2050, die in november 2018 is verricht ter ondersteuning van de mededeling Een schone planeet voor iedereen7. Wat de ten opzichte van 2030 verdergaande klimaatdoelstellingen betreft, voert de Commissie momenteel een effectbeoordeling uit, die zij in september samen met het klimaatdoelstellingsplan 2030 wil presenteren.

Wat klimaatadaptatie betreft, hebben volgens de Commissie zowel de lidstaten als de Unie een rol te spelen. De Commissie is voornemens een nieuwe EU-adaptatiestrategie te presenteren, die rechtstreeks gericht is op versterking van de inspanningen om de adaptatiecapaciteit te vergroten, de weerbaarheid te versterken en de kwetsbaarheid te verminderen. Het is cruciaal dat de uitdagingen in verband met adaptatie worden aangepakt met inachtneming van de adaptatiestrategieën en -plannen van de lidstaten. De Commissie heeft op 14 mei 2020 een openbare raadpleging gestart, die nog tot en met 20 augustus 2020 loopt. Het is de bedoeling om voor de nieuwe strategie van een breed scala belanghebbenden standpunten te verzamelen, die als input zullen dienen voor de vaststelling van de opzet en de beleidsopties en het juiste ambitieniveau.


X Noot
1

Zie dossier E200007 op www.europapoort.nl.

X Noot
2

COM(2019) 640 final.

X Noot
3

COM(2018) 773 final.

X Noot
4

Verslag van de Commissie De weg effenen voor ambitieuzere langetermijndoelstellingen – Voortgangsverslag 2019 over klimaatactie in de EU (COM(2019) 559 final).

X Noot
5

Beschikking nr. 406/2009/EG.

X Noot
6

Verordening (EU) 2018/842.

X Noot
7

COM(2018) 773 final.

Naar boven