Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 november 2022
Recent heeft uw Kamer besloten om het wetsvoorstel tot wijziging van de Postwet 20091 (hierna: het wetsvoorstel) aan te melden voor plenaire behandeling in december 2022.
Dit wetsvoorstel is op 30 maart 2020 bij uw Kamer ingediend. Sinds de indiening van
het wetsvoorstel is de situatie op de postmarkt veranderd. Ik heb daarom recent met
stakeholders gesproken over de vraag of het wetsvoorstel voldoende waarborgen bevat
om de publieke belangen ook in de huidige marktsituatie te borgen. Naar aanleiding
van deze gesprekken wil ik bezien of het wetsvoorstel op enkele punten aanscherping
nodig heeft. In deze brief informeer ik uw Kamer over de wijze waarop ik tot deze
voorlopige conclusie ben gekomen en welke stappen ik de komende maanden wil zetten.
De huidige marktsituatie
Sinds de indiening van het wetsvoorstel is de situatie op de postmarkt veranderd.
Mijn ambtsvoorganger heeft PostNL en Sandd een vergunning verleend op basis van artikel 47
van de Mededingingswet om te fuseren en PostNL heeft daarop besloten deze concentratie
te implementeren. Als gevolg hiervan resteert er nog één landelijk dekkend 24-uurs
bezorgnetwerk voor brievenbuspost. Om toegang voor regionale postvervoerders tot dit
landelijk dekkende netwerk te borgen heeft mijn ambtsvoorganger toegangsvoorwaarden
opgenomen in het artikel 47-besluit. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven
(CBb) heeft echter voor het zomerreces dit vergunningsbesluit vernietigd.2 Daarmee zijn ook de voorwaarden over de wijze waarop regionale postvervoerders toegang
krijgen tot het landelijk dekkende 24-uurs-netwerk komen te vervallen.
Deze ontwikkelingen hebben voor onrust gezorgd, waarbij door diverse partijen is gevraagd
om de herziening van de Postwet te heroverwegen. Ter voorbereiding op de plenaire
behandeling is er daarom met de Autoriteit Consument en Markt (ACM), PostNL en verschillende
regionale postvervoerders gesproken over hun zorgen en over de vraag of het wetsvoorstel
voldoende waarborgen bevat om de publieke belangen te borgen.
Gesprekken met stakeholders
In de gesprekken met stakeholders zijn meerdere zorgen geuit over het huidige wetsvoorstel.
Zo maken de ACM en regionale postvervoerders zich met name zorgen over de rol en bevoegdheden
van de ACM: zijn die voldoende om effectief toezicht te kunnen houden op de wijze
waarop PostNL toegang verleent aan regionale postvervoerders? Aanvullend hebben regionale
postvervoerders vragen over de wijze waarop toegang tot het landelijk dekkende 24-uurs-netwerk
van PostNL concreet wordt geregeld in het wetsvoorstel en de lagere regelgeving. PostNL
heeft aangegeven dat zij voorstander is van het doorzetten van het huidige wetsvoorstel,
omdat dit stabiliteit in de markt kan brengen.
Aanscherping bevoegdheden ACM bezien
Op basis van de zorgen van stakeholders wil ik bezien of het wetsvoorstel op enkele
punten aanscherping nodig heeft. Ik verwacht op dit moment dat de aanscherping van
het wetsvoorstel in elk geval betrekking zal hebben op de bevoegdheden van de ACM
ten aanzien van de toegangsverplichting. Dit betreft bijvoorbeeld de mogelijkheden
voor ACM om periodiek voldoende inzicht in de onderliggende kosten van toegang te
verkrijgen. Ik verwacht daarbij deze aanscherping te kunnen realiseren binnen de uitgangspunten
van het huidige wetsvoorstel waarbij een toegangsverplichting geldt voor PostNL. De
verdere invulling van deze toegangsverplichting is voorzien in lagere regelgeving.
Vervolgproces
Een aanscherping van de toezichtbevoegdheden vraagt om een zorgvuldig proces. Ik zal
hierover de komende tijd in gesprek blijven met de verschillende stakeholders om zo
tot een passende invulling van de aanscherping te komen. ACM heeft in dit kader onlangs
hun eerdere uitvoerings- en handhavingstoets aangevuld. Tegelijkertijd hecht ik ook
waarde aan het creëren van rust en stabiliteit op de postmarkt. Ik wil daarom voortvarend
aan de slag met deze aanscherping van het wetsvoorstel. Ik ben voornemens uw Kamer
begin volgend jaar te informeren over de beoogde aanscherpingen en de concrete tijdlijn
van het vervolgproces van het wetsvoorstel en de lagere regelgeving. Daarbij zal ik
ook bezien op wat voor termijn ik een eventuele nota van wijziging aan uw Kamer kan
aanbieden.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens