35 381 (R2143) Goedkeuring van het op 22 oktober 2015 te Riga tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (Trb. 2016, 180)

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 5 maart 2020

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet genoegzaam voorbereid.

I. Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel tot goedkeuring van het op 22 oktober 2015 te Riga tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (Trb. 2016, 180) (hierna: het wetsvoorstel). Zij onderschrijven de doelstellingen van het protocol om lidstaten te verplichten een aantal terroristische misdrijven strafbaar te stellen en samenwerking te bevorderen om terrorisme te voorkomen. De dreiging van terrorisme gericht tegen onze vrije samenleving is onverminderd groot. Voornoemde leden verwelkomen alle maatregelen die effectief bijdragen aan het voorkomen van terrorisme.

Naast het aanvullend protocol bij het verdrag ter voorkoming van terrorisme is de afgelopen jaren veel internationale regelgeving tot stand gekomen om terrorisme te bestrijden en te voorkomen, constateren de leden van de VVD-fractie. Zij ontvangen graag een actueel overzicht van de internationale verdragen en regelgeving die zien op de bestrijding en voorkoming van terrorisme.

De leden van de VVD-fractie constateren dat niet alle lidstaten van de Raad van Europa het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (Trb. 2006, 34) uit 2005 en het Aanvullend Protocol uit 2015 hebben geratificeerd. Waarom hebben landen als België en het Verenigd Koninkrijk het Verdrag nog niet geratificeerd? Zijn deze landen voornemens het Verdrag en het Aanvullend Protocol te ratificeren? Heeft het niet-ratificeren van deze landen gevolgen voor de uitwisseling van informatie ter voorkoming van terrorisme?

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 7 – Uitwisseling van informatie

De leden van de VVD-fractie lezen dat het Landelijk Internationaal Rechtshulpcentrum (LIRC) van de politie als contactpunt is aangemeld bij de Raad van Europa. Graag ontvangen deze leden een toelichting op de keuze voor het LIRC.

De voorzitter van de commissie, Van Meenen

De adjunct-griffier van de commissie, Burger

Naar boven