35 448 EU-voorstel: Voorstel voor een verordening van het Europees parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de totstandbrenging van klimaatneutraliteit en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1999 (Europese klimaatwet)1

E BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT/LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Uitvoerend Vicevoorzitter Europese Commissie

de heer F.C.G.M. Timmermans

Den Haag, 29 mei 2020

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van de Eerste Kamer der Staten-Generaal hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel voor een verordening tot vaststelling van het kader voor het bereiken van klimaatneutraliteit en tot wijziging van de verordening (EU) 2018/1999 (Europese Klimaatwet).2 De leden van de fracties van SP, Partij voor de Dieren en de SGP hebben naar aanleiding hiervan een aantal vragen en opmerkingen. De leden van de SP-fractie sluiten zich graag aan bij de vragen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie steunen de doelstellingen van de Europese Commissie om alles op alles te zetten om de opwarming tot maximaal 1,5 graad te beperken. Zij hebben echter vragen ten aanzien van de voorstellen van de Europese Commissie.

Het klimaatprobleem is naar de mening van deze leden geen groot probleem. Het is volgens hen een oplosbaar probleem. We weten wat we moeten doen om het klimaat te redden. Wanneer we doorgaan op deze voet, dan zal ons leven binnen tientallen jaren niet meer hetzelfde zijn als we gewend zijn. Vooral de kloof tussen arm en rijk en tussen Noord en Zuid zal schrijnend duidelijk worden. Dat zal ook de druk op de Europese grenzen doen toenemen en vraagstukken rondom migratie vergroten. Niets doen is geen optie. Maar met doekjes stelp je niet het bloeden, zo stellen de leden van de SP-fractie.

De Europese Commissie stelt een fiks aantal maatregelen voor, met soms verregaande bevoegdheden. Afgezien van het feit dat deze bevoegdheden in de ogen van de leden van de SP-fractie aan de democratische principes voorbijgaan, zou men ook kunnen betogen dat deze doekjes voor het bloeden zijn. In essentie is het klimaatprobleem een probleem van oneerlijke verdeling en geeft aan dat het huidige marktdenken ook hier faalt. Deze leden zien echter geen wijziging in dit marktdenken, sterker nog, de voorstellen ondersteunen vaak de grote bedrijven (financieel) om te transformeren, terwijl men ook zou kunnen stellen dat het deze bedrijven zijn die grotendeels de oorzaak zijn van de klimaatproblemen. Maar zou dat niet zo zijn, dan weten deze bedrijven al tientallen jaren dat de wijze waarop zij hun bedrijfsvoering uitvoeren te veel druk legt op onze aarde. Zij hebben lang de tijd gehad zich aan te passen. Hoe ziet de Europese Commissie dit? Is de Europese Commissie met de leden van de SP-fractie eens dat de bijdrage die gevraagd mag worden van de partijen die jarenlang geld hebben kunnen verdienen ten koste van onze planeet, meer dan evenredig mee mogen betalen aan het oplossen van die problemen? Zo ja, waarom kiest de Commissie voor het in stand houden van subsidies aan de fossiele industrie?

Dit raakt ook het draagvlak voor de maatregelen. Op welke wijze gaat de Europese Commissie ervoor zorgen dat de maatregelen die getroffen worden ook gesteund worden door de inwoners van Europa? Wie gaat de pijn voelen van de maatregelen die getroffen worden, wie pakt die rekening op? Hoe meer die rekening bij de burger wordt neergelegd, hoe minder het draagvlak er zal zijn. Wanneer het draagvlak helemaal wegvalt, zullen de effecten averechts zijn, zo stellen de leden van de SP-fractie. Het is dus zaak om dit Europese stukje van de wereld door een van de grootste crises heen te loodsen. Hoe gaat de Europese Commissie dat aanpakken?

Helaas houdt de Europese Commissie vast aan economische groei, terwijl alle signalen erop wijzen dat het niet mogelijk is om op duurzame wijze te groeien. Economische groei zorgt per definitie voor druk op het klimaat. Er is naar de mening van de leden van de SP-fractie vooralsnog geen geloofwaardig, sociaal gerechtvaardigd, ecologisch duurzaam scenario te vinden waarbij de groei doorgaat en de schade aan natuur, milieu en mens wordt beperkt. Heeft de Europese Commissie in overweging genomen dat er iets aan het adagium van economische groei zal moeten worden gedaan, willen wij het klimaat echt gaan redden? Heeft de Commissie dit meegenomen in het opstellen van haar plannen? Zo nee, wat was de overweging om hier niet verder mee te gaan, zo vragen de leden van de SP-fractie.

Vragen en opmerkingen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de Europese Commissie wat de definitie van «CO2-neutraliteit» volgens haar is. Hoe wordt dit berekend? Worden geëxternaliseerde emissies hierin meegenomen? Hoe gaat de Commissie om met transnationale emissies van buiten de EU? Betekent CO2-neutraliteit volgens de Commissie dat olie- en gasbedrijven brandstoffen kunnen blijven winnen zolang er maar aan CO2-afvang en -opslag wordt gedaan?

De Europese Commissie verwijst naar het speciaal verslag van het IPCC waarin wordt geschat dat wij, om een traject te kunnen volgen dat de temperatuurstijging tot 1,5 °C beperkt, wereldwijd rond 2050 CO2-neutraliteit moeten bereiken. Op welke manier is bij het opstellen van de EU-klimaatdoelen rekening gehouden met de extra inspanningen die ontwikkelde landen ten opzichte van arme landen moeten leveren volgens het Klimaatakkoord van Parijs?

De Europese Commissie spreekt over «collectieve verwezenlijking» van de 2050-doelstelling. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de Commissie hoe dit zich verhoudt tot de nationale verplichtingen en doelstellingen, voortkomend uit het Klimaatakkoord van Parijs. Is het bijvoorbeeld mogelijk dat Nederlandse broeikasgasemissies worden gecompenseerd door Zweedse of Finse bossen? Hoe voorkomt de Commissie dat landen die slecht presteren, zoals Nederland, worden gecompenseerd door vooruitstrevende landen als Finland?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie kunnen zich bij het voorliggende voorstel voor een Europese Klimaatwet in grote lijnen vinden in de gekozen rechtsgrondslag, maar deze leden oordelen dat dit voorstel niet voldoet aan de beginselen van subsidiariteit en wensen dit via dit politiek dialoog kenbaar te maken.

De leden van de SGP-fractie erkennen dat Europese samenwerking nodig is om de energievoorziening te verduurzamen en CO2-emissie aan te pakken, maar zij vinden dat de Europese Commissie daarbij te veel bevoegdheden naar zich toetrekt en onvoldoende ruimte laat voor individuele lidstaten. Zij vinden dat de Commissie zich eerst en vooral moet richten op onder meer een goed functionerend systeem voor CO2-emissiehandel, voldoende interconnecties tussen lidstaten ten behoeve van een betrouwbare, duurzame energievoorziening, aanscherping van de richtlijn voor eco-design en invoering van een stevige vliegheffing, zodat lidstaten in staat zijn om nationale klimaatambities waar te maken. De leden van de SGP-fractie oordelen dan ook niet positief over de wijze waarop in het voorliggende voorstel rekening is gehouden met de beginselen van subsidiariteit. Zij onderbouwen dit oordeel met de volgende argumenten.

In de eerste plaats hebben deze leden grote bezwaren tegen het voorstel van de Commissie om door middel van gedelegeerde handelingen het tussenliggende traject tussen 2030 en 2050 vast te stellen op EU-niveau om de doelstelling van klimaatneutraliteit in 2050 te bereiken. Dergelijke tussendoelen kunnen grote impact hebben. Vaststelling per gedelegeerde handeling is derhalve niet passend, zo menen deze leden.

In de tweede plaats hebben de leden van de SGP-fractie grote moeite met het feit dat vergaande doelstellingen voor 2030 en 2050 per verordening bindend worden voor individuele lidstaten. Deze doelstellingen hebben grote impact op de inrichting van economie en samenleving in individuele lidstaten, waarbij deze leden aan willen tekenen dat deze impact nog onvoldoende in beeld is gebracht. Zij vinden het derhalve niet passend om op Europees niveau een dergelijke doelstelling bindend te verklaren voor individuele lidstaten.

In de derde plaats zetten de leden van de SGP-fractie vraagtekens bij de wijze waarop de Europese Commissie een regierol neemt bij het onderwerp klimaatadaptatie. Zij zien graag dat dat de Commissie zich beperkt tot die zaken binnen het onderwerp klimaatadaptatie waar lidstaten elkaar nodig hebben.

In de vierde plaats willen de leden van de SGP-fractie erop wijzen dat verduurzaming van de gebouwde omgeving nu vooral een nationale aangelegenheid is. Door overkoepelende doelstellingen wettelijk vast te leggen en bindend te maken met de mogelijkheid voor de Europese Commissie om met nadere wetgeving te komen om deze doelstellingen te halen, bestaat het risico dat de Commissie ook gaat sturen op terreinen die nu vooral een nationale aangelegenheid zijn.

De leden van de SGP-fractie verzoeken de Europese Commissie om een reactie op de bovenstaande argumenten.

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kijken met belangstelling uit naar de antwoorden van de Europese Commissie en ontvangen deze graag zo snel mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden na dagtekening van deze brief.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, N.J.J. van Kesteren


X Noot
1

Zie dossier E200007 op www.europapoort.nl.

X Noot
2

COM(2020)80, gepubliceerd door de Europese Commissie op 4 maart 2020, zie voor behandeling in de Eerste Kamer dossier E200007 op www.europapoort.nl.

Naar boven