35 393 Betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 december 2020

Hierbij ontvangt u de beantwoording op de schriftelijke vragen gesteld door de Vaste Kamercommissie Europese Zaken op 24 december jl. over het bereikte akkoord tussen de EU en het VK.

1. Is het akkoord een EU-only of een gemengd akkoord?

Conform het verzoek van de Vaste Kamercommissie Europese Zaken van 17 december jl. ontving Uw Kamer op 25 december jl. een brief met een appreciatie van de juridische aard van het bereikte akkoord alsmede een schets van het proces tot en met het aflopen van de overgangsperiode op 31 december 2020 (Kamerstuk 35 393, nr. 11). Daarin wordt aangegeven dat het akkoord over een handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK door de Europese Commissie gepresenteerd is als een EU-only akkoord. In bovengenoemde brief wordt nader ingegaan op de onderbouwing daarvoor.

Gezien het risico dat een gemengd akkoord zou leiden tot een situatie vergelijkbaar met een no deal scenario (al dan niet op deelterreinen) en de zeer beperkt beschikbare tijd steunt het kabinet in dit uitzonderlijke geval het voorstel van de Europese Commissie om het akkoord over een handels- en samenwerkingsovereenkomst met het VK als EU-only akkoord te sluiten. De verwachting is dat ook de overige lidstaten deze koers zullen steunen. Het kabinet acht het daarbij wel van groot belang dat het akkoord over een handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK geen precedent vormt voor toekomstige akkoorden met derde landen. Daarom heeft Nederland samen met andere lidstaten reeds gevraagd om een bevestiging van de juridische dienst van de Raad (JDR) dat op grond van de inhoud van het voorliggende akkoord in dit geval zowel een EU-only als een gemengd akkoord mogelijk zou zijn en dat een politieke keuze voor een EU-only akkoord in dit geval geen juridische verplichting zal betekenen om bij toekomstige EU-akkoorden met andere derde landen op dezelfde terreinen opnieuw een EU-only akkoord te sluiten. De JDR heeft beide punten inmiddels bevestigd.

Ook is mede op verzoek van Nederland een verklaring van de Europese Commissie voorzien bij de notulen van de Raad waarin de Commissie zal bevestigen dat de uitoefening van bepaalde bevoegdheden door de Unie in de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst geen juridische beperking betekent voor de uitoefening van die bevoegdheden in toekomstige overeenkomsten met derde landen. Hiermee is er dus een schriftelijke bevestiging van de Commissie dat er via het akkoord met het VK geen dwingend precedent wordt geschapen voor toekomstige akkoorden met derde landen. De conceptverklaring wordt uw Kamer op vertrouwelijke wijze toegestuurd.

2. Wanneer kan de Kamer beschikken over de integrale tekst van het akkoord in het Engels en in het Nederlands (de definitieve versies en niet de voorlopige)?

De conceptteksten van de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst, de aanvullende Informatiebeveiligingsovereenkomst en de aparte Civiel Nucleaire overeenkomst zijn op 26 december jl. gepubliceerd op de website van de Europese Commissie1. Deze tekst is vooralsnog alleen in het Engels beschikbaar gezien het late moment waarop de onderhandelaars een akkoord hebben bereikt en de korte resterende tijd tot het einde van de overgangsperiode. De Engelse tekst van de overeenkomst zal op 31 december worden gepubliceerd in het publicatieblad van de Europese Unie.

De voorlopige Nederlandse vertaling zal naar verwachting binnen enkele dagen worden gepubliceerd. Terwijl de overeenkomst voorlopig wordt toegepast zal de Commissie samen met het Raadssecretariaat en nationale experts kijken naar eventuele technische- en juridische verbeteringen van de voorlopige vertalingen. Het akkoord voorziet in voorlopige toepassing tot en met 28 februari 2021 of een andere datum vastgesteld door de Partnerschapsraad of, indien dit eerder is, vanaf de eerste dag van de maand nadat Partijen elkaar hebben geïnformeerd dat zij de interne goedkeuringsprocedures hebben afgerond. Uiterlijk 30 april zal een definitieve Nederlandse vertaling van de overeenkomst als authentiek worden vastgesteld.

3. Kan de Kamer de impact assessments voor de belangrijkste sectoren ontvangen, alsmede de reactie hoe Nederland hierop zal inspelen?

Het kabinet heeft alle stakeholders steeds opgeroepen om zich voor te bereiden op alle mogelijke scenario’s. Nu het akkoord tot stand is gekomen, is bekend welke situatie na het aflopen van de overgangsperiode zal ontstaan. De impact van dit scenario laat zich op dit moment nog lastig voorspellen. Wel heeft het kabinet zich ingespannen om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op alle reeds voorzienbare gevolgen en heeft daar ook steeds alle sectoren toe opgeroepen. Een voorbeeld hiervan is dat in alle scenario’s het VK de interne markt en de douane-unie zou verlaten, waardoor in alle gevallen bepaalde grensformaliteiten voor burgers en bedrijven zouden gelden.

Op de langere termijn zullen de gevolgen van dit akkoord voor alle sectoren uiteraard nauwgezet gemonitord worden. In dat verband wijs ik uw Kamer op de zogenoemde Partnerschapsraad die door het akkoord wordt opgericht. Deze Partnerschapsraad zal toezien op de correcte implementatie en naleving van het grootste deel van de afspraken zoals vastgelegd in het akkoord. Onder de Partnerschapsraad wordt een aantal speciale comités opgericht die toe zullen zien op de implementatie en naleving van de afspraken op deelterreinen. Het kabinet zal via betrokkenheid van de Raad bij de voorbereiding van bijeenkomsten van voornoemde comités nauw betrokken zijn bij de verdere implementatie van het akkoord. Het kabinet heeft er vertrouwen in dat met deze structuur de uitwerking en toepassing van het akkoord, die zich in de loop der tijd zal ontvouwen, besproken zullen worden in de daarvoor geschikte fora.

4. Hoe ziet de planning van de behandeling van het akkoord in de Raad en het Europees parlement eruit?

Uw Kamer ontving op 25 december jl. een brief met een schets van het proces tot en met het aflopen van de overgangsperiode op 31 december 2020. In aanvulling daarop is het volgende tijdspad te identificeren.

Ten aanzien van de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst en de aanvullende Informatiebeveiligingsovereenkomst heeft de Commissie een voorstel gedaan voor een Raadsbesluit tot ondertekening en voorlopige toepassing tot en met 28 februari 2021. Besluitvorming in de Raad vindt plaats met eenparigheid van stemmen als gevolg van de keuze voor artikel 217 VWEU als materiële rechtsgrondslag. De verwachting is dat dit besluit tot ondertekening en voorlopige toepassing aan de Raad ter besluitvorming zal voorliggen via een schriftelijke procedure. Het aflopen van deze schriftelijke procedure is nu voorzien in de vroege ochtend van dinsdag 29 december. Nederland zet in op het laten doorlopen van deze schriftelijke procedure tot dinsdag 29 december 15:00. Dit is het uiterste tijdstip gezien de benodigde handelingen na de vaststelling van het Raadsbesluit om het akkoord vanaf 1 januari voorlopig te kunnen toepassen. Direct na het aflopen van de schriftelijke procedure zal het Europees parlement over de uitkomst daarvan worden geïnformeerd. Het akkoord dient ook aan VK-zijde te worden goedgekeurd en het VK moet akkoord gaan met de voorlopige toepassing ervan.

Indien de vereiste stappen succesvol worden afgerond, zal het akkoord op woensdag 30 december formeel worden ondertekend door zowel het VK als de EU. Op 31 december volgt publicatie in het EU publicatieblad van de Europese Unie en vanaf 1 januari kan de overeenkomst dan voorlopig worden toegepast. Het akkoord zal vervolgens in het nieuwe jaar ter goedkeuring aan het Europees parlement voorliggen. Het Europees parlement gaat daarbij over zijn eigen agenda. Na goedkeuring door het Europees parlement kan de Raad dan het besluit tot sluiting van het akkoord met eenparigheid van stemmen vaststellen.

Voor het Euratom-gedeelte van de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst en voor de aparte Civiel Nucleaire overeenkomst vindt separate besluitvorming plaats op grond van artikel 101 Euratom-Verdrag, met sluiting door de Commissie na goedkeuring van de Raad met gekwalificeerde meerderheid. Wanneer zowel de EU als het VK de ratificatieprocedure van de Civiel Nucleaire overeenkomst voltooid heeft, kan deze overeenkomst in werking treden. Naar verwachting wordt dit proces nog voor 1 januari 2021 afgerond en zal deze overeenkomst op 1 januari in werking kunnen treden.

5. Wanneer neemt de (Europese) Raad een besluit over de mogelijke goedkeuring van het akkoord?

Zie het antwoord op vraag 4. De verwachting is dat het besluit tot ondertekening en voorlopige toepassing van de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst aan de Raad ter besluitvorming zal voorliggen via een schriftelijke procedure. Het aflopen van deze schriftelijke procedure is nu voorzien in de vroege ochtend van dinsdag 29 december. Nederland zet in op het laten doorlopen van deze schriftelijke procedure tot dinsdag 29 december 15:00. Dit is het uiterste tijdstip gezien de benodigde handelingen na de vaststelling van het Raadsbesluit om het akkoord vanaf 1 januari voorlopig te kunnen toepassen. Hetzelfde geldt voor het Raadsbesluit ter goedkeuring van het Euratom-gedeelte van de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst en van de aparte Civiel Nucleaire overeenkomst.

6. Welk deel van het akkoord zal vallen onder de voorlopige toepassing?

De Handels- en samenwerkingsovereenkomst zal in haar geheel voorlopig kunnen worden toegepast, net zoals de aanvullende Informatiebeveiligingsovereenkomst, na afronding van de besluitvormingsprocedures zoals beschreven in het antwoord op vraag 4.

Voor het Euratom-gedeelte van het akkoord en voor de aparte Civiel Nucleaire overeenkomst vindt aparte besluitvorming plaats op grond van artikel 101 Euratom-Verdrag, met sluiting door de Commissie na goedkeuring van de Raad met gekwalificeerde meerderheid. Wanneer zowel de EU als het VK de ratificatieprocedure voltooid heeft, kan de aparte Civiel Nucleaire overeenkomst vervolgens in werking treden. Naar verwachting wordt dit proces nog voor 1 januari 2021 afgerond en zal deze overeenkomst dus ook direct in werking kunnen treden.

7. Kan een overzicht gegeven worden met betrekking tot het akkoord (teksten) en de bepalingen die per se voor 1 januari 2021 parlementaire goedkeuring behoeven? Betekent dit dat ook de Eerste Kamer hiermee moet instemmen?

Uw Kamer ontving op 25 december jl. een brief conform het verzoek van de Vaste Kamercommissie Europese Zaken van 17 december jl. met een appreciatie van de juridische aard van het bereikte akkoord, alsmede een schets van het proces tot en met het aflopen van de overgangsperiode op 31 december 2020. In deze brief wordt nader ingegaan op de onderbouwing van het EU-only akkoord.

Een EU-only akkoord vergt geen goedkeuring door de nationale parlementen in de lidstaten. Het Raadsbesluit tot ondertekening en voorlopige toepassing van het bereikte akkoord zal naar verwachting voorliggen via een schriftelijke procedure. Het aflopen van deze schriftelijke procedure is nu voorzien in de vroege ochtend van dinsdag 29 december. Nederland zet in op het laten doorlopen van deze schriftelijke procedure tot dinsdag 29 december 15:00. Dit is het uiterste tijdstip gezien de benodigde handelingen na de vaststelling van het Raadsbesluit om het akkoord vanaf 1 januari voorlopig te kunnen toepassen. Besluitvorming in de Raad vindt plaats met eenparigheid van stemmen als gevolg van de keuze voor artikel 217 VWEU als materiële rechtsgrondslag.

Het kabinet heeft er steeds naar gestreefd uw Kamer zo snel en volledig mogelijk te informeren over de onderhandelingen over het toekomstig partnerschap tussen de EU en het VK. Tegen die achtergrond ontvangt uw Kamer tegelijk met de beantwoording van deze vragen een inhoudelijke appreciatie van het nu voorliggende akkoord tussen de EU en het VK. Uiteraard is het kabinet beschikbaar om met uw Kamer in gesprek te gaan over het akkoord over een handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK.

8. Kan de Kamer een kabinetsappreciatie van de overeenkomst ontvangen, in het bijzonder van de door Nederland als belangrijk aangemerkte aspecten?

Ja. Uw Kamer ontving een eerste brief op vrijdag 25 december jl. en ontvangt tegelijk met de beantwoording van deze vragen een inhoudelijke appreciatie van het bereikte akkoord.

9. Kan de Kamer een juridische duiding van de overeenkomst ontvangen waarin ook wordt ingegaan op de competentievraag?

Uw Kamer heeft op 25 december jl. een brief ontvangen, conform het verzoek van de Vaste Kamercommissie Europese Zaken van 17 december jl., met een appreciatie van de juridische aard van het bereikte akkoord. Zie ook het antwoord op vraag 1.

10. Kan de Kamer het behandelschema van de verschillende relevante instituties en EU-instellingen ontvangen?

Zie het antwoord op vraag 4.

11. Kan de Kamer de integrale tekst van het akkoord ontvangen?

Ja, de integrale tekst van het akkoord is te vinden op de website van de Europese Commissie.2

12. Welke consequenties zouden er zijn als de commissie Europese Zaken besluit om op maandag 4 januari 2021 een notaoverleg te houden over het akkoord en de kabinetsappreciatie?

Het besluit tot ondertekening en voorlopige toepassing van de handels- en samenwerkingsovereenkomst zal aan de Raad voorliggen via een schriftelijke procedure. Het aflopen van deze schriftelijke procedure is nu voorzien in de vroege ochtend van dinsdag 29 december. Nederland zet in op het laten doorlopen van deze schriftelijke procedure tot dinsdag 29 december 15:00. Dit is het uiterste tijdstip gezien de benodigde handelingen na de vaststelling van het Raadsbesluit om het akkoord vanaf 1 januari voorlopig te kunnen toepassen. De vaststelling van het Raadsbesluit tot ondertekening is het wegingsmoment waarop de Raad een oordeel velt over het akkoord. Bij instemming door zowel de Raad als het VK met ondertekening en voorlopige toepassing van de handels- en samenwerkingsovereenkomst en de afronding van de overige procedurele stappen zoals uiteengezet in het antwoord op vraag 4 zal het akkoord op 1 januari 2021 voorlopig van toepassing worden. Zou dit niet lukken, dan ontstaat een situatie vergelijkbaar met een no deal scenario.

Bij voorlopige toepassing van de overeenkomst zal deze in het begin van 2021 ter goedkeuring aan het Europees parlement voorliggen. Na goedkeuring door het Europees parlement kan de Raad dan met eenparigheid van stemmen het besluit tot sluiting van het akkoord vaststellen, waarmee de goedkeuring (ratificatie) van het verdrag aan Uniezijde kan worden afgrond.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven