35 393 Betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk

Nr. 47 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 februari 2022

Op 8 oktober 2021 is de Verordening ter oprichting van de Brexit Adjustment Reserve (BAR) gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarmee wordt het nu mogelijk om een deel van de Brexit-gerelateerde kosten te vergoeden. Via deze brief wil ik uw Kamer, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, informeren over de inhoud van de verordening en de manieren waarop het kabinet voornemens is de bijbehorende nationale regelingen en programma’s vorm te geven.

Verordening

Op 25 december 2020 heeft de Commissie een voorstel gepubliceerd ter invulling van het door de Europese Raad van 17–21 juli 2020 voorgestelde Brexit Adjustment Reserve (BAR), een instrument van 5,47 miljard euro (huidige prijzen) buiten de plafonds van het Meerjarig Financieel Kader 2021–2017.1 De BAR richt zich op de compensatie van kosten als gevolg van het uittreden van het VK uit de Europese Unie, met als uitgangspunt dat de meest getroffen lidstaten en de meest getroffen sectoren het meest profiteren van deze middelen. Na het bereiken van een Raadspositie2 en de daaropvolgende onderhandelingen met het Europees Parlement (EP) bereikten de onderhandelaars namens de Raad en het EP op 17 juni 2021. een voorlopig akkoord over de verordening.3 Na formele aanname in Raad en EP is deze Verordening op 8 oktober 2021 gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU. Na deze publicatie heeft de Commissie een implementatiebesluit over de per lidstaat gealloceerde middelen gepubliceerd.4 Hieruit volgt dat Nederland aanspraak kan maken op 886,3 miljoen euro in 2022 en 2023. Nederland is hiermee, na Ierland, de meest begunstigde lidstaat.

Nationale uitvoering

De afgelopen tijd is gewerkt aan een nationale uitwerking voor de besteding van de BAR-middelen. Hieronder vindt u de verschillende voorziene regelingen en programma’s langs drie verschillende sporen, te weten 1) een spoor algemeen bedrijfsleven; 2) een visserijspoor en 3) een spoor voor reeds gemaakte publieke kosten. Deze drie sporen en de voorziene bedragen worden hieronder toegelicht.

Om deze drie sporen vorm te geven wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de bestaande structuren en kennis bij de rijksoverheid met betrekking tot het aanwenden van Europese middelen. Zo zal de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) als intermediaire partij een belangrijk deel van de uitvoering van de regelingen op zich nemen. Naar verwachting zullen de eerste regelingen in de eerste helft van 2022 operationeel worden.

Management Controle Systeem

Het conform de verordening in te richten Management Controle Systeem (MCS) bestaande uit een Managementautoriteit (MA) en een Audit Autoriteit (AA) wordt als volgt vorm gegeven. De MA van de BAR wordt belegd bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK). De projectteams van de drie sporen werken samen en ondersteunen daar waar nodig de MA. De AA zal worden belegd bij de Auditdienst Rijk (ADR).

Over de nationale inrichting van de BAR is overlegd met externe stakeholders zoals VNO-NCW, het IPO, de VNG, TLN, EVOFENEDEX, de agrofood sector, de visserijsector, het Huis der Nederlandse provincies en de regioambassadeurs.

Algemeen bedrijfsleven

De Brexit heeft voor veel bedrijven in uiteenlopende sectoren geleid tot eenmalige aanpassingskosten en/of structurele extra kosten om hun klanten in het Verenigd Koninkrijk te kunnen blijven bedienen. Een deel van de bedrijven heeft de kosten (deels) kunnen doorbelasten, andere bedrijven hebben omzet of marge verloren, weer andere bedrijven hebben juist kunnen profiteren van de nieuwe situatie. De BAR wordt benut om bedrijven te faciliteren in de aanpassing van hun operationele bedrijfsvoering en hun internationaliseringsstrategie. Belangrijke uitgangspunten bij de opzet van de instrumenten zijn een gericht bereik, toegankelijkheid, uitvoerbaarheid en aansluiting op bestaande instrumenten. Hiervoor worden twee regelingen en één programma ontwikkeld.

Het totale bedrag voor de bedrijfslevenregelingen inclusief het internationaliseringsprogramma dat onder dit spoor is voorzien wordt gemaximeerd op 250 miljoen euro binnen de BAR. Daarnaast wordt een flexibel budget van 50 miljoen euro gereserveerd dat ingezet kan worden als uit monitoring blijkt dat er meer belangstelling voor de regelingen is dan verwacht.

Bedrijfslevenregelingen

Door het vertrek van het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de EU werd een groot aantal bedrijven dat handelt met het VK voor het eerst actief buiten de EU. Deze bedrijven moesten zich aanpassen aan de daarvoor geldende en gedeeltelijk onbekende douanewetgeving in de EU en het VK en aan de eisen op het gebied van keuringen en certificering van processen en producten. In het kader van de BAR worden twee regelingen ontwikkeld om tegemoet te komen aan de eenmalige aanpassingskosten hiervan.

De eerste regeling is gericht op de reeds gemaakte kosten vanaf 1 januari 2020, het begin van de BAR-referentieperiode, en mogelijk eerder. Uitwerking van deze regeling wordt echter bemoeilijkt door de geldende staatssteunkaders. De reguliere staatssteunkaders staan niet toe om met terugwerkende kracht reeds gemaakte kosten te vergoeden en bepaalde kosten zijn niet goed inpasbaar binnen de geldende staatssteunkaders. Ook zijn bepaalde reeds gemaakte Brexit-gerelateerde kosten niet goed inpasbaar binnen de geldende staatssteunkaders. De reguliere staatssteunkaders sluiten dus niet aan bij de BAR-verordening en de Nederlandse inzet. Ter oplossing hiervan worden die delen van de steunmaatregel voor het brede bedrijfsleven die niet binnen de reguliere staatssteunkaders vallen formeel ter goedkeuring aan de Commissie voorgelegd.

Daarnaast komt er een subsidieregeling voor kosten die nog gemaakt moeten worden in de periode tot december 2023 wanneer de BAR referentieperiode eindigt. In beide regelingen zijn vooralsnog als subsidiabele kosten onder meer voorzien: kosten van voorlichtingscampagnes, douane-gerelateerde opleidings-, ict- en advieskosten en de kosten van tijdelijke inhuur van extra transportmaterieel. Er wordt nog verkend in hoeverre eenmalige aanpassingskosten op het gebied van keuring en certificering kunnen worden opgenomen.

Internationaliseringsprogramma

Om bedrijven zo gericht mogelijk te ondersteunen bij het herstellen van hun als gevolg van Brexit verloren internationale omzet en de veranderende internationale handelsstromen in het Europese post-Brexit speelveld wordt een internationaliseringsprogramma opgezet. Het programma is bedoeld als tijdelijke impuls op de internationale handel vanuit Nederland richting de belangrijkste handelsmarkten in de EU en daarmee de versterking van de Nederlandse concurrentiepositie binnen post-Brexit Europa. Het programma is gericht op de meest door Brexit geraakte bedrijven en sectoren. Door middel van individuele ondersteuning wordt maatwerk geleverd om veranderde handelsstromen te helpen op te vangen en zoveel mogelijk te compenseren met omzet uit EU-markten. Daarnaast worden collectieve handelsproposities uitgewerkt, waarbij bedrijven uit de meeste getroffen (sub-)sectoren en/of clusters gezamenlijk en gericht worden ondersteund bij handelsbevorderingsactiviteiten binnen de voor hun sector meest kansrijke alternatieve Europese doelmarkten. Voor deze regeling is 32 miljoen euro gereserveerd.

Visserijsector

Binnen de BAR-verordening krijgt de visserijsector extra aandacht. De Nederlandse visserijsector verliest oplopend tot 2026 quotum als gevolg van het vertrek van het VK uit de EU. Dit quotumverlies zorgt ervoor dat de Nederlandse vloot vangstmogelijkheden verliest op belangrijke doelsoorten. Vooral de Nederlandse pelagische en kottervloot zijn hierdoor getroffen. Om de gevolgen van het quotumverlies te verzachten, zet Nederland in op drie maatregelen voor de visserijsector. Een saneringsregeling als structurele maatregel die de balans tussen vangstmogelijkheden (beschikbaar quotum) en vangstcapaciteit (uitgedrukt in bruto tonnage) herstelt. En als overbruggingsmaatregelen een stilligregeling en een liquiditeitsregeling om inkomensverlies op te vangen en vissers de mogelijkheid te bieden zich aan te passen.

Alleen vaartuigen die direct getroffen zijn door Brexit komen in aanmerking voor deze maatregelen. Omdat het hier om staatssteun gaat is toestemming van de Europese Commissie nodig. Het Ministerie van LNV is in gesprek met de Europese Commissie over de visserijmaatregelen en verwacht begin 2022 duidelijkheid te hebben over toestemming van de Europese Commissie. De inzet is om de maatregelen voor de visserij in de eerste helft van 2022 open te stellen.

Het totale bedrag voor het visserijspoor wordt gemaximeerd op 200 miljoen euro binnen de BAR.

Saneringsregeling

De motivering voor een sanering op grond van de BAR is gelegen in het feit dat er als gevolg van het vertrek van het VK uit de EU tussen 2021 en 2026 een afname van de Nederlandse quota plaatsvindt en er een structurele disbalans in tussen vangstmogelijkheden en vangstcapaciteit in de vloot ontstaat. Door middel van een sanering kan de balans tussen de vangstmogelijkheden (de beschikbare quota voor de Nederlandse vloot) en de vangstcapaciteit worden hersteld op het niveau van voor de inwerkingtreding van de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst. Met het herstellen van deze balans blijft er een economisch weerbare visserijsector over. Voor deze regeling is 155 miljoen euro gereserveerd.

Stilligregeling

Minder beschikbaar quotum zorgt voor minder vangsten. Het kost bedrijven tijd om zich aan lagere vangstmogelijkheden aan te passen. Dit was eerder grotendeels niet mogelijk omdat de exacte uitkomst van de Brexit onbekend was. Het doel is om eigenaren van vissersvaartuigen die worden geraakt door de Brexit de gelegenheid te bieden zich aan te passen aan de structurele afname van vangstmogelijkheden. Eigenaren van vaartuigen kunnen subsidie aanvragen voor het stilliggen van hun vaartuig in de jaren 2021, 2022 en 2023. Voor deze regeling is 33 miljoen euro gereserveerd.

Liquiditeitsregeling

Het vertrek van het VK uit de EU heeft bij een aantal vissers geleid tot inkomensverlies in het eerste kwartaal van 2021. De liquiditeitsregeling voorziet in een tegemoetkoming voor inkomensverlies in het eerste kwartaal van 2021. Voor het verkrijgen van steun geldt dat er ten minste 30% omzetverlies moet zijn en dat het verlies aantoonbaar en direct Brexit-gerelateerd is. Voor deze regeling is 12 miljoen euro gereserveerd.

Publieke kosten

Om Nederland voor te bereiden op het vertrek van het VK uit de EU zijn publieke kosten gemaakt. De uitgaven tussen 1 januari 2020 en 31 december 2023 komen in aanmerking voor ondersteuning uit de BAR. Nederland is voornemens om gebruik te maken van deze mogelijkheid. Het merendeel van de publieke kosten is afgelopen jaren reeds (generaal) gedekt. De BAR-inkomsten voor het publieke spoor vallen daarom generaal vrij. Voor de vergoeding van publieke kosten wordt zo’n 364 miljoen euro gereserveerd. Het publieke spoor wordt nog nader uitgewerkt.

Uitvoeringskosten

Voor technische assistentie bij de uitvoering van het BAR-fonds is op basis van de BAR-verordening 2,5% van het budget beschikbaar, wat voor de Nederlandse allocatie een bedrag betekent van ruim 22 miljoen euro. Allereerst worden de kosten van de Managementautoriteit, die binnen EZK is belegd, hieruit bekostigd. Daarnaast wordt er van het resterende bedrag dat voor technische assistentie bij de uitvoering beschikbaar is, een bijdrage geleverd aan de kosten die de departementen maken voor de uitvoeringkosten van de regelingen door de RVO.

Naar verwachting overtreffen de kosten voor de uitvoering van bovengenoemde instrumenten de beschikbare middelen voor technische assistentie de totale uitvoeringskosten van de RVO. De uitvoeringskosten die niet gedekt kunnen worden binnen de BAR worden specifiek gedekt door de beleidsverantwoordelijke departementen.

Over de verdeling van de beschikbare middelen die resteren na de aftrek van de kosten die met de uitvoering van de taken/werkzaamheden van de MA binnen EZK gemoeid zijn, zullen nadere afspraken worden gemaakt tussen EZK, LNV en het Ministerie van Financiën.

Financiële verdeling

Bovenstaande bedragen zijn leidend in de verdeling over de drie sporen. Om ervoor te zorgen dat Nederland het maximale bedrag uit de BAR benut, zal flexibel worden omgegaan met onderuitputting bij de verschillende sporen. Binnen de BAR-middelen kan gekozen worden voor her-allocatie indien dit doelmatig blijkt.

Over een eventuele verschuiving tussen sporen bij onderuitputting vindt indien nodig extra besluitvorming plaats.

De kabinetsinzet is dat aan het einde van de fondsperiode Nederland de vanuit de verordening ter beschikking staande gelden van 886 miljoen euro volledig en doelmatig heeft benut.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

Bijlage: Onderbouwing en evaluatie van het voorstel (CW3.1)

1. Doel(en)

Het doel van de maatregelen binnen de BAR is het mitigeren van negatieve economische, sociale, landelijke en eventuele milieu gerelateerde gevolgen van de Brexit.

2. Beleidsinstrument(en)

De regelingen zijn onderverdeeld in drie verschillende sporen.

 

Algemene bedrijfsleven

• Regeling tegemoetkoming reeds gemaakte kosten: De regeling biedt een brede groep bedrijven de mogelijkheid tot het declareren van een deel van de in het verleden gemaakte eenmalige Brexit-gerelateerde aanpassingskosten.

• Subsidieregeling voor nog te maken eenmalige Brexit-gerelateerde aanpassingskosten: Deze regeling subsidieert eenmalige Brexit gerelateerde aanpassingen waarvoor de kosten nog gemaakt moeten worden in de referentieperiode van de BAR.

• Internationaliseringsprogramma: Dit programma ondersteunt bedrijven individueel en collectief bij het herstellen van hun als gevolg van Brexit verloren internationale omzet en de veranderende internationale handelsstromen in het Europese post-Brexit speelveld.

 

Visserijsector

• Saneringsregeling: een structurele maatregel waarmee die de balans tussen vangstmogelijkheden en vangstcapaciteit herstelt.

• Stilligregeling: met deze regeling worden bedrijven gecompenseerd voor de tijd dat ze stilliggen in de jaren 2021, 2022 en 2023, die ze kunnen gebruiken om zich aan te passen op de lagere vangstmogelijkheden.

• Liquiditeitsregeling: regeling voor vissers die in het eerste kwartaal van 2021 inkomensverlies ondervonden ten gevolge van de Brexit.

 

Publieke kosten

Nader uit te werken

De regelingen voldoen aan de door de Europese Commissie gestelde voorwaarden om aanspraak te maken op de middelen van de BAR.

3A. Financiële gevolgen voor het Rijk

Vanuit de BAR is € 886 mln. beschikbaar gesteld door de Europese Commisssie, waarbij geen nationale cofinanciering nodig is. Mogelijk zal een deel van de uitvoeringskosten, dat niet uit de BAR gedekt kan worden, gedekt moeten worden uit de nationale begrotingen van de betrokken departementen.

 

Algemene bedrijfsleven

Voor de benodigde middelen wordt aanspraak gemaakt op 250 mln. plus een flexibele buffer van 50 mln. uit de Brexit Adjustment Reserve (BAR). De financiële buffer is bedoeld ter eventuele dekking van onzekerheden in de raming en eventuele aanvullende middelen indien uit de monitoring blijkt dat dit doelmatig is.

 

Visserijsector

Voor de benodigde middelen wordt aanspraak gemaakt op 200 mln. uit de BAR. Dit betreft 155 mln. voor de saneringsregeling, 33 mln. voor de stilligregeling en 12 mln. voor de liquiditeitsregeling.

 

Publieke kosten

Voor de vergoeding van reeds gemaakte publieke kosten wordt zo’n 364 miljoen euro gereserveerd. De BAR-inkomsten voor het publieke spoor die voortvloeien uit de Europese declaraties vallen generaal vrij.

3B. Financiële gevolgen voor maatschappelijke sectoren

Er zijn geen financiële gevolgen voor de maatschappelijke sectoren. De sectoren die zijn getroffen door de Brexit kunnen aanspraak maken op de BAR middelen. Dit geldt voor de visserijsector, het bedrijfsleven en de publieke sector. Door middel van de voorgestelde maatregelen ontvangt de visserijsector middelen om zich naar aard en omvang aan te passen aan de post-Brexit situatie.

4. Nagestreefde doeltreffendheid

Algemene bedrijfsleven

De drie genoemde instrumenten hebben een breed bereik om zoveel mogelijk bedrijven die door de Brexit getroffen zijn te bereiken maar er worden wel scherpe voorwaarden gehanteerd om aan te sluiten bij de doelstellingen van de Brexit Adjustment Reserve:

• Brexit-gerelateerd. Zowel in de afbakening van de doelgroepen als in de uitwerking van instrumenten zijn duidelijke keuzes gemaakt om aan te sluiten de gevolgen van de Brexit.

• Gericht op aanpassing. De Brexit heeft uiteenlopende economische effecten (gehad) die deels incidenteel en deels structureel van aard zijn. De voorgestelde instrumenten richten zicht uitsluiten op eenmalige aanpassing aan de nieuwe situatie conform de doelstelling van de BAR.

• Steunkaders. De opzet van de voorgestelde instrumenten gebeurt in overeenstemming met de Europese regels voor staatssteun. Hierover wordt overleg gevoerd met de Europese Commissie.

 

Visserijsector

Door de verschillende regelingen wordt de positie van de resterende vissers in de Noordzee versterkt. Een saneringsregeling helpt hier in grote mate bij, doordat de resterende vissers een groter aandeel kunnen krijgen in de totale vangsten op de Noordzee en hiermee hun verdienvermogen toeneemt. De stilligregeling moet ervoor zorgen dat resterende vissers wendbaarder worden en beter zijn aangepast op de nieuwe situatie. Daarnaast dient de liquiditeitsregeling ter compensatie van vissers die in het eerste kwartaal omzetverlies hebben geleden als gevolg van Brexit. In alle gevallen moet sprake zijn van een directe Brexit-link. Bij de stilligregeling en de saneringsregeling moet sprake zijn van ten minste 20% afhankelijkheid van door Brexit geraakte bestanden (in volume of waarde) komen de middelen alleen beschikbaar aan vissers die direct getroffen zijn door Brexit. Voor de liquiditeitsregeling geldt dat voor het verkrijgen van steun ten minste 30% omzetverlies moet zijn en dat wordt voldaan aan de instapcriteria om de Brexit-relatie aan te kunnen tonen. De instapcriteria zijn de 20% afhankelijkheid (volume of waarde), minimaal 60 dagen visserij in VK-wateren of dat vissers geen vergunning voor vissen in Noorse wateren hebben gekregen als gevolg van Brexit.

 

Publieke kosten

Nader uit te werken

5. Nagestreefde doelmatigheid

Algemene bedrijfsleven

Het grootste deel van de beschikbare middelen (€ 218 mln.) wordt ingezet om bedrijven direct tegemoet te komen in door hen gemaakte en nog te maken eenmalige aanpassingskosten als gevolg van de Brexit. Binnen de strikte kaders van de BAR-verordening is dit de meest doelmatige manier om de meest getroffen bedrijven en sectoren tegemoet te komen. De regelingen zullen in maximaal twee tranches worden opengesteld gekoppeld aan de monitoring. De eventuele openstelling van de (hoeveelheid) resterende middelen en de financiële buffer van 50 mln. zullen hiervan afhankelijk zijn. Indien de buffer niet of voor een deel nodig blijkt, kan binnen de BAR-middelen gekozen worden voor een doelmatige herallocatie.

Het internationaliseringsprogramma (€ 32 mln.) is een eenmalig gerichte impuls in aanvulling op bestaande programma’s om op bedrijven die door de Brexit hun marktpositie hebben zien verslechteren te ondersteunen. Het internationaliseringsprogramma is schaalbaar en de middelen worden ingezet al naar gelang de uiteindelijke behoefte.

 

Visserijsector

Voor de saneringsregeling (€ 155 mln.) wordt uitgegaan van een compensatie voor inkomensverlies van vissers die willen stoppen. Dit inkomensverlies is gebaseerd op de periode 2015–2019, de meest recente representatieve periode waar data beschikbaar over zijn. Het gemiddelde inkomensverlies per vlootsegment is als maximum genomen om overcompensatie te voorkomen. Alleen de vaartuigen van de grootste omvang in een vlootsegment ontvangen het maximumbedrag.

 

In de regeling is gekozen voor een subsidieplafond waarbinnen voldoende vissers de mogelijkheid krijgen te stoppen, terwijl tegelijkertijd een maximaal subsidiebedrag per begunstigde is gebaseerd op een vergoeding per brutoton. Op die manier wordt de saneringsregeling zo efficiënt mogelijk vormgegeven.

 

Voor de stilligregeling (€ 33 mln.) ontvangt de eigenaar van een vaartuig enkel een vergoeding als sprake is van stilliggen in de jaren 2021, 2022 en 2023. De begunstigde moet een minimaal aantal dagen per jaar stilliggen om in aanmerking te komen. De vergoeding voor een stilligdag wordt berekend op basis van een formule:

 

Subsidiebedrag = (JO * 0,7) * (D / 365)

 

In deze formules betekent:

 

JO: de jaaromzet van het vissersvaartuig over een jaar, uitgedrukt in Euro’s;

D: het aantal dagen dat het vissersvaartuig in een haven stilligt.

De factor 0,7 is gekozen om variabele kosten die gepaard gaan met het uitvaren van een vaartuig niet mee te nemen in de stilligvergoeding.

 

De liquiditeitsregeling (€ 12 mln.) kent een subsidiebedrag van 50% van het inkomensverlies met € 300.000,- als maximumsubsidiebedrag. Om voor subsidie in aanmerking te komen is tussen 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021 30 procent minder omzet behaald ten opzichte van:

de omzet die behaald werd in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2019; of de omzet die in de kalenderjaren 2017, 2018 en 2019 gemiddeld behaald werd in de periode van 1 januari tot en met 31 maart.

 

Publieke kosten

Nader uit te werken

6. Evaluatieparagraaf

Algemeen bedrijfsleven

Het meten van de impact (behoud concurrentiepositie) door deze specifieke regeling is om meerdere redenen complex: de subsidiebedragen per aanvrager zijn relatief klein, de compensatie betreft kosten die grotendeels in het verleden al zijn genomen (sunk costs) en de concurrentiepositie is van een veelheid van factoren afhankelijk.

De evaluatie zal zich daarom vooral richten op het beoordelen van het doelbereik van de regelingen: is de beoogde doelgroep van getroffen bedrijven in voldoende mate bereikt? Hiervoor worden KPI’s gehanteerd als het % aanvragers van het totaal aantal bedrijven dat in die periode handelde met VK (o.b.v indeling CBS internationaliseringsmonitor). Op basis van RVO-monitoringgegevens wordt beoordeeld in hoeverre de regelingen als geheel en de afzonderlijke modules van de regelingen benut zijn en dus aansloten bij de behoefte en praktijk van de aanvragers.

 

Om de impact van de instrumenten te beoordelen kan als onderdeel van de evaluatie een serie interviews gehouden worden onder gebruikers. Als controlegroep kunnen mogelijk bedrijven geïnterviewd worden die geen gebruik hebben gemaakt. In de uiteindelijke evaluatie wordt gekeken naar de beste onderzoeksmethode om de doeltreffendheid van de BAR-bedrijfsleveninstrumenten vast te kunnen stellen.

 

De evaluatie van de beide bedrijfslevenregelingen wordt uitgevoerd in 2024 wanneer alle aanvragen zijn verwerkt en de rapportages voor de Europese Commissie worden opgesteld. In de tussentijd is de monitoring opgesteld om de doelmatigheid van de regelingen in het oog te houden.

 

Visserijsector

De evaluatie zal zich richten op het beoordelen van het doelbereik van de regelingen: is de beoogde doelgroep van getroffen visserijbedrijven in voldoende mate bereikt? Hiervoor wordt gekeken hoeveel vaartuigen gebruik maken van de verschillende regelingen. Op basis van RVO-gegevens is bekend welke vaartuigen in aanmerking komen voor de sanering- en stilligregeling. Voor de liquiditeitsregeling geldt dat vooraf geen inzicht is in of aanvragers aan de inkomenseis voldoen. Dit is achteraf wel inzichtelijk voor degenen die een aanvraag hebben ingediend en dat wordt meegenomen in de evaluatie. Er is vooraf wel inzicht in het totaal aantal vaartuigen dat ingeschreven is in het visserijregister en dat aan andere criteria van de liquiditeitsregeling voldoet om de directe Brexit-link aan te tonen.

 

Op basis van RVO-monitoringgegevens wordt beoordeeld in hoeverre de regelingen als geheel en de afzonderlijke modules van de regelingen benut zijn en dus aansloten bij de behoefte van de aanvragers.

 

De evaluatie van het visserijspoor wordt uitgevoerd in 2024 wanneer alle aanvragen zijn verwerkt en de rapportages voor de Europese Commissie worden opgesteld. In de tussentijd is de monitoring opgesteld om de doelmatigheid van de regelingen in het oog te houden.

 

Publieke kosten

Nader uit te werken


X Noot
1

Zie BNC-fiche Verordening Brexit Adjustment Reserve. Kamerstuk 22 112, nr. 3030.

X Noot
2

Zie toelichting en kabinetsappreciatie van de Raadspositie. Kamerstuk 35 393, nr. 38.

X Noot
3

Zie nadere informatie bij het verslag van de Raad Algemene Zaken van 22 juni. Kamerstuk 21 501-02, nr. 2377.

X Noot
4

Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1803 van de Commissie tot vaststelling van de voorlopige aan elke lidstaat toegewezen bedragen uit de middelen van de reserve voor aanpassing aan de Brexit en van het minimumbedrag aan steun voor lokale en regionale kustgemeenschappen.

Naar boven