35 441 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020 (Incidentele suppletoire begroting inzake aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector in verband met de Covid-19 crisis)

CXXXIX Functioneren van de Eerste Kamer in crisistijd

A1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 april 2020

Bij brief van 15 april jl.2 heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over de aanvullende ondersteuning van het kabinet voor de culturele en creatieve sector. Dinsdag 28 april vond hierover het wetgevingsoverleg plaats in de Tweede Kamer.

De budgettaire gevolgen van deze maatregelen zijn u voorgelegd in een incidentele suppletoire begrotingswet (Kamerstuk 35 441, 2019–2020). Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswetten heeft geautoriseerd. Aangezien uitstel van uitvoering van deze spoedeisende maatregelen die in het belang van het Rijk zijn, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, ben ik voornemens om indien nodig, vooruitlopend op dit akkoord, de uitvoering van de maatregelen te starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Letter A heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 35 441.

Naar boven