35 386 Voorstel van wet van de leden Klaver en Ouwehand tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met de invoering van een vuurwerkverbod voor consumenten (Wet veilige jaarwisseling)

E TWEEDE VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT / VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING1

Vastgesteld 25 juni 2025

1. Inleiding

De leden van de fractie van de BBB hebben met belangstelling kennisgenomen van het initiatiefwetsvoorstel inzake een vuurwerkverbod en bedanken de initiatiefnemers voor hun voorstel. Deze leden voorzien echter grote problemen bij de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van het voorstel en hebben bedenkingen bij de financiële lasten die dit met zich meebrengt, zeker bij een snelle invoering in het hele land. Naar aanleiding van de eerste schriftelijke vragenronde hebben de leden van de BBB-fractie behoefte aan een aantal vervolgvragen, aangezien de beantwoording in deze ronde op meerdere punten tot extra onduidelijkheid heeft geleid.

De leden van de fractie van de PVV hebben kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag en de reactie van de regering bij het initiatiefvoorstel-Klaver en Ouwehand «Wet veilige jaarwisseling». Deze leden wensen de regering nog een aantal vervolgvragen te stellen.

Tenzij anders aangegeven worden de vragen in dit verslag gesteld aan zowel de initiatiefnemers als aan de regering.

2. Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de BBB

De leden van de BBB-fractie hebben de volgende vragen.

Beoordeling van de uitvoerbaarheid

  • 1. In de antwoorden van de regering wordt gesteld dat, om uitspraken te kunnen doen over de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van het voorliggende voorstel, goede uitvoeringstoetsen cruciaal zijn.2 De handhaving van bepaalde maatregelen is mogelijk lastig uitvoerbaar. Kan de regering toelichten hoe in de uitvoeringstoetsen wordt vastgesteld of en, zo ja, op welke punten, de uitvoerbaarheid specifiek tekortschiet?

Betrokkenheid van uitvoeringsinstanties

  • 2. Welke uitvoeringsorganisaties worden betrokken bij het opstellen van de uitvoeringstoetsen? In hoeverre zijn politie, veiligheidsregio’s en gemeenten het eens met de conclusies van de regering over voldoende capaciteit en cellen? Waarom mogen gevangenen dan eerder naar huis?

Capaciteitsdruk bij handhaving

  • 3. De uitvoeringstoetsen geven straks duidelijkheid over capaciteit voor handhaving rond de jaarwisseling. Wat betekent dit concreet voor het beoogde beleid? Wordt er overwogen extra capaciteit vrij te maken? Zo ja wat zijn hiervan de geschatte kosten?

Alternatieve scenario’s

  • 4. Worden er op basis van de uitvoeringstoetsen alternatieve scenario’s uitgewerkt die (wel) uitvoerbaar zijn? Zo ja, kan de regering deze met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet?

Samenhang met eerdere incidenten

  • 5. Wordt er bij de uitvoeringstoetsen rekening gehouden met de ervaringen en incidenten van eerdere jaarwisselingen? Is er bijvoorbeeld sprake van een lerende aanpak?

Verantwoordelijkheid voor de uitvoering

  • 6. Wie draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het beleid rond de jaarwisseling? En hoe wordt de onderlinge afstemming tussen betrokken partijen geborgd?

Monitoring en evaluatie

  • 7. Wordt er, op basis van de op te stellen uitvoeringstoetsen, een plan opgesteld om de maatregelen tijdens en na de jaarwisseling te monitoren en evalueren? Zo ja, hoe ziet dat eruit? Komt er ook een invoeringstoets? Zo nee, waarom niet?

Gevolgen voor het wetgevingstraject

  • 8. Kunnen de uitvoeringstoetsen leiden tot aanpassing van het beoogde beleid of dit wetgevingstraject? Zo nee, wat zouden redenen kunnen zijn om af te wijken van de signalen uit de toetsen?

Realistische inzet van gespecialiseerde kennis

  • 9. Acht de regering het haalbaar dat uitsluitend personen met gespecialiseerde kennis betrokken moeten zijn bij het indienen van meldingen voor vuurwerkshows, gezien het beperkte aantal GV-bezitters3 in Nederland (circa 170)? Hoe wordt hiermee omgegaan in de op te stellen uitvoeringstoetsen?

Onderbouwing van het effect op de veiligheid

  • 10. Hoe zou een verbod op F2-vuurwerk een wezenlijke bijdrage leveren aan de veiligheid, terwijl ernstige incidenten doorgaans voortkomen uit professioneel of illegaal vuurwerk? Er geldt al een verbod op illegaal vuurwerk; kan de regering toelichten waarom dit desondanks de grootste veroorzaker is van zwaar letsel rond de jaarwisseling? Wordt hier onderzoek naar gedaan? Zo nee, is de regering bereid dit alsnog te onderzoeken?

Gebrekkige participatie van de uitvoeringspraktijk

  • 11. Waarom zijn bij de totstandkoming van het wetsvoorstel belangrijke uitvoerende partijen, zoals de professionele vuurwerkbranche, niet betrokken? En hoe wordt zonder hun inbreng geborgd dat de uitvoerbaarheid realistisch is?

Capaciteit en handhaafbaarheid bij shows

  • 12. Hoe beoordeelt de regering de uitvoerbaarheid van het organiseren van vuurwerkshows door verenigingen, terwijl de lokale handhavingscapaciteit hiervoor – zo constateren de leden van de BBB-fractie – ontbreekt?

Nieuwe lappendeken aan regelgeving

  • 13. Erkent de regering dat de voorgestelde oplossing – lokale vuurwerkshows – zelf kan leiden tot ongelijkheid en extra uitvoeringsdruk, in plaats van het oplossen van de huidige lappendeken aan regels?

Effectiviteit in het licht van letseldata

  • 14. In hoeverre wordt in de uitvoeringstoetsen meegewogen dat het aandeel van legaal siervuurwerk in het totale aantal letsels beperkt is? Hoe wordt gerechtvaardigd dat een verbod uitvoeringscapaciteit vereist, terwijl de verwachte veiligheidswinst marginaal is? En hoe verklaren de initiatiefnemers en de regering dat 86% van het letsel wordt veroorzaakt door vuurwerk dat al verboden is? De leden van de BBB-fractie ontvangen hier graag een toelichting op.

Onvoldoende analyse van precedentwerking

  • 15. Hoe weegt de regering de uitvoeringservaringen uit landen als Ierland4 en Hawaii5, waar een verbod op consumentenvuurwerk juist heeft geleid tot zwaardere ongevallen en een verschuiving naar illegaal vuurwerk? Wat doet de regering om een vergelijkbare ontwikkeling in Nederland te voorkomen?

Contraproductieve handhaving door onduidelijke wetgeving

  • 16. Hoe kan de handhaving in de praktijk onderscheid maken tussen F1- en F2-vuurwerk, terwijl deze categorieën op het oog nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn? Wordt deze onduidelijkheid meegenomen in de uitvoeringstoetsen? Is de regering bereid F2-vuurwerk om deze reden alsnog toe te staan, mede omdat het nauwelijks letsel veroorzaakt? De leden van de BBB-fractie ontvangen hier graag een toelichting op.

Gebrek aan juridische handvatten voor politie

  • 17. Welke extra juridische en operationele instrumenten worden aan de politie geboden om effectief te kunnen optreden? Acht de regering dit voldoende? De leden van de BBB-fractie ontvangen hier graag een toelichting op.

Afstemming Europese in- en uitvoerstromen

  • 18. Wordt in de uitvoeringstoetsen rekening gehouden met het feit dat een verbod op F2-vuurwerk zal leiden tot verplaatsing van aankoop naar landen zoals Duitsland en België, waar andere regels gelden? Wat betekent dit voor uitvoerbaarheid van het voorstel?

I. Over de effectiviteit en handhaafbaarheid van het initiatiefvoorstel

  • 19. Acht de regering het wenselijk een algeheel vuurwerkverbod in te voeren, terwijl uit het Atlas-rapport «Explosieve Handel Dadertypen en economische vuurwerkdelicten» blijkt dat jaarlijks tot wel € 216 miljoen aan illegaal vuurwerk Nederland binnenkomt en de pakkans slechts 5 tot 10% is?6

  • 20. Is de regering het met de leden van de BBB-fractie eens dat, zolang deze illegale markt niet effectief wordt aangepakt, een verbod op legaal vuurwerk geen wezenlijk effect zal hebben op overlast en letsels, en slechts zal leiden tot meer illegale handel?

  • 21. Waarom worden daders van ernstige vuurwerkdelicten, zoals het gooien van projectielen naar de politie, niet krachtig vervolgd onder bestaande wetgeving? Waarom wordt er dan gekozen voor het «straffen» van burgers en ondernemers die zich aan de regels houden?

  • 22. Erkent de regering dat de huidige wetgeving het al mogelijk maakt om geweld tegen hulpverleners aan te pakken, ongeacht of het projectiel legaal of illegaal is? Waarom is dan een nieuw verbod nodig dat niet tot betere handhaving leidt?

  • 23. Uit het Atlas-rapport blijkt verder dat minderjarigen zich steeds vaker bezighouden met zware vuurwerkcriminaliteit. Is het realistisch te verwachten dat een verbod op legaal vuurwerk deze jongeren zal afschrikken, terwijl de strafmaat laag is en de pakkans klein blijft?

II. Over de juridische en uitvoeringsproblemen

  • 24. Klopt het dat het onderscheid tussen F2-consumentenvuurwerk en F1-vuurwerk in de praktijk bijna niet zichtbaar is, en dat dit handhaving zal bemoeilijken omdat F1 wél toegestaan blijft?

  • 25. e algemene maatregel van bestuur (AMvB) die het ontheffingsstelsel voor verenigingen moet regelen, is nog niet uitgewerkt. Waarom moet nu al worden ingestemd met een wetsvoorstel dat voor zijn werking afhankelijk is van een niet-bestaande uitvoeringsregeling?

  • 26. Kan er een terugvalclausule in de wet worden opgenomen voor het geval blijkt dat een deel of delen van het amendement van het Tweede Kamerlid Michon-Derkzen7 niet uitvoerbaar zijn?

  • 27. Hoeveel gemeenten zijn naar verwachting in staat een vuurwerkshow te organiseren, gezien het tekort aan gecertificeerde bezigers (slechts circa 170) en de te verwachten extra kosten en administratieve lasten?

  • 28. 28. Kan de regering uitsluiten dat het nieuwe ontheffingsstelsel zal leiden tot een nieuwe lappendeken aan lokale regels, terwijl het wetsvoorstel juist deze fragmentatie beoogt op te heffen?

III. Over proportionaliteit en schade aan de branche

  • 29. Erkent de regering dat de vuurwerkbranche – die aan alle regels voldoet – onevenredig hard wordt geraakt door dit voorstel, terwijl het merendeel van de schade en overlast wordt veroorzaakt door vuurwerkproducten die al verboden zijn (zoals shells en cobra’s)?

  • 30. Waarom wordt er gesproken over een compensatie van slechts € 150 miljoen, terwijl de branche de economische schade op ruim € 945 miljoen heeft becijferd? Is hiervoor dekking gevonden in de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat?

  • 31. Waarom is in het wetsvoorstel geen verplichte effectiviteitsmeting of evaluatiemoment opgenomen, terwijl de maatschappelijke impact en de economische schade aanzienlijk zijn?

IV. Over Europese coördinatie en praktijkvoorbeelden

  • 32. Waarom wordt er verwezen naar draagvlak in buurlanden voor een vuurwerkverbod, terwijl in de praktijk in landen als Duitsland en België legaal F2- en F3-vuurwerk wordt verkocht, en Nederlandse consumenten dat daar ook na een verbod zullen blijven kopen?

  • 33. Heeft de regering kennisgenomen van het feit dat het vuurwerkverbod in Ierland (2007) en in Hawaii na vijftien jaar nog steeds niet effectief blijkt te zijn, en dat daar juist zwaarder illegaal vuurwerk is gaan circuleren, met ernstiger letsels tot gevolg?

  • 34. Is de regering bereid om de ervaringen met lokale afsteekverboden in negentien Nederlandse gemeenten systematisch te evalueren, alvorens nationaal beleid in te voeren dat mogelijk gebaseerd is op misleidende aannames?

Tot slot

  • 35. Kan de regering toezeggen dat er een uitgebreide voorhangprocedure van de concept- AMvB in de Eerste Kamer zal plaatsvinden, gelet op de grote twijfels over de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het voorstel?

  • 36. Komt er een (nieuwe) uitvoeringstoets die in zowel de Eerste als de Tweede Kamer behandeld zal worden?

3. Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

De leden van de PVV-fractie hebben nog een aantal vragen.

  • 1. Wat zijn de verwachte kosten voor de handhaving van een algeheel vuurwerkverbod?

  • 2. Welk deel van de jaarlijkse kosten voor politie-inzet tijdens de jaarwisseling heeft specifiek betrekking op de handhaving van vuurwerkregels?

  • 3. De handhaving van een eventueel vuurwerkverbod zal plaatsvinden binnen de bestaande capaciteit. Er zijn geen plannen hiervoor extra middelen beschikbaar te stellen. Kan de regering motiveren waarom dit in de praktijk een reële inschatting is?

  • 4. Kan de regering voor de leden van de PVV-fractie toelichten waarom extra politie-inzet voor de handhaving van het beoogde verkoopverbod aan consumenten en het met het voorstel beoogde afsteekverbod, geen optie is?

  • 5. In 2020 en 2021 gold er in Nederland een algeheel vuurwerkverbod. In beide jaren werd er desondanks op grote schaal vuurwerk afgestoken. Kan de regering toelichten waarom het door de initiatiefnemers voorgestelde verbod wél handhaafbaar zou zijn, gelet op deze twee ervaringsjaren?

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening ziet met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding van het tweede verslag en de reactie van de regering, en ontvangt deze graag uiterlijk 27 juni 2025, 12.00 uur. Onder voorbehoud van tijdige ontvangst van deze stukken acht de commissie het wetsvoorstel gereed voor plenaire behandeling.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Lievense

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Dragstra


X Noot
1

Samenstelling:

Kemperman (Fractie-Kemperman), Van Wijk (BBB), Van Langen-Visbeek (BBB), Jaspers (BBB), Lievense (BBB) (voorzitter), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Martens (GroenLinks-PvdA), Van de Linden (VVD), Klip-Martin (VVD), Meijer (VVD), Kaljouw (VVD), Rietkerk (CDA) (ondervoorzitter), Prins (CDA), Van Meenen (D66), Aerdts (D66), Van Kesteren (PVV), Nicolaï (PvdD), Nanninga (JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Holterhues (ChristenUnie), Dessing (FVD), De Vries (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
2

Kamerstukken I 2024/25, 35 386, D, p. 8 en p. 10.

X Noot
3

Gevarenklasse V erkenning. Gecertificeerde personen die bevoegd zijn om professioneel vuurwerk te bestellen, op te slaan, te transporteren of af te steken.

X Noot
5

Position paper SVNC voor de Tweede Kamer, p. 5.

X Noot
6

Atlas Research, «Explosieve handel; Dadertypen en aanpak van economische vuurwerkcriminaliteit», Den Haag: Ministerie van Justitie en Veiligheid, mei 2025, in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC), zie https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2025/06/16/tk-aanbieding-wodc-rapport-explosieve-handel-dadertypen-en-aanpak-van-economische-vuurwerkcriminaliteit.

X Noot
7

Kamerstukken II 2024/25, 35 386, nr. 16.

Naar boven