35 390 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht BES ter uitvoering van het op 4 april 2014 te Montreal tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het Verdrag inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan boord van luchtvaartuigen (Trb. 2019, 140 en Trb. 2020, 3)

Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 7 juli 2020

Met veel belangstelling heb ik kennisgenomen van het verslag van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid. Graag beantwoord ik de door de leden de VVD-fractie gestelde vraag.

Het verheugt mij dat deze leden kunnen instemmen met de voorgestelde wijziging die voortvloeit uit het Protocol van Montreal (hierna: het Protocol).

De aan het woord zijnde leden constateren terecht dat ter uitvoering van het Protocol – naast onderhavig wetsvoorstel – een wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in procedure zal worden gebracht. Met deze wijziging wordt voldaan aan de eisen die het Protocol stelt met betrekking tot de vestiging van extraterritoriale rechtsmacht voor Europees Nederland. Met het onderhavige wetsvoorstel wordt voldaan aan deze verplichtingen voor Caribisch Nederland.

In antwoord op de vraag van deze leden op welke termijn het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht zal worden gewijzigd, merk ik graag op dat de ambtelijke voorbereiding daarvan reeds in gang is gezet. Indien uw Kamer besluit het onderhavige wetsvoorstel en de daarmee samenhangende voorstel van rijkswet tot goedkeuring van het Protocol (Kamerstukken 35 391 (R 2144)) te aanvaarden, zal het genoemde wijzigingsbesluit spoedig na die aanvaarding in procedure worden gebracht. De inwerkingtreding van de wijziging van het besluit zal gelijk oplopen met de inwerkingtreding van onderhavig wetsvoorstel, nadat dit voorstel tot wet is verheven.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven